VU Magazine 1979 - pagina 479

llZI magazine 37 straatstenen aantreffen, hoeft niet direct een plaag te worden, alhoewel ze wel kleinere plantjes kunnen overwoekeren. Met haagwinde (Calystegia sepium) is het ook oppassen. Het is duidelijk dat regelmatig moet worden gewied met behulp van een mesje, waarbij van de wortelonkruiden stelselmatig alle groene delen moeten worden verwijderd, zodat de plant niet meer kan assimileren. Uiteindelijk zullen de wortels dan ook afsterven.

Uit de Hortus door Daan Smit

Sterk groeiende inheemse gewassen Er is een aantal planten dat zich in de natuur prachtig kan ontwikkelen, doch die wanneer we ze in onze eigen tuin planten - binnen de kortste keren hele gebieden tiranniseren. Een mooi voorbeeld is het zilverschoon (PotentiUa anserina), een plant die wanneer we hem op droge zandgrond aantreffen slechts enkele centimeters hoog is. De giote, botergele bloemen steken mooi tegen het zilverkleurige blad af. Halen we zilverschoon uit z'n natuurlijke omgeving, om hem in onze tuin te planten, dan zal het voor de plant aanleiding zijn zich uit te breiden tot enorme matten, die steeds groter worden door de kruipende wortelstokken, waarbij in de buurt groeiende planten volledig zullen worden overgroeid. Vooral wanneer de grond vochtig is en nog veel voedsel bevat, is de groei van deze plant niet te stuiten. Dat zelfde geldt voor het klein hoefblad (Tussilago farfara) dat een van de vroegst bloeiende planten is van onze inheemse flora. Hoe verleidelijk is het om in 't vroege voorjaar z o n prachtig, geelbloeiend polletje in de tuin uit te zetten. Maar wat is het resultaat na enige jaren? Een woekering van jewelste, met als gevolg dat de hele tuin volstaat met klein hoefblad. Een andere vroege voorjaarsbloeier is het speenkruid (Ranunculus ficaria). Ook erg fraai om eens een polletje van uit te planten, doch ook hier: bezint eer ge begint. Het grootste gedeelte van het jaar is er bovengronds niets

van het speenkruid te merken, maar in het vroege voorjaar is "t met z'n gouden sterretjes tussen het glimmend groene blad toch wel een leuke bodembedekker. Houd 'm echter in de toom! Erg mooi kan zich de schapezuring (Rumex acetosella) in de natuur voordoen. In het bijzonder op droge, arme zandgronden worden soms hele plekken rood gekleurd door de dicht opeenstaande lage bloeiwijzen, werkelijk prachtig. Hebben we er echter een stukje van in de tuin, houd dat dan goed in de gaten. Het verwijderen van schapezuring is geen pretje, daar de dunne worteltjes makkelijk afbreken en ieder stukje dat in de grond achter blijft weer gaat groeien. Dat zelfde is ook van toepassing op de watemavel (Hydrocotyle vulgaris), een alleraardigst plantje met z'n kortgesteelde ronde blaadjes, maar owee, als we ze in de tuin hebben. Het komt vaak mee met veenmos, dus eerst even goed schoonmaken, (eventuele witte wortels verwijderen) voor we het sphagnum gaan verwerken. Tot de groep van wortelonkruiden behoort eveneens de hardnekkige paardestaart of heermoes (Equisetum arvense). Niet uit te roeien, wanneer het zich eenmaal in de tuin heeft gevestigd. Iets gemakkelijker gaat het met kweekgras (Agropyron repens) en het zevenblad (Aegopodium podagraria). Deze twee zijn op vrij eenvoudige wijze met de vork, zo'n plattander, te verwijderen, waarbij er wel terdege op gelet dient te

Ten slotte de bloemenweide van een- en tweejarige inheemse planten

Zilverschoon (PotentiUa anserina)

worden dat geen enkel stukje wortelstok achterblijft. Het liggend vetmuur (Sagina procumbens) tenslotte, dat we overal tussen

Wanneer een oppervlak van een stuk grond het toelaat is het aanbevelingswaardig ook een gedeelte te reserveren voor onze een- en tweejarige inheemse gewassen. Een tuin uitsluitend hiermee beplantkan ook bijzonder fraai zijn. Willen we goede resultaten bereiken, dan moet de grond beslist voedselarm zijn. zodra er teveel organische stof etc. in aanwezig is, zal het moeilijk zijn. Het gevolg is dat de planten te sterk zullen groeien en slechts matig bloeien. Gezaaid wordt in het vroege voorjaar, waarbij de ter beschikking staande zaken worden gemengd en breedwerpig worden uitgezaaid. Ook kan iedere soort afzonderlijk worden uitgezaaid, waarbij we terdege rekening houden met de kleur van de bloemen en de uiteindelijke hoogte van het gewas. Enige zeer aanbevelenwaardige soorten zijn:

Nederlandse naam

Wetensch. naam

Hoogte

Kleur

akkerviooltje bolderik driekleurig viooltje echte kamiUe ganzebloem

Viola arvensis Agrostemma githago Viola tricolor Matricaria recutila Chrysanthemum segetum Trifolium arvense Papaver rhoeas Vaccana pyramidata Centaurea cyanus Silene armeria Anthemis arvensis

10-20 cm 60-100 cm 10-20 cm 20-30 cm 30-60 cm

geelwit purperrose blauwgeel wit geel

10-30 cm 30-60 cm 40-60 cm 50-80 cm 25-50 cm 15-45 cm

gnjs rood rose en wit blauw roserood wit

Nigella arvensis Jasione montana Legousia speculum-veneris Chrysanthemum leucanthemum

10-40 cm 10-30 cm 15-25 cm

blauwwit blauw blauw

30-60 cm

wit

hazepootje klaproos koekruid korenbloem pekbloem valse kamille wilde nigelle of juffeitje in "t groen zamdblauwtje spiegelklokje margriet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen