GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 521

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 521

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mondigen en horigen in liet informatietijdperlc De informatiemaatschappij, op de drempel waarvan met name de Westerse samenleving zou staan, volgens de recente regeringsnota "Telecommunicatie in Nederland"vjas in oktober onderwerp van discussie in een reeks Studium Génerale-lezingen aan de VU, die afgesloten werd met een forumdiscussie. Met name werden de ontwikkelingen bekeken vanuit de vraagstelling of de ontwikkelingen van de techniek zullen leiden naar meer horigheid van de burger of naar een grotere mondigheid. Dat de ontwikkeling van de drukpers aan heteind van de middeleeuwen het laatste effect heeft opgeleverd, wordt door niemand betwist. Dat de ontwikkeling van radio en televisie een réveil betekende van een middeleeuws informatiepatroon (Bordewijk) is voor velen nog een opmerkelijke visie. Maar hoe staat het straks met de nieuwe (elektronische) media? Waar gaat het naar toe? Het somberst was prof. dr. C. J. Hamelink van wie kort geleden een boekje uitkwam over "Informatie en maclit". Alle media-euforie komt bedrogen uit: de burgers blijven horigen. Begrippen als informatierevolutie en nieuwe media hebben zijns inziens vooral een propagandistische waarde. Ze zijn misleidend en dragen ertoe bij dat het aanpassingsproces aan de technische innovatie geruisloos verloopt. De ongelijkheid in de maatschappij en centralisatie worden bevorderd door de uitbreiding van informatietechnieken, zo verwachtte hij. Steeds meer informatie-macht komt terecht bij steeds minder mensen. Maar hij had ook een goede hoop. Hij vroeg zich af of de spanning tussen belofte en werkelijkheid uiteindelijk door de mensen gepikt zal worden. En dan resten twee mogelijkheden: ofwel de samenleving met elkaar anders inrichten ofwel repressie. De21-eeuwse Luddiet (werklieden, die in het begin van de vorige eeuw machines vernielden) behoeft niets meer stuk te slaan en zelfs niet de straat op te gaan, verwachtte prof. Hamelink. Hij heeft slechts een microcomputer van Vroom en Dreesmann nodig en een kwartje voor de telefoon om het centrale zenuwstelsel van de juist door de techniek zeer kwetsbaar geworden samenleving ernstig te ontwrichten. Wijzer? 'Vanaf vandaag wordt iedereen spelenderwijs wijzer', luidde de kop boven een artikeltje van koopman/professor Dreesmann zelf in een huis-aan-huisfolder over home-computers dat enke-

vu-Magazine 13(1984) 11 december 1984

le dagen na Hamelinks onheilsprofetie verspreid werd in de woningen rond het VU-complex. Dat staat nog te bezien, was de strekking van menig betoog in het Studium Generale, ook al deelde iedereen bepaald niet de sombere verwachtingen van prof. Hamelink. Met name de mogelijkheden van de zgn. consultatieve media, mogelijk geworden door het huwelijk tussen telecommunicatie en computertechniek hadden maar een zwakke plaats in Hamelinks toekomstbeeld, maar denkbaar is zeer wel dat deze de dominante positie van de allocutieve media (de omroep) geleidelijkaan zullen terugdringen. Nu nog moet men om een eigen programma te kunnen samenstellen naar de videotheek om de hoek, maar denkbaar is zeer wel dat men, ook voor amusementsfilms daarvoor in de toekomst de deur niet meer uithoeft. De gewenste film wordt via telecommunicatie thuisbezorgd. En het beeld van toenemende concentratie van producenten (vrijwel de gehele wereld wordt hoofdzakelijk bevoorraad door wat de studio's van enkele Amerikaanse ondernemingen voor hun thuismarkt produceren) wordt anders wanneer er telecommunicatienetwerken ontstaan die een meer directe relatie mogelijk maken tussen een individuele filmmaker en een individuele afnemer. Voorwaarde voor een dergelijke ontwikkeling is uiteraard wel dat de infra-structuren niet bepaald en beheerst gaan worden door de belangen van enkele grote multinationals, maar door het algemeen belang, vertegenwoordigd doordeoverheid.

Overheid Speelt de Nederlandse overheid adequaat in op de technische ontwikkelingen? Een kritisch geluid daarover liet de Deen prof. dr. J. Arnbak horen. Hij doceert telecommunicatie aan de TH in Eindhoven. Samen met zijn Delftse collega prof. dr. J. L. Bordewijk bracht hij in januari het rapport 'Basis voor een Tele-Informatiebeleid' (het BITrapport) uit aan de ministervan Onderwijs en Wetenschappen. De daarin vervatte denkbeelden zijn nog slechts zwak verwerkt in het media-beleid van het kabinet-Lubbers. In zijn lezing op de VU herhaalde prof. Arnbak de waarschuwing aan de wetgever niet zozeer te letten op de technische hulpmiddelen die gebruikt worden, maar op het informatieverkeerspatroon dat wordt gevolgd. Er is een duidelijke ontwikkeling naar muiti-functionele apparatuur. Een wetgever die vooral let op het gebruikte technische hulpmiddel, raakt voortdurend achter adem. Een meer houdbare regelgeving is te realiseren wanneer uitgegaan wordt van de vier informatieverkeerspatronen, die het BIT-rapport onderscheidt allocutie (omroep), consultatie, conversatie en registratie. Vanuit geheel andere (juridische) hoek stelde oud-VU-hoogleraar mr. P. J. Boukema hetzelfde. Indertijd promoveerde hij aan de VU op een vergelijkende studie over de omroepvrijheid in de Duitse bondsrepubliek en Nederland. Nadien was hij voorzitter van de Omroepraad en thans krijgt hij als lid van de Raad van State nogal eens te maken met beroepszaken over de uitvoering van de Omroepwet.

429

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 521

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's