GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 378

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 378

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ding altijd van harte hebben laten welgevallen. Een deel van het antwoord is, dat Kuypers gedrag vele mensen van hem vervreemd heeft. Vaak zijn zij om verwante idealen te bereiken, een eigen weg ingeslagen met meer ruimte voor hun persoonlijke ontplooiingsmogelijkheden. Dit gold te meer voor figuren die niet tot de lagere kaders van de krant behoorden, zoals De Savornin Lohman, die Kuyper gedurende enige tijd als hoofdredacteur van De Standaard vervangen heeft. Nadat hij in 1894 over de kwestie van de kiesrechtsuitbreiding met Kuyper en de zijnen in aanvaring was gekomen, stichtte hij behalve een eigen politieke partij (de CHU) spoedig een eigen dagblad. De Nederlander, dat De Standaard tot op zekere hoogte beconcurreerde. Datzelfde ging op voor de in 1903 opgerichte, onafhankelijk antirevolutionaire krant De Rotterdammer.

DE ONWETENDE.

Dat broeioeat aller Staatn-krakfe*

Stille trouw Een aanwijzing dat echter ook Kuypers lagergeplaatste volgelingen toch wel enige behoefte aan erkenning gevoelden, levert de redacteur-van-het-eerste-uur Esser, die in een "In memoriam" over zijn collega Brummelkamp schreef: "Wat hij... als journalist voor zijne partij geweest is en gedaan heeft, weet iedereen. 'De Standaard' zelve heeft ter gelegenheid van zijn tachtigsten verjaardag hem op dit punt... als 'een onzer uitstekendsten' geroemd. Te vreemder mag het heeten, dat in 't 'Gedenkboek', door het feestcomité in 1897 Prof Dr. A. Kuyper opgedragen, van dit lid der eerste redactie, gelijk trouwens van deze in haar geheel, met

Spotprenttekenaar Tjerk Bottema had niet de indruk dat Standaardlezers een heldere blik op het wereldgebeuren geboden werd

geen enkel woord gerept is, zelfs zijn naam niet genoemd werd." Esser voegt hier aan toe: "Nog vreemder is dit misschien ten aanzien van Hendrik Jan Hana, die trots allerbelemmerendst lichaamslijden jaren en jaren achtereen aan 't jonge blad zijn krachten gewijd had." Wat voor eigenschappen de mannen achter De Standaard in verhouding tot Kuyper

Van meetaf is De Standaard geïdentificeerd met Kuyper. Spotprent over de jonge Kuyper uit de vorige eeuw

moesten bezitten, kwam in 1908 nog eens in treffende bewoordingen aan het licht bij de huldiging, in kleine kring, van twee een kwart eeuw aan De Standaard verbonden redacteuren, H. L. Baarbé en R. C. ("Bijltje") Verweyck. Bescheidenheid, zeldzame en stille trouw, toewijding, lijdzaamheid, zelfverloochening, op onbillijke kritiek het zwijgen bewaren, dat waren enkele van de

W!MWW€Wi(7¥m^'% %

Wie heeft nog materiaal over De Standaard? Dat het beeld van de geschiedenis van de eerste vijftig jaar van het bestaan van De Standaard in zo overheersende mate bepaald wordt door de figuur van Abraham Kuyper, houdt verband met de aard van de belangstelling die men achteraf voor deze krant heeft getoond. Deze heeft vaak In het teken gestaan van gedenken, en wel in tweeledige zin. In de eerste plaats vormen gedenkboeken en jubileumnummers van De Standaard een veel gebruikte bron van kennis over de geschiedenis van de krant. En hierin treedt de figuur van Kuyper sterk op de voorgrond, vaak omdat hij op een dergelijke beeldvorming zelf van invloed was. In de tweede plaats heeft De Standaard, behalve bij jubilea van de krant of van Kuyper, tot dusverre maar weinig mogen rekenen op belangstelling voor zijn geschiedenis, als een op zichzelf staand gegeven opgevat. De eerloze ondergang van de krant aan het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft tot deze situatie ongetwijfeld mede bijgedragen. Wel hebben historici en anderen De Standaard veel gebruikt als bron in deelstudies om het denken van de antirevolutionairen in een bepaalde periode te leren kennen. Terwijl echter van de meeste grote dagbladen van de roomskatholieke, liberale en sociaUstische volksdelen uit dezelfde periode de geschiedenis wel op wetenschappelijk wijze onderzocht en geschreven is, ontbreekt een dergelijke studie over De Standaard nog steeds. In het algemeen trouwens kan worden gesteld, dat de ontwikkeling van de protestants-christelijke pers in de negentiende en twintigste eeuw door historici nog onvoldoende in kaart is gebracht. Zeker zo'n belangrijk dagblad als De Standaard verdient een omvattende studie van zijn geschiedenis in alle denkbare aspecten. De vraag naar de mannen achter De Standaard, die ik in deze bijdrage aan de orde gesteld heb, is er maar één van de vele die de wetenschappelijke geschiedschrijving van de pers stelt en tracht te beantwoorden. Een krant als het antirevolutionaire dagblad De Standaard met inbegrip van al zijn bijzondere trekken als totaalprodukt in ogenschouw te nemen, dat

312

vraagt behalve voor alle medewerkers o.a. ook aandacht voor de bedrijfsvoering, voor de technische kant van de produktie en niet te vergeten: voor het produkt zelf. De Standaard zoals velen deze uit de persoonlijke omgang of uit de kolommen van VU-Magazine kennen. Uitspraken hierover zijn alleen mogelijk op basis van voldoende bronnenmateriaal. Terwijl De Standaard zelf uiteraard nog in volledige jaargangen voorhanden is, wordt zijn geschiedenis ook gedocumenteerd door het archief van de krant, dat op de VU aanwezig is. Ander materiaal dat inzicht kan verschaffen in de feitelijke gang van de geschiednis van De Standaard en in het denken daarover van bij de uitgave van de krant betrokken personen en instanties, bestaat in de vorm van al dan niet uitgegeven bronnen (zoals correspondentie van redacteuren) of berust in tal van openbare of particuliere archieven. Wat betreft deze laatste mogelijkheid heb ik de indruk, dat er nogal wat materiaal over De Standaard geordend in privé-collecties of vergeten op zolders voorradig zou kunnen zijn. Voor dit artikel heb ik van dergelijke particuliere stukken gebruik gemaakt. Niet alleen beleidsnotities en correspondentie betreffende De Standaard, maar ook de kleinste kladjes en wervend foldermateriaal zouden een welkome aanvulling betekenen op het mij bekende, maar vaak hoogst onvolledige bronnenmateriaal, dat ik gebruik voor mijn onderzoek van de geschiedenis van De Standaard. Wanneer u over zulke stukken beschikt, zou ik u zeer erkentelijk zijn voor uw reactie aan schrijver dezes, p/a Vrije Universiteit, Secretariaat Subfaculteit Geschiedenis, kamer 8A-34, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam. Ook tips en persoonlijke herinneringen worden op prijs gesteld. Na uw eventuele reactie zal ik met u in overleg treden, b.v. over de wijze waarop inzage van het betreffende materiaal geregeld kan worden. De geschiedenis van het antirevolutionaire dagblad De Standaard moet en zal, zo hoop ik te bereiken, de aandacht krijgen die zij verdient. Jules Prast

VU-magazine, 14e jaargang nr. 8, september 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 378

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's