GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 231

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 231

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De VU: te groot, te ver, te (on)christelijk, te gevaarlijk en nog meer

Wat vindt de aankomende lichting van de VU?

Op welke gronden kiezen studenten voor de VU, of juist voor een andere universiteit? Welke f aktoren spelen een rol bij deze keuze? Het College van Bestuur wilde dit wel eens weten omdat het sommige ontwikkelingen met enige zorg gadeslaat. Het Instituut voor Toegepast Sociaalwetenschappelijk Onderzoek der VU (ITSWO) stelde een onderzoek in. Het bleek dat vele aankomende studenten een nogal eigenaardig beeld van de VU hebben. De laatste jaren hebben nogal wat verschuivingen plaatsgevonden. In 1979 rekende zich niet meer dan veertig procent van het aantal ingeschreven studenten tot een protestants kerkgenootschap. Voor een groot deel van de aankomende hervormde of gereformeerde studenten is het kennelijk niet (meer) vanzelfsprekend dat zij aan de VU gaan studeren. Tijdens' de diskussies gehouden in het kader van het Eeuwfeest der VU werd deze ontwikkeling naar een meer open universiteit gesignaleerd. Wie vindt dat dit een problematische situatie is, wenst dat binnen de protestants-christelijke gemeenschap meer aandacht wordt besteed aan het bijzondere karakter van de VU. Ervaart men het daarentegen juist als een positief gegeven dan is men geneigd vooral dit open karakter als kenmerk van de VU te benadrukken. Deze verschuiving naar een andere samenstelling van de studentenbevolking wordt ook zichtbaar als we kijken naar de regionale herkomst van de VU-student. Meer dan de helft van de studenten komt op 't ogenblik uit Noord-Holland. Uit de drie noordelijke provincies en uit Zeeland komen opvallend weinig studenten, hoewel je op grond van het aantal protestantschristelijke leerlingen bij het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs daar anders zou verwachten. Meer en meer gaat de VU dus een streekfunktie vervullen. Er is trouwens niet alleen een verschuiving in de samenstelling van de studentenbevolking. Ook de percentages studenten die zich voor de verschillende studierichtingen aanmelden veranderen de laatste jaren. De

vu-Magazine 10 (1981)6 (juni)

door dra. S . A . G . van der Linde alpharichtingen, de bètarichtingen waar geen numerus fixus geldt, en verder psychologie en ekonomie kennen een betrekkelijke toeneming of stabilisering van het aantal studenten. De overige richtingen (de gammarichtingen met uitzondering van ekonomie en psychologie en de bètarichtingen met numerus fixus) hebben daarentegen te maken met een relatieve daling van de studentenaantallen. Nu is het zo dat het aantal formatieplaatsen dat bezet mag worden afhangt van het aantal ingeschreven studenten bij een studierichting. Dit betekent dat, met name wanneer het aantal studenten terugloopt, een overkapaciteit gaat ontstaan. Een situatie die met enige zorg wordt gadegeslagen. Er bestaat momenteel geen vanzelfsprekend verband meer tussen het bezoeken van een protestants-christelijke school voor VWO en het gaan studeren aan de VU. Je kunt dat voor een deel verklaren uit het feit dat protestants-christelijke scholen tegenwoordig bevolkt worden door leerlingen met heel verschillende achter-

gronden . Zelfs wanneer we ons beperken tot de gereformeerde leerlingen, dan nog blijkt er geen sprake van een min of meer automatische keuze voor de VU. Sterker nog, onder hen is zelfs een aantal dat beslist niet aan de VU wil studeren. Volgens sommigen van hen overheerst het christelijke karakter te veel aan de VU. Anderen vinden juist dat aan de VU de christelijke gedachte te veel in de verdrukking komt. Ook hier vinden we dus iets terug van de verschillende opvattingen die bestaan over de manier waarop aan de eigen identiteit van de VU gestalte zou moeten worden gegeven. Voor het grootste deel van de aankomende studenten zijn echter nietgodsdienstige motieven de doorslaggevende faktor om wel of juist niet aan de VU te gaan studeren. Welke motieven dan wel? Uit de steeds toenemende funktie die de VU krijgt voor de streek waarin zij is gevestigd, wordt al duidelijk dat de afstand tussen woonplaats en universiteitsstad een van die motieven is. Het feit dat het bijna onmogelijk is voor een student om in een stad als Amsterdam woonruimte te vinden is een reden waarom vooral in de nabijheid wonende studenten zich inschrijven. Juist omdat deze afstand een zo beheersende rol speelt bij de keuze voor of tegen een universiteit zijn er in het ITSWO-onderzoek twee op dit punt verschillende regio's uitgekozen. Aan de ene kant 'f Gooi, in de nabijheid van de universiteiten van Amsterdam, Utrecht en Leiden en aan de andere kant de regio Zwolle, ver gelegen zowel van de Universiteit in Groningen als van de andere instellingen voor

209

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 231

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's