GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 193

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 193

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

drie vrouwen werd daar iets over gevraagd, en in deze gevallen bleek de verwekker van het kind een minder vaste relatie uit het eigen milieu te zijn. Cornelia Muim was zwanger "van een smitsknecht, wiens voornaam Pieter was, doch wiens toenaam iiaar onbel<end was, maar die woonde op de Elandsgraclnt." Aan de verklaring van Neeltje Jansen dat ze zwanger was van haar baas en daarom door haar bazin was weggestuurd, werd geen enkele aandacht besteed, terwijl ze dit toch aanvoerde als verklaring voor het gebeurde. Alleen in de zaak van Mietje, die een vaste vriend bleek te hebben, werd deze opgeroepen als getuige: niet als medeverantwoordelijke, maar om Mietjes woorden na te trekken. Omdat ik van de overige vaders niets afweet, wil ik geen oordeel geven over de stelling dat de heer of zoon des huizes vaak de verwekker was. De 13 vrouwen die voor de rechtbank kwamen maakten maar een klein deel uit van alle ongehuwde moeders. Heel veel onwettige kinderen zijn wél gewoon in de burgerlijke stand ingeschreven, en dat roept toch wel de vraag op naar meer persoonlijke omstandigheden, naar een motief, om in juridische termen te blijven. Schandebesef Overigens is dit een vraag, die in het door de Fransen ingevoerde strafwetboek niet voorkwam. Officieel werd alleen naar de feiten gekeken, en speelden verzachtende omstandigheden geen rol. Men veronderstelde dat met voorbedachten rade was gehandeld en op kindermoord stond nu eenmaal de doodstraf, zoals op elke moord. Over het algemeen werd dit oordeel echter veel te hard bevonden. Al vanaf 1700 kwamen uit verschillende hoeken pleidooien voor een mildere straf of zelfs straffeloosheid, gezien de omstandigheden waarin die vrouwen verkeerden. In hoeverre dit invloed heeft gehad op de feitelijke rechtspraak is moeilijk te zeggen. In de verhoren werd wel aandacht besteed aan motivatie, hoe beperkt ook. In ieder geval is het een feit dat de meesten werden vrijgesproken, hoewel uit de stukken vaak niet bleek waarop dit oordeel gebaseerd was. Meestal was het moeilijk te bewijzen dat het kind geleefd had, en dat was noodzakelijk om iemand te kunnen beschuldigen van kindermoord. Vier vrouwen voerden aan, dat hun kind dood geboren was. De enige twee 'schuldigen' kregen later waarschijnlijkgratie. Wat die motivatie betreft, werd in de 19e eeuwse literatuur vooral de vrees

VU-Magazine14(1985)4april1985

voor schande genoemd. Ook in de processtukken kwam dit aspect het duidelijkst naar voren. Overigens was moeilijk te onderscheiden of er sprake was van schaamte over de daad, of dat de daad gepleegd was uit schaamte voor een onwettig kind. Schande en schaamtezijn nauwverbonden metde zedelijke normen van een maatschappij. Met name dienstbodes hadden te maken meteen schandebesef van een hoger milieu, wat vaak resulteerde in ontslag. Schande is volgens mij niet los te zien van angst voor materiële nood: de mogelijkheid om mét een klein kind een nieuwe betrekking te vinden waren gering. De alternatieven voorzo'n kind waren ook niet erg aantrekkelijk. Als de moeder wél werk vond, betekende dat voor het kind vaak verwaarlozing. Dikke benen Een ander belangrijk punt is de psychische gesteldheid van de vrouw. Was er sowieso wel sprake van een 'motief', of ging het meestal om een paniekreactie? Vijf vrouwen getuigden dat ze niet geweten hadden dat ze zwanger waren. Jolianna Spoor had bij voorbeeld iedereen verteld, dat ze dikke benen had omdat ze in het water had gelegen. Van hen stond in ieder geval Mietje duidelijk te liegen: ze had al eerder een kind gebaard en dan weet je toch wel wat er aan de hand is.

Ondanks hetfeit datvrouwen in die tijd geacht werden niets van dergelijke zaken af te weten, heb ik hiertoch mijn twijfels. Verscheidene van hen waren over een zwangerschap ondervraagd en hadden waarschuwingen gehad uit hun omgeving: dan ga je toch minstens twijfelen. Ik denk dat we hier eerder moeten spreken van verdringing van een onaangenaam gegeven. Ook de bevalling zelf bleek een vreemd wonder te zijn. Enkelen verklaarden 'iets' kwijtgeraakt te zijn. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat je niet weet wat. Wel is het zo dat de bevalling vaak onverwachts kwam: het aantal maanden was moeilijk te bepalen en soms kwam het kind te vroeg. Psychische spanningen rond een bevalling die geheim moest blijven speelden natuurlijkookeen rol. Overigens is niet duidelijk in hoeverre ditsoortzaken als verdediging werden aangevoerd. Verklaringen voor de rechtbank zullen vaak gekleurd zijn in het eigen voordeel, net als bij de verklaringen over het al dan niet doodgeboren zijn van het kind. Wat deze vrouwen werkelijk wisten en wilden zal onduidelijk blijven. Ik ben van mening, dat motivatie, soonlijkheid en psychische steldheid echter niet voldoende om te verklaren, waarom het nu deze dertien vrouwen waren.

pergezijn juist Mijn

1 55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 193

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's