GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 515

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 515

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afstemming op de beroepspraktijk, noemen we dat. Elektro-technisch vertaald zou je kunnen zeggen dat we het onderwijssysteem in resonantie willen brengen met de trillingen van de maatschappelijke frekwentie. Want dat er sprake is van een grote spreiding in diefrekwentie blijkt uit de cijfers. Eind 1980 stonden er bijna 6.000 werkloze academici geregistreerd en op dit moment zijn het er al 17.000 geworden, waarvan ruim 2.500 in de bêta-vakken. Hoewel de percentages relatief nog laag zijn vergeleken met de totale werkloosheid, spreekt men toch al vaneen ,,verloren generatie". Een prognose uit 1982 heeft het over 70.000 werkloze academici in 1986. Een recept rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau, waarin de verschenen studies worden vergeleken, is allerminst rooskleurig over de situatie en ook niet over de prognoses voor de toekomst. Voor de bêta-fakulteiten liggen de zaken geheel verschillend: er zijn ruim 1.200 werkloze biologen, meer dan 500 werkloze chemici en 200 wiskundigen, terwijl er daarnaast een schreeuwend tekort is aan informatici. Over het algemeen is het uitzicht slecht en sommigen spreken al van de mogelijkheid: „de ingenieur c.q. doctorandus moet weer op de tram". Ik vlei me niet met de hoop dat ik voor deze kolossale problematiek een echte oplossing kan geven. Wel geloof ik dat wij op de universiteit ons serieus moeten afvragen hoe we de opleiding zodanig kunnen aanpassen dat de kleine kansen die de jonge academici op de arbeidsmarkt hebben, worden vergroot, ik weet, er gebeurt al het nodige, zoals b.v. kursussen in solliciteren en zo, maar we zullen ook moeten nadenken over de aanpassing van ons onderwijs. Zo ben ik bezig te laten uitzoeken hoe de tewerkstelling van bêta-academici de laatste jaren is veranderd. De eerste trends wijzen erop dat er een verschuiving plaatsvindt naar beroepen buiten onderzoek en onderwijs. Steeds meer jonge natuurwetenschappers en wiskundigen vinden hun weg naar beleid- en bestuursbanen, vooral bij de overheid en bij het bedrijfsleven. Dat kan ook niet anders nu er zowel bij het onderwijs als onderzoeksinstellingen als TNO sprake is van afbouw van het personeelsbestand. Willen wij het produkt van deze Faktulteit, jonge academici, een kans geven zich enigszins te meten met de ingenieurs en HBO-technici voor de vacatures bij de overheid en bedrijfsleven, dan moeten wij het produktie-apparaat aan de marktvraagde aanpassen. Ik geef toe dat een cursus Beleid eh Bestuur slechts een beperkte aanzet is, maar wellicht ben ik één van de eerste schapen over de dam."

Vrije Universiteit Aan het slot van zijn rede wijdde prof. Tuininga enkele woorden aan de Vrije Universiteit. "Hoewel ik hier pas kort ben, is me toch een aantal dingen opgevallen. Ondanks de verfrissende omgeving met zoveel jonge mensen, wordt de werksfeer m.i. te veel gedomineerd door diskussies over bezuinigingen en studieverkorting. Het Chinese woord voor krisis bestaat uit twee karakters: één voor dreiging en één voor uitdaging. Men moet die sterk veranderende maatschappelijke kontekst dus ook als uitdaging zien. En zonder nu alleen te vervallen in allerlei oproepen voor versterkt management zoals TNO-bestuurder Rörsch recentelijk deed, zou men toch iets meer strategisch moeten lerendenken. Er zijn al hoopvolle ontwikkelingen aan deze universiteit te melden. Ik noem de VUSA-kursussen, die 3(1984) 11 december 1984

docenten van de VU overal in den lande geven (binnenkort zal ik daar ook in optreden). Verder heeft men een poging gedaan in te spelen op de nieuwe mogelijkheden van de nieuwe media door de overheid te verzoeken afstandsonderwijs te mogen geven via kabel-tv. Maar er kan meer gebeuren en aangezien ik als ex-marketingman graag strategisch probeer te denken, doe ik hier nog enkele uitdagende suggesties: • Men kan blijven afwachten wat de minister nu precies gaat doen met de steeds verder uitgeholde tweede fase voor de nieuwe opleidingen. Waarom neemt deze universiteit niet zelf het initiatief om enkele postacademiale opleidingen te creëren, multidisciplinair en in samenwerking met externe partijen? • Heeft deze universiteit eigenlijk al plannen om in te spelen op de ideeën van de minister voor de z.g. "centers of excellence", waar hoogwaardig onderzoek wordt uitgevoerd? Dit idee is in Europees verband ooit gelanceerd door de Belgische Nobelprijswinnaar Prigogine en vond recent steun bij de president-directeur van Philips en de RU U-voorzitter Ginjaar. Om een mogelijk thema voor de VU te noemen: kennisoverdracht naar de Derde Wereld. • De VU is in het gelukkige bezit van een suksesvol Instituut voor Milieukunde. Op onderzoeksgebied kan het konkurreren met TNO en het geeft prima interdisciplinair onderwijs. Waarom wordt niet overwogen deze suksesvolle aanpak ook toe te passen op andere gebieden waar de VU goed in is: ontwikkelingssamenwerking en polemologie? • Ten slotte: ik geloof dat deze universiteit meer aandacht moet besteden aan de diverse wetenschapswinkels. Dit in de wereld unieke systeem, waarbij kansarme groepen wetenschappelijk onderzoek kunnen laten uitvoeren, geeft ook grote mogelijkheden voor studenten en medewerkers om zich beter bewust te zijn hoe de besluitvormingsspiraal werkt. Wellicht is door mijn gebrek aan universitaire ervaring bij mij de verbeelding aan de macht, maar ik geloof dat een "nieuw universitair élan" (om de term van de industriecommissie-Wagner te gebruiken) nodig is! Het lijkt wel alsof alle moderne theorieën van kennisoverdracht en kommunikatieprocessen met name aan de Bèta-faculteiten voorbij gaan. Dat is teleurstellend, omdat juist in de Bêta-vakken men naast hoorkolleges veel ervaring heeft opgedaan met praktika voor het aanleren van vaardigheden. Maar juist nu het gehele wetenschappelijk onderwijs geherstruktureerd wordt, lijkt het me nuttig dat we ons ook bezinnen op nieuwe onderwijsvormen. Met de technologische mogelijkheden van de informatika moet het mogelijk zijn om te komen tot een kombinatie van "middeleeuwse hoorkolleges en futuristische kennisoverdracht" (zoals een Amerikaanse fakultaire voorzitter het noemde, Dunn 1983). Ik denk hierbij niet aan het systeem van de Open Universiteit (die ik overigens van harte toejuich), maar veeleer aan onderwijsvernieuwing binnen onze eigen disciplines. Zelf hoop ik in ieder geval mijn eigen kolleges zoveel mogelijk te enten op de theorieën van "probleem gestuurd onderwijs", zoals dat ondermeer op de Maastrichtse Universiteit al gebeurt. Zelf heb ik in het verleden op een Amerikaans georiënteerde managementkursus aan den lijve kunnen meemaken hoe produktief bij voorbeeld deze probleemgerichte aanpak is. Over de didaktisch-peda423

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 515

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's