VU Magazine 1980 - pagina 346

VlJ MAGAZINE 36 bt] den aanvang van het nagerecht stond de rector van ztjne zttpteets op, om de rt} der dronken met een dronk op den Koning te openen". ad men voordien geen glas beroerd? et moet de bezorgden in den lande weiruq waarschijnlijk hebben geleKen.

Verslaggever Kuyper verstrekt aarover geen bijzonderheden. vlaar vanaf het nagerecht worden zijn Inlichtingen nauwkeuriger.

ijzelf begon met een dronk op de oning. Dat was een protest-dronk egen het vals en lasterlijk vermoeden, .ietsot we ( ... J iets minder hoog de Souvereiniteit van onzen aardsen Koning eerden". Staande hieven de vaderen het glas. Dronk sen. De tweede dronk werd door Hovy

inqesteld

op

De derde

Kuyper.

dronk

was op de heren Directeuren en Curatoren en daarna dronk 4) moest uiteraard ook gedronken worden op " die vele bonderden in den lande, die in tal van steden en dorpen met mmder ijver n den bouw dezer Stichting hadden oetoond dan de heeren Directeuren en

Curatoren

te

Amsterdam".

Gedronken werd op prof. Dilloo (5), .Jiet arme mishandelde Transvaal" (6) en op de Vereniging .Vrlenden der Waarheid" (7). op

Daarna hief Kuyper het glas voor een dronk op Anjum (Fr.)"Niet minder dan veertien lidmaatschappen elk a f 25,- waren in dit vlek genomen, en bovendien door den landbouwer Beintema voor een aandeel van f 1000,- mgetekend. Daarom leve Anjum!" (drank 8). Men krijgt de indruk dat Kuyper in zijn verslag geen dronk onvermeld heeft gelaten en zo kon het gebeuren dat als Kuyper tenslotte het glas heft op een onbekende gever N.N." die toch, zoolang de Universtteit zou bestaan met verge ten mocht worden" de lezer van de Heraut tot een telling kwam van veertien dronken! Dit nu prikkelde de verbeeldingskracht van de achterban in verontrustende mate. voot Kuyper is het aanleiding om zich in De Heraut van 5 december te verweren met een korte studie over de drank in de jaods-christelijke cultuur. Het was nog sobertjes toegegaan vergeleken bij de opening der Leidse universiteit in 1574, weet hij te melden. Daarbij was zelfs

vuurwerk afgestoken!

Bij de opening van de VU was" van al deze luidruchtrqheid geen Spoor te bekennen geweest. Geen flambouw ýeeft gebrand; geen enkele Vuurpljl IS afgestoken; geen enkele clarinet heeft qespeetd". Een maaltijd, dat was alles "Wat is daar nu op aan te merken?" .i Gst Samuel niet zulk een teest. disch. Heeft niet Jezus, onze Heiland, herhaa/deJi;k aan zulken teestdisch ( ... J aangezeten? Waren onze voorouders er niet bi] aile gelegenheden overvloedig in? Is zetts niet de Dordtsche Synode besloten met een feestdisch, waarbi) zelfs speellieden, met gezangen, ten gehoore kwamen? ( ... J Maar zoo houdt men zijn klachten aan' had dan ten minste geen wijn geý dronken! Kon een glas water niet

volstaan?

Uit volle overtuiqinq zeggen we: neen! water kon niet volstaan; de wijn was er ten volle op zijn plaats. God schept wijn ( ... J Van den wijn zegt de Schrift dat hij door God den mensch gegeven is. Jezus zelf vond het niet voldoende, dat te Kana water op de bruiloft zou gedronken worden, en veranderde daarom het water tn wijn. De wijnstok is, weI verre van onder het oordeel te va lIen, beeld van Hem, in wien we als ranken zijn ingeplant. ( .. .) Of in Holland en Engeland, waar God de Heere geen wtjn qroeten liet, wijn noodig is, laten we daar. Zeker is bet, dat in

Duitschlend, Frenkrijk, Spanje, Italiii enz. het qebruik van wiin even gemeenzaam is, als ten onzent van

Oit telegram gat aenleiding tot de veertiende (en aatstel dronk. Een onbekende gever stond garent voor het tekortschietende bedrag.

melk. Doch dit raakt een geografisch verschil en kan dus de conscientie nooit deren. En nu, voor die vierschaar; die der conscientie, nu zeggen we, dat het ascetisch, dat het onnatuur/ijk, dat het niet gereformeerd zou geweest zijn, op den vreugdedag aan te zitten zonder wijn. Misbruik blijft vanzelf buitengesloten; en daar was zweem noch sprake van. Daar zou de teleurgestelde waard van kunnen getuigen! Maar het qebruik verde dig en we. Zelfs bij een kerkinwljding. Hoeveel te meer niet bij de inwijding eener universiteit". En daarna voigt het zinnetje dat later nog menigmaal is aangehaald: "Bij den chocolade-ketel en de water-en-melkkaraf kweekt ge geen aestecnt van ktoeke Calvinisten".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen