GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 50

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 4

daling, die nog altijd doorgaat met 2 procent per jaar, zal zich volgens prof. Arntzenius ook in Nederland gaan voordoen. Preventie Los van de kleine deining die ontstond na de uitspraken van prof. Meijler, was het enige dat duidelijk werd op het symposium de onduidelijkheid over de preventie van hart- en vaatziekten. VU-magazine vond in een en ander aanleiding om te spreken met prof. dr. J. P. Roos, hoogleraar in de cardiologie aan de VU en met drs. L. J. P. van Doornen, die onderzoek heeft gedaan naar psychologische risicofactoren (zie VU-magazine november 1977). Een weergave van wat besproken werd staat hieronder. PROF. ROOS: Wat preventie betreft zit ik met een aantal vraagtekens en ik bedoel dan preventie in algemene zin, dus niet alleen voor wat betreft harten vaatziekten. De Wereldgezondheidsorganisatie definieert gezondzijn als een toestand waarin iemand zich geestelijk, lichamelijk en ook sociaal wèl bevindt. Gezond-zijn vind ik een aangelegenheid die door het individu-zelf wordt bepaald. Als iemand zich gezond voelt, moet je toch wel van verdraaid goede huize komen, wil je hem aanpraten dat hij dat niet is. Dat is dan het eerste probleem met de preventie. Want in feite wordt daarbij tegen de mensen gezegd: jullie denken wel dat je gezond bent, maar kom maar eens op, dan kijken we je na. Op die manier kan preventie voor veel mensen een psychische belasting betekenen. Het feit dat ze zich gezond voelen, wordt in twijfel getrokken. Stel nu, dat bij een preventief onderzoek iets wordt gevonden, bijvoorbeeld één van die risico-factoren, dan is het nog altijd zo, dat er wordt gewerkt met een statistisch gegeven. Dat is nog heel iets anders dan een gegeven dat betrekking heeft op dat individu.

DRS. VAN DOORNEN: Maar als je gezond-zijn definieert als het subjectief wel bevinden, wat moet je dan aan met factoren waarbij voor de persoon-in-kwestie geen symptomen zijn waar te nemen, maar die wel een relatie hebben met het ontstaan van een ziekte. Ik denk dan vooral aan de hoge bloeddruk als risico-factor. PROF. ROOS: Het is maar de vraag of een hoge bloeddruk zo'n duidelijke risico-factor is. We praten niet over mensen die een klacht hebben; dat zijn patiënten. We hebben het nu over mensen die zich wèl bevinden en die vrijwillig of onvrijwillig getest worden (steeds meer wordt het bijvoorbeeld in bedrijven een min of meer morele verplichting geacht, je periodiek te laten onderzoeken). Daarbij is toch erg weinig hard gemaakt. Er wordt vaak een vergelijking gemaakt met de infectie-ziekten. Dat zijn ziekten die je met bijna volledige zekerheid kunt genezen en die met bijna honderd procent zekerheid door middel van vaccinatie kunnen worden voorkomen. Noch het een, noch het ander gaat op voor hart- en vaatziekten. DRS. VAN DOORNEN: Maar wat is een hard bewijs? En moeten we het risico lopen dat we, wachtend op die bewijzen, achteraf zullen moeten zeggen: nu is het bewezen, hadden we het maar eerder gedaan? PROF. ROOS: Dat risico . . . ik weet het niet. Als je over preventie praat, zou je de mensen eigenlijk moeten indelen in drie groepen. Je hebt de groep van de ,,onbezorgd en", die maak je met de grootste dreiging nog niet bang. Die leven gewoon hun leven en zijn niet te beïnvloeden. Daarnaast hebje de groep ,,bezorgden", aan hen behoefje niets te doen, die komen uit zichzelf naar je toe. Dus gaat het bij primaire preventie om een vrij kleine groep van ,,licht bezorgden". Daar

staat de vraag tegenover: wat zetje in gang wanneer je bij een preventief onderzoek iets, een risico-factor, vindt? Weegt de kans datje het leven van zo iemand mogelijk iets kunt verlengen, op tegen de psychische belasting die je hem bezorgt. Je zult toch met me eens zijn, dat alleen al het meedoen aan een onderzoek vaak een psychische belasting betekent? DRS. VAN DOORNEN: Ja zeker. Men zit in spanning wat er uit zal komen. Bij m'n eigen onderzoek werd ik regelmatig gebeld: ,,Is m'n cholesterol-gehalte al binnen?" Zo'n belasting moet je echt geducht mee rekenen in de kosten-baten analyse van de preventie. PROF. ROOS: Het is een soort mode-verschijnsel dat van iedereen een cardiogram gemaakt wordt. Een paar weken geleden heb ik meegemaakt hoe van een kraandrijver, een man van even in de vijftig, die altijd fluitend naar z'n werk ging, een cardiogram werd gemaakt. Er werd iets gevonden dat er op duidde dat hij ooit iets aan z'n hart moest hebben gehad. Die man wordt vervolgens van alle kanten bekeken en het gevolg is dat hij niet meer op die kraan mag werken. Hij krijgt een of ander waardeloos baantje achter een kaartenbak. De lol is er voor hem af. Zo'n man is op z'n minst vijf jaar te vroeg patiënt gemaakt. Een dergelijke draad loopt door die hele preventie heen. VU-MAGAZINE heeft uit het tot dusver besprokene de indruk gekregen dat prof. Roos de primaire preventie eigenlijk maar flauwekul vindt. Klopt die indruk? PROF. ROOS: Ja. Als er nu toch iets moet gebeuren, dan zou ik meer zien in algemene medische voorlichting. Er is in de geneeskunde zo weinig absoluut; er bestaan zoveel opvattingen, er staan zo weinig dingen echt vast. Als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's