GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 466

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 466

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

vil nMGAZINE 3S haar, want Christus is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. Maar van wie kan gezegd worden, dat hij zodanig rijk is dat hij helemaal geen bevrijding nodig heeft - niemand toch? Iedereen is in zijn of haar eigen situatie op de één of andere wijze behoeftig en heeft bevrijding nodig. Drie soorten armoede Er zijn drie soorten armoede, die ik als volgt zou willen omschrijven, waarvan de eerste twee kontextueel bepaald zijn en de derde algemeen menselijk is. In de eerste plaats is er een, wat ik zou willen noemen, materieel-sociologische armoede: ekonomische behoeftigheid, politieke uitbuiting, kulturele onderdrukking, sociale achterstelling. Deze armoede komt ook in het Westen voor - denk maar eens aan de situatie van vele vrouwen en bejaarden, van minderheden en gastarbeiders - maar is in haar schrijnendste vormen in de derde wereld te vinden. In de tweede plaats is er een psychokulturele armoede, die overal voorkomt maar vooral vele, vele rijke westerlingen treft, die materieel genoeg en meer dan genoeg hebben, en toch, of waarschijnlijk door deze overvloed geestelijk vermoeid, diep ongelukkig en ontevreden zijn, en door gevoelens van zinloosheid, doeiloosheid en wanhoop worden gekweld. In de derde plaats is er overal op aarde een geestelijke armoede te vinden, die veroorzaakt is door perzoonlijke zonde en schuld tegenover God en de medemens. Overal bevinden mensen zich, zonder Christus, nog in hun zonden. Onthutsend was het, dat sommigen in de kommissie voor het opstellen van het rapport van Sektie I, m.n. de Latijnsamerikanen, alléén de eerste vorm ervan wilden noemen in het rapport ,,Goed nieuws voor de armen". Ik had ook zitting in deze kommissie, en moest hard vechten om andere soorten armoede in het rapport genoemd te krijgen. Dat is me maar ten dele gelukt: de tweede soort werd in het dokument wel opgenomen maar men wilde de derde vorm daarin eenvoudigweg niet noemen. Uit alle drie deze vormen van armoede moeten mensen evenwel worden gered. En op al deze situaties van armoede heeft het evangelie van het koninkrijk een bevrijdend antwoord. De tweede vraag: is er een speciale goed-nieuws boodschap voor de mate-

rieel-sociologische armen? In Melbourne beantwoordde iedereen deze vraag bevestigend. De armen, de kleinen, zijn de oogappel van de Koning, die. Zijn koninkrijk stichtend, heil wil voor allen. Hij maakt zich over de verdrukten speciale zorgen, dus moeten zending en evangelisatie zich ook op een speciale wijze om deze armen bekommeren, door hun poHtieke en ekonomische bevrijding te bevorderen. Hoe moet dit in praktijk gebracht worden? Welke middelen kunnen hierbij worden gebruikt? En hoe moeten we het resultaat van dergelijke bevrijdingen opvatten? Een ander punt is dat sommigen deze speciale boodschap min of meer exclusief willen hanteren, als de enige boodschap voor de armen, terwijl anderen, o.m. CWME-directeur Emilio Castro, er juist op aangedrongen hebben, dat de evangelische boodschap van vergeving en verzoening nooit en te nimmer verzwegen mag worden - ook niet onder de armen en onderdrukten.

Moment van veroordeling De derde vraag aangaande ,,armenrijken", die men verschillend heeft beantwoord is: Betekent dit ,,goed nieuws voor de armen" niet slecht nieuws voorde rijken? Het was vooral de zwarte Zuidafrikaanse theoloog Alan Boesak, maar niet hij alleen, die in Melbourne een bevestigend antwoord hierop verdedigde. Hij zei: ,,De evangelische boodschap van ,,goed nieuws voor de armen", móet wel ,,slecht nieuws" voor de rijken zijn, want in mijn land is hetgeen ,,goed nieuws" voor de blanken is, voor ons zwarten ,,slecht nieuws", en omgekeerd: wat voor ons ,,goed nieuws" is, is voor hen ,,slecht nieuws". Eenieder ziet, denk ik, zowel de flitsen van ontegenzeggelijke waarheid, als de dubbele bedoeling van deze woorden. Toch reageerden velen hier nogal fel op, naar ik meen onterecht, hoewel ik ze daartegenover ook wel gelijk geef dat het eigenlijk godslastering lijkt, om ,,slecht" te noemen, wat God zelf de naam ,,goed" heeft gegeven en ,,boven alle naam" heeft genoemd. En toch is er altijd wel een moment van veroordeling in het evangelie, of, zo men dat niet wil, in elk geval in het verkondigen ervan. We worden immers opgeroepen, om al die aantrekkelijke afgoden bij wie we ons zo gaarne ophouden los te laten; om ons te bekeren, 180 graden om te keren en te gaan

in een richting, die het tegenovergestelde is van die, die we met zoveel graagte aan het volgen waren? Is dat dan niet even ,,slecht" nieuws voor ons? Het ,,goed nieuws voor de armen" vanuit Gods Koninkrijk kan ,,slecht nieuws" zijn voor al degenen, die rijk en machtig zijn geworden op de rug van de armen, en hun positie alleen door uitbuiting of onderdrukking kunnen handhaven. Voor deze rijken betekent ,,het goed nieuws van de bevrijding der armen" natuurlijk even ,,slecht nieuws". Maar dat ,,slecht nieuws" kan omkeren in ,,goed nieuws" voor de rijken, wanneer het hen brengt tot het loslaten van onderdrukking en uitbuiting en dat is ,,goed nieuws", omdat dit,,loslaten" bevrijding betekent. Want uitbuiting van anderen is wel de ergste, fnuikendste vorm van armoede: de armoede van het veroorzaken van armoede, het stichten van onheil - d.w.z. het onteren van God én van de mens, want de twee tafels van de Wet kunnen alleen maar tegelijkertijd stuk geslagen worden. Uit die armoede bevrijd te worden door het ,,goed nieuws voor de armen" is voor de rijke ,,zaligtezijn".

Uitdaging aan kerken en christenen in Nederland Er zijn twee grote imperatieven die van Melbourne naar de kerken - ook de Nederlandse - uitgaan. Ze worden opgeroepen, in de eerste plaats, tot verdere bezinning over de theologische kwesties, die deze konferentie aan de orde heeft gesteld, want het zijn kwesties die centraal in de aandacht van de wereldkerk staan. Maar, in de tweede plaats, worden de kerken en wij christenen, met klem opgeroepen, om in de Nederlandse samenleving allen die arm zijn, in welke zin dan ook - en zoals we reeds hebben gezien, zijn er vele vormen van armoede - te identificeren en vervolgens op te zoeken en bij hen te gaan staan in een houding van onwrikbare sohdariteit. Voor wat betreft ons land zijn dat o.a. buitenlandse arbeiders, grote groepen vrouwen en bejaarden, werklozen en anderen met een minimuminkomen. Uiteraard dienen we solidair met de armen in andere landen te zijn en te blijven. Maar volgens de uitdaging van Melbourne moeten we óók voor de armen in eigen land bijzondere aandacht hebben. Wij worden opgeroepen, onze zending en evangelisatie in Nederland dezelfde focus te geven als die van Melbourne.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 466

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's