GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 386

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 386

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

culier initiatief in West-Duitsland ,,staat als een huis". Dit heeft natuurlijk niet alleen voordelen. Om nieuwe initiatieven gesubsidieerd te krijgen moet een actie- of initiatiefgroep zich eerst van een rechtspersoonlijkheid voorzien en zich aansluiten bij het georganiseerde particulier initiatief yan protestantse, katholieke of andere huize. Zo hebben de ,,Blljfvan-mijn-lljf-hulzen"z\c\\ gevoegd onder de koepelorganisatie van de zogenaamde ,,Frêle Trager" (niet religieus gebonden welzijnsorganisaties) om op die manier officiële erkenning én financiën te krijgen. In Nederland zijn de regels voor subsidieverstrekking in dit opzicht veel losser. Maatschappelijke initiatiefgroepen kunnen rechtstreeks bij de overheid aankloppen. Als men al een vereniging of stichting opricht, behoeft deze zeker niet per se aansluiting te zoeken bij een landelijke, overkoepelende organisatie. Krampachtig Waarom zijn In Duitsland de welzijnszorgverhoudingen zo wettelijk geregeld? Waarom Is de (grond)wet In Duitsland überhaupt zo belangrijk? Op de valreep voor ons vertrek naar Dortmund ging KarZ-EmsfHesser in op dit soort vragen. Hesser is als uitvoerende werker in de Duitse jeugdwelzijnszorg actief geweest, woont al een jaaroftien in Nederland en geeft les op een Amsterdamse sociale academie. Anti Duitsland is naar zijn mening een,, v^erspatete Nation", een land dat pas laat — nog geen honderd jaar geleden — natie geworden is. En men heeft daar nog steeds problemen mee. Duitsers stellen zichzelf niet als Duitser voor, maar als ,,Beier" of als ,, Westphaler". Omdat Bismarck de eenwording van Duitsland met dwang heeft gerealiseerd is er en zware hypotheek komen te liggen op de grondwet. De wet vervult in Duitsland bij uitstek een samenbindende functie. De wet is het richtsnoer voor iedereen. Bij het ontstaan van Duitsland heeft Bismarck het opkomende socialisme de wind uit de zeilen genomen door het opzetten van sociale voorzieningen van overheidswege. De indringende Invloed van de overheid op de welzijnszorg dateertal van die tijd. Het vasthouden aan de grondwet en het strikt naleven van wettelijke regelingen en voorschriften wordt verder in de hand gewerkt door het feit dat de Westduitse identiteit wordt bepaald door twee anti-identiteiten, namelijk het antl-communisme en het anti-nationaal-socialisme. De grondwet mar-

328

keert de vaarroute tussen deze Scylla van het nazisme en Charibdis van het communisme; vaak is het een angstvallig en krampachtig koershouden. Dr. Uwe Slelert en prof. Keil, sociaalpedagogen van de Dortmundse universiteit kleuren het beeld verder in. Men zou het Duitse stelsel ,,staatspaternallstisch" kunnen noemen. De overheid neemt een uitgebreide verantwoordelijkheid voor uitvoering, beleidsvorming en totale coördinatie. Het spreekwoordelijke woud van welzijnsvoorzieningen ziet er over de grens geordend uit. Dat alles vergt nauwlettende controle, ook nauwkeurige afstemming van taken tussen de gezinssfeer, de sfeer van de private instellingen en het overheidsapparaat. Een voorbeeld is hier dat de overheid een bijstandsuitkering steeds geheel of gedeeltelijk zal proberen te verhalen op de directe familie. De taak van de overheid leunt hier als het ware aan tegen die van de familie. Hetzelfde is eigenlijk het geval met het nog veelvuldig toepassen van de zogenaamde doeluitkering: geld voor kleding, voor huur e.d. Zulke uitkeringen leiden als vanzelf tot nauwlettende inspectie door de overheid van het primaire leefmilieu. Het is duidelijk dat ook de Duitse welzijnszorg lijdt onder de economische crisis. In Nederland gaat de stagnatie in de verzorgingsstaat vergezeld van nieuwe sleutelwoorden: privatisering, deregulering e.d. Ze komen erop neer dat de overheid minder regels zou moeten stellen en meer taken aan de familiale of particuliere sfeer ter vervulling over zou moeten laten. In de Bondsrepubliek ziet het er naar uit dat weliswaar kosten zullen worden verschoven naar diezelfde levenskringen, maar dat de regelgeving van de overheid nauwelijks minder zal worden. De staatspaternalistische trek lijkt daarvoor te sterk. Decentralisatie, nog zo'n hedendaags sleutelwoord uit het Nederlandse wel-

zijnsbeleid, kent het Duitse stelsel al van jaren her. ,,Kommunalisierung" heet het daar: gemeenten moeten in toenemende mate de zeggenschap en eindverantwoordelijkheid krijgen over allerlei vormen van sociale dienstverlening en welzijnsbeleid. De sterke rol van de gemeenten dateert eigenlijk al uit de jaren twintig toen de strijd om de macht over het welzijnsbestel avant la lettre, tussen arbeidersbeweging en confessionele verenigingen bij wet werd beslecht door de gemeenten de scheidsrechterrol op te dragen. Tegen deze achtergrond verbaast het niet dat we in een stad ais Dortmund met een grootschalige gemeentelijke welzijnszorg, met name jeugdwelzijnszorg, op dit moment pogingen aantreffen om de voorzieningen — adviesbureaus en uitkeringskantoren — te decentraliseren naar de wijken. Terwijl sommigen in Nederland bang zijn dat de decentralisatie van welzijnsbeleid het bestaan van landelijke particuliere organisaties overbodig zal maken dan wel zal uithollen, treffen we in de Bondsrepubliek de merkwaardige combinatie van sterke gemeentelijke bemoeienis met het welzijn én krachtige invloed van landelijk georganiseerde koepelorganisaties. (Trips over de grens stellen veel vaker dit soort prikkelende verschillen aan de orde, naar de ,,oplossing" waarvan men vermoedelijk maar het best niet overhaast moet willen zoeken.) Daklozen We lieten ons de hoofdlijnen van het welzijnszorgsysteem uitleggen. We bezochten, passend in die hoofdlijn, het ,,Jugendamt" (een soort Wlbauthuls voor de jeugdzorg) en een daklozenproject uitgaande van de particuliere instelling, het ,,Dlakonlsches Werk". Het werd tijd om ons te informeren over tegen- en onderstromen. De socioloog prof Pfaff zette er op een uitdagende en tegelijk speelse manier meteen maar flink het mes in. ,,Het grote probleem van de verzorgingsstaat zit 'm niet in het woord verzorging (hoeveel, wanneer en aan wie?) maar In het woordje staat!" ,,U bent sociale wetenschappers, als u mag kiezen tussen verzorging op basis van het onderlinge verzekeringsprincipe (,,genossenschaftiiche Selbstverwaltung") of op basis van bemoeienis van de staat, wat kiest u dan?" ,,Mijne dames en heren, als de staat de betere drager is van onze onderlinge solidariteit, waarom verdeelt diezelfde staat het maatschappelijke produkt dan so komisch?" De keuze van de hooggeleerde was

vu-Magazine 12 (1983) 9 oktober 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 386

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's