VU Magazine 1981 - pagina 212

kuituren omgaan met homoseksualiteit. U leert er tevens uit dat al deze vormen van homoseksualiteit met de inwerking van hormonen op de hersenen niet veel te maken hebben. Homoseksualiteit en heteroseksualiteit worden voorgeschreven door de kuituur die daarmee zowel voor voldoende voortplanting zorgt als de nodige uitlaatkleppen biedt." Dr. Verhoeff merkte op dat veel mensen homoseksualiteit (yerWeiö worden op je eigen geslacht) en transseksualiteit (je anders voelen dan je geslacht aangeeft) met elkaar verwarren en betrekken op de begrippen mannelijkheid en vrouwelijkheid. ,,Een lesbienne voelt zich bij voorbeeld niet mannelijk, maar vrouwelijk en ook de mannelijke homofiel voelt zich tevreden met zijn mannelijkheid. Bij transseksuelen zijn we niet in staat iemands seksuele identiteit te wijzigen maar wel de geslachtsorganen (een vrouw krijgt mannelijke organen bij voorbeeld). Een geopereerde transseksueel wil dikwijls de relatie met de oorspronkelijke partner bewaren, zo blijkt regelmatig uit de wetenschappelijke literatuur. Die geslachtsrol blijkt ook hierweerop een andere wijze te worden bepaald dan de geslachtsidentiteit." Ook bij hermafrodieten blijkt het begrip mannelijk/vrouwelijk betrekkelijk te zijn. ,,Er zijn gevallen bekend van hermafrodieten met precies dezelfde chromosomen en precies dezelfde hormoonspiegels, maar de één had een vrouwelijke identiteit ontwikkeld en de ander een mannelijke." Ook transseksualiteit wordt bepaald in de eerste zeventien maanden, zeer waarschijnlijk door een (vaak onbewust) ,,verkeerd" verwachtingspatroon van de ouders. De ouders krijgen een jongetje maargeven het meisjesachtige kleding en haardracht en stimuleren het in de richting van een vrouwelijk gedragspatroon. In de diskussie merkte dr. Gooren nog op dat homoseksualiteit vaak wordt geduld zolang de geboortecijfers niet in gevaar komen, ,,/n Tsjechoslowakije heerste altijd een grote vrijheid op seksueel gebied, ook voor homoseksuelen. De laatste jaren echter is het kindertal dermate gedaald dat er nu geroepen wordt om de duimschroeven aan te draaien, er moeten immers v/eer meer kinderen komen!" Mevr. Boer-Meisel, vrouwenarts aan het VU-ziekenhuis, bekeek de seksualiteit vanuit het vrouw-zijn. Haar toespraak vond u in het vorige VU-magazine.

Frank Boddendijk

Vrouwen en kinderen niet medegereicencl... Vroeger was alles veel beter, zegt men, en in zeker zin was het dat misschien ook wel. Je wist in ieder geval waar je aan toe was. Af en toe een dagje naar de speeltuin met pa en moe was voor kinderen het mooiste dat bestond, een man z'n woord was een man z'n woord en gegeven de heldhaftige vaderlandse leuzen als ,,lk zal handhaven" en ,,lk worstel en kom boven" zou het naoorlogse Nederland zeker herrijzen. Daar kon je indertijd vergif op nemen, ware het niet dat ons volk wegens deze en andere christelijke zekerheden principieel tegen het gok-, wed- en loterijwezen was. En dat soort zekerheden maakten ook een jongen van stavast van je. Lukte dat niet één, twee, drie, dan kon je altijd nog op de padvinderij. In mijn verbeelding waren jongens van stavast overigens bij voorkeur weesjongens die via de touwslagerij naar zee ontsnapten om zich aldaar van scheepsjongen op te werken tot zeeheld waar heden ten dage nog straten naar vernoemd worden. En dat leek mij wel wat, al was ik geen wees en gebruikte onze plaatselijke slager alleen touw om de twee uiteinden van de kwaliteitsrookworst aan elkaar te verbinden. Echter, wat meisjes moesten worden, daar had ik nauwelijks bij stil gestaan. Daar golden vast andere zekerheden voor al was er

wel eens een meisje loos dat opgroeide tot jongen van stavast; ma^r toch...? Ze telden natuurlijk wel mee, maar anders. Want stond er immers niet in de Heilige Schrift dat,,zij, die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen, vrouwen en kinderen niet medegerekend"? Wat zou ik mij dan nog zorgen maken: wél heb ik mij afgevraagd hoe Ivlattheüs op die vijfduizend was gekomen. Als je In een gezelschap van zeg ongeveer tien mensen de bokken van de geiten moet scheiden dan kun je dat doen, één voor één. Bij een gezelschap van zo'n twintigduizend mensen is dat veel te gekompliceerd, dan tel je koppen In tien- of honderdtallen. Om dan tóch uit te komen op 5000 mannen, dan moet je je heel wat moeite getroost hebben bij het tellen. En op dit terrein ben ik een beetje deskundig. In mijn karrière als werkstudent heb ik vele regenachtige dagen langs de weg doorgebracht om voor de gemeente Amsterdam het verkeer te tellen, o.a. bij de pont achter het Centraal Station. Als zon pont arriveerde had je beslist geen tijd om herenfietsen te diskrimineren; grofweg telde je de koppen bij tientallen. Overigens heb ik bij dit punt niet te lang stil gestaan in het verleden, te meer daar de buitenwereld deze bijbelse wijsheid maar al te duidelijk onderstreepte. Als je in een win-

(FST)D

194

vu-Magazine 10 (1981) 5 (mei)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen