GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 223

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 223

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

schijn en de lucratieve handel in aflaten. De Jansenistisch georiënteerde katholieken ageerden al even; zeer tegen een dergelijke, lakse moraal die zij be• speurden in de gebruikelijke katholieke zielszorg: een al te gemakkelijk te verkrijgen 'absolutie' en een te kwistig gestrooi met dispensatie inzake vasten- en onthoudingsregels. Deze 'puriteiten' baseerden zich daarbij op het werk van Cornelus Jansen(ius) die, eerst als hoogleraar in , Leuven, later als bisschop van leperen, zich liet inspireren door kerkvader Augustinus. Waar het op aankwam was de 'goddelijke genade' die in zijn ogen, evenals in die der calvinisten (!), het allerbelangrijkste was en waarbij de menselijke vrije wil of het effect van door de kerk in ruime mate aangeboden 'genademiddelen' volstrekt in het niet vielen. Vergeving van zonden was slechts mogelijk na diep en serieus berouw. En dat stond lijnrecht tegenover de houding van de Jezuïeten die een beetje berouw al snel voldoende vonden en juist uiterst scheutig waren met de kerkelijke sacramenten; met stroop vangt men meer vliegendanmetazijn... Dat deze katholieke, maar radikale theologische opvattingen van Jansen en zijn navolgers in heftige aanvaring kwamen met het centrale gezag te Rome, hoeft niet te verbazen: men voorzag, niet geheel ten onrechte, het eigen belang in gevaar komen wanneer . deze ketterij grote navolging zou vinden en daardoor ; de kerk met haar monopolie in genademiddelen ter• zijde geschoven zou worden. Want daar zou 't wel op '. uitdraaien. Niettemin verwierf het Jansenisme een ' fikse aanhang, vooral ook in Nederland, waar deze ; leer prachtig aansloot op de gedachtenwereld van de _• 'oude', seculiere clerus, die toch al niet zo gechari meerdwasvan het Romeinse centralisme. ' Dat kostte met name Petrus Codde de kop, één van de • latere opvolgers van Sasbout Vosmeer en Rovenius. .' Hij werd door de hier te lande opererende Jezuïeten i in Rome verdacht gemaakt, beschuldigd van Janse; nistische sympathieën en zag, door schorsing uit zijn ; ambt, zijn carrière als geestelijke in 1704 van hoger« hand beëindigd. Over de vraag of de beschuldigin• gen aan het adres van Codde nu juist waren of niet, '• tasten ook oud-katholieke geschiedschrijvers in het '.„ duister. Duidelijk is echter dat, ook voor wie de leer i van Jansen inhoudelijk te hooggegrepen was, de J levenshouding die het Jansenisme propageerde zeer : in zwang was onder de katholieken in ons land: : vroomheid, puritanisme en een strenge moraal waren ; daarvan de ingrediënten die naadloos aansloten op l de traditionele grondigheid en het dito moralisme • welke ons volk volgens deskundigen zou kenmerken. : De 'dogmatiek' van het Jansenisme kon kennelijk : gescheiden worden van de bijbehorende moraal. Dit : heeft 't mogelijk gemaakt dat juist die moraal de : Nederlandse katholieken, in vergelijking tot hun ge: loofsgenoten elders, in zekere zin is blijven typeren, ; ondanks het feit dat bij het schisma van 1723 maar ; eenzesde deel van de seculiere geestelijkheid in • ons land zich aansloot bij de, door de roomse kerk '• voor 'Jansenisten' gescholden, 'oude clerezie'. : Roomse en oud-katholieken bleven als stroming : naast elkaar bestaan. De anomositeit bleef. Zeker : daar, waar de (schuil)kerken van beide richtingen in ; eikaars buurt waren gesitueerd. Dat was bij voor; beeld het geval in Amsterdam, op de Brouwersgracht • waar de beide kerken recht tegenover elkaar ston-

j den. '• In 'De Posthoorn' werd de dienst van de roomsen ; geleid door de Vlaamse confrater Fulgentius Step'. hens die als een geheide Jansenistenvreter bekend 14(1985)5mei1985

stond. "Als de goegemeente bij wijze van spreken de kerkdeuren openzette, (konden) de pastoors van de RK kerk en van de Jansenisten elkaar van de kansel af in de theologische haren vliegen", zo meldt daarover Wim Tepe in zijn vermakelijke boek 'XXIV Paepsche Vergaderplaetsen'. Nederland was en bleef missiegebied hoe frusterend dat ook mocht zijn voor het eergevoel van de resterende katholieken in ons land. Het betekende namelijk dat men hier te lande rechtstreeks onder het dictaat van Rome viel,'zonder ook maar enige aanspraak op lokale autonomie of enig ander zelfbeschikkingsrecht. De paus delegeerde het bestuur over de 'Hollandse Zending' aan het Vaticaanse missiedepartment, de Propaganda Fide. En die situatie bleef tot het moment dat in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie werd hersteld en Nederland weer een 'normale', volwaardige kerkprovincie van dat ene grote roomse rijk ging vormen. Hoe in die tussenliggende periode de Nederlandse katholieken tegen de paus en het gezag van Rome aankeken, is niet geheel duidelijk. Men neemt, op grond van teksten in gebedenboeken en liedbundels en van de talrijke alhier vervaardigde pausportretten, maar aan dat men de Heilige Vader redelijk welgezind was. Een zekere eigenzinnigheid bleef, in die zin dat men eigen weggetjes bleef gaan en zich bij voorbeeld in de liturgie niet steeds stoorde aan de strikte Romeinse normen. In de vele schuilkerken en kerkjes, soms niet groter dan een huiskamer, slopen eigenaardigheden binnen die merkwaardig lang stand hielden, aldus dr. A. H. M. van Schalk in de catalogus bij de expositie van het Catharijneconvent. Zo werden er aan het begin van deze eeuw nog wel herinneringen opgehaald aan een pastoor, die zich niet alleen op Goede Vrijdag, maar ook met Kerstmis languit in het priesterkoor ter aarde wierp, "omdat hij dat zo stichtelijk vond". Enige genoegdoening voor de zozeer gekwetste katholieken in ons land kwam in de vorm van een heuse Nederlander als paus, die onder de naam Adrianus VI de Heilige Stoel beklom. Spijtig was echter wel dat men deze geboren Utrechtenaar binnen het Vaticaan hardnekkig is blijven aanduiden als 'de Duitse paus', en dat, mede als gevolg van zijn korte regeerperiode, zijn daden de geschiedboekjes niet vermochten te halen.

Schuilkerk De Posthoorn In Amsterdam: „De pastoors van de R. K. Kerk en van de Jansenisten konden elkaar van de kansel af in de theologische haren vliegen". (Illustratie uit W. Tepe: XXIV Paepsche Vergaderplaetsen)

181

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 223

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's