GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 250

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 250

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 'individualisten' lopen eerder het risico om tot de groep van chronische spijbelaars, de zogenaamde dropouts' te gaan behoren. Naar deze groep (zo'n 15 tot 20 procent van het totale aantal spijbelaars) — en naar hen die dreigen daartoe te gaan behoren— ging vooral de aandacht uit tijdens het PPI-symposium dat op 26 april jl. in het Amsterdamse Paradiso werd gehouden. Instrumenteel Niet ten onrechte, meent ook drs. Yvonne Bernard: "In deze aanzienlijke groep chronische spijbelaars wordt duidelijk dat er iets goed fout zit." De vraag wat dat 'iets' precies is, blijkt minder makkelijk te beantwoorden. Een hele reeks van onderling samenhangende oorzaken, die bovendien niet louter en alleen zijn terug te voeren op het veel gekritiseerde onderwijssysteem, blijkt in de ogen van Yvonne Bernard verantwoordelijk. "De structuur van het onderwijs speelt wel een grote rol. Op 'mammoetscholen' waar de vrije pakketkeuze het klasverband grotendeels heeft verdrongen wordt veel meer gespijbeld dan in kleine categorale scholen. Maar meer in het algemeen kun je aan de hand van de cijfers constateren dat bij veel leerlingen de 'schoolmotivatie' ontbreekt. En dat is eigenlijk heel opvallend. Want uit mijn onderzoek blijkt ook hoe 'instrumenteel' leerlingen hun schoolopleiding bezien. Ruim zeven van de tien scholieren vindt de school belangrijk voor hun toekomst; bijnade helft zit er vooral om hetdiploma te halen en maar dertien procent zegt op school te zitten 'omdat het moet van thuis'. Veruit de meeste scholieren zien de school dus in principe als een middel om in de toekomst wat te bereiken. En dan tóch die hoge spijbelcijfers. Blijkbaar zit er dan iets mis in de manier waarop de school die toekomstgerichte functie vervult en op de negatieve perspectieven die de samenleving biedt, en dan met name op het gebied van werkgelegenheid voor de jeugd. Het is echt heel onrustbarend." Vandalisme Het klinkt heel geloofwaardig. Maar dit komt allemaal niet uit de lucht vallen. Zijn er niet veel meer factoren die de hoge uitval kunnen verklaren? Yvonne Bernard: "Voor een goed overzicht moet je eigenlijk terug naar het begin. De hele problematiek die nu boven tafel komt is halverwege de jaren zeventig in eerste instantie aangekaart door de hulpverlening. Want daar komen die drop-outs uiteindelijk

204

terecht. Toen al bleek dat de moeilijkheden veelal waren terug te voeren tot motivatieproblemen en problemen met school. Dat waren jongeren die in feite al uit het schoolsysteem gestapt waren. Omdatwij bij eerdere onderzoekingen op die problematiek stuitten en ik van hüisuit onderwijssociologe ben, dacht ik: we moeten de relatie leerlingen, leerkrachten, onderwijsinhoud en schoolstructuur eens aan een nader onderzoek onderwerpen. En dan vooral bekeken vanuit het gezichtspunt van de leerling. Dat is het uitgangspunt geweest van waaruit ik mijn onderzoek startte. Hetwasdetijd waarin alle beleidsmatige aandacht nog gericht was op verandering van onderwijssystemen en -inhouden. Belangstelling voor de 'consumenten' van dat onderwijs was er nauwelijks. Evenmin was er aandacht voor de grote rol die de verschillende jeugdculturen spelen en waarvan een accentverschuiving, van de schoolse activiteiten naar die van de vrije tijd, mede hetgevolg is geweest. Uit een eerste, 'aftastend' onderzoek onder leerlingen van 17 Amsterdamse scholen bleek, dat er een duidelijke relatie is tussen, wat ik noem, de 'schoolstructuur' en de veranderende .y jeugdcultuur. Er is verband tussen óe^a. wijze waarop de school omspringt met " veranderend gedrag van jongeren en s de 'schoolloopbaan' van degemiddelde leerling op die school. Er kwam 'ander' gedrag de school binnen, steeds meervandalismeen conflicten; er gebeurde van alles waardoor tal van docenten niet meer wisten wat ze met die leerlingen aan moesten. Er ontstond kortom een cultuurkloof die almaar dieper werd. De vanzelfsprekendheden van waaruit het schoolsysteem werkt — kennis vergaren is nuttig, je hoort je als individu te onderwerpen aan het schoolsysteem, je huiswerk te maken, op tijd te komen, enzovoort — werd niet langer klakkeloos door de leerlingen geaccepteerd. Scholieren gingen zich vaker roeren, wilden veelvuldig het nut en het waarom van die vanzelfsprekendheden uitgelegd krijgen. Dat leverde in toenemende mate wrijvingen op en blokkeerde bij voorbeeld de lessen", aldus Yvonne Bernard.

Tweedeling In de jaren zestig zijn de heersende opvattingen over het onderwijs nogal ingrijpend gewijzigd. Zo werd de prestatiemoraal in het kader van de algehele democratisering min of meer officieel afgeschaft. Schooltypen die al te klaarblijkelijk op de latere beroepssi-

Niet alleen in Amsterdam wordt stevig gespijbeld. mer volgen spijbelaars en drop-outs in N ijmegen de „ ;ursussen " van het experimentele spijbelschooltje ,,Eigenwijs"

tuatie gericht waren, en dus op 'het instandhouden van de klassenmaatschappij', dienden te verdwijnen, althans meer plaats in te ruimen voor algemeen vormend onderwijselementen. De middenschool moest uitgeprobeerd en er kwam alleszins ruimte voor 'de eigen belevingswereld van hetkind'. Die erfenis speelt voor een deel nog door in het gegeven dat een groot deel van het onderwijzend personeel juist in die periode is geschoold. En daar komt bij dat de invloed van de jaren zestig zich ook heeft doen gelden op veel ouders van de thans leerplichtige kinderen. De vraag komt al met al op, in hoeverre we hier ook nog eens te kampen hebben met de vruchten van de 'antiautoritaire opvoeding' en meer van dergelijke, inmiddels achterhaalde ideologieën uiteen nabij verleden? "Die erfenis is voor een deel van invloed. Inderdaad. Maar ik denk dat we wat dat betreft langzamerhand door 't dieptepunt heen zijn. Je ziet die prestatiemoraal juist weer terugkomen. En dat heeft alles te maken met de huidige sociaal-economische situatie. Iets

vu-Magazine 14(1984) 6 junM 985

presteren, je best doen is allang niet vies meer. Dat vind je ook terug in de houding van al die scholieren die, blijkens mijn onderzoek, de school eerder zien als middel om aan hun toekomst te werken dan om hun algemene vorming op peil te brengen. Ik denk dat het probleem juist ligt in 't feit dat de school daar misschien wel te weinig op inspeelt, te weinig stof biedt waar de leerlingen, naar hun eigen gevoel dan, later iets aan hebben. Los daarvan zien veel scholieren het nut van hun schoolopleiding niet meer in, als gevolg van de erbarmelijke situatie waarin veel schoolverlaters na hun diploma terechtkomen. Wat heeft 't allemaal voor zin?, is hun begrijpelijke vraag. En daarbij komt dan ook nog, dat een grote groep ouders, met name die uit de laagste inkomenscategorieën, soms werkloos of anderszins uitkeringsgerechtigd, al evenzeer twijfelt aan het nut van algemeen vormend onderwijs. Vergis je niet. Het traditionele idee dat de school 'zonde van de tijd is', en dat je beter 'een vak kunt leren', leeft daar nog volop. En in dat milieu kom je dan ook de ouders te-

vu-Magazine 14(1984) 6 juni 1985

gen, die spijbelen nietzo erg vinden en zo hun kinderen ruggesteunen in dat gedrag. Als ik kijk naar de gevolgen van een en ander dan ben ik niet bepaald optimistisch. De kloof tussen, zeg maar, de 'haves'en de '/7ai/e-nofs'neemt alleen maar toe, waarbij de scheidslijnen tussen de werkenden en de baanlozen meestal ook nog parallel lopen. Het risico van een rigoureuze tweedeling van de samenleving acht ik daarom reëel aanwezig. Een benauwend proces. Vooral ook omdat deze kloof in het onderwijs nog eens bevestigd en verbreed wordt. Wantjezietdatkinderenuitde'betere' gezinnen — waar de ouders een hogere opleiding hebben, een baan en een beter inkomen en waar een zekere 'leercultuur' heerst — uiteindelijk toch op de betere scholen terechtkomen, ondanks spijbelgedrag de eindstreep halen en waarschijnlijk ook nog wel aan deslag komen. Andere scholen worden dan vergaarbakken van ongemotiveerde, thuis niet gestimuleerde leerlingen die, als ze de school al afmaken, langs de kant moeten blijven staan. Dat is een pro-

ces dat zichzelf waar maakt en de al bestaande tweedeling uiteindelijk zal versterken! Een gigantisch probleem waar je niet of nauwelijks greep op kuntkrijgen." Knikkebollen Terug naar het spijbelen. Waarom is 't nu juist Amsterdam als grote stad, dat zozeer de aandacht van de onderzoekers en de hulpverleners trekt. Wordt erin de provincie niet gespijbeld? "Natuurlijk wel. Maar in Amsterdam komt een extra factor om de hoek kijken: die waanzinnige aantrekkingskrachtvan de vrijetijdssituatie. Spijbelen wordt meestal gezien als een weerstand tegen de schoolstructuur: het zich afzetten tegen regels staat vrij centraal in de ogen van veel deskundigen; het gebrek aan perspectief, de 'diploma-inflatie', komt daardan bij. Mijn stelling is dat die schoolregels weer 't meest problematisch zijn voor leerlingen uit de lagere inkomensgroepen. De scholieren uit de 'betere kringen' weten daar over 't algemeen gemakkelijker een uitweg voor te vinden; zij hebben ook minder snel de

205

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 250

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's