GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 317

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 317

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

juli 1935 één van de vele kinderen van een boerenechtpaar geboren was in wie de veertiende Dalai Lama herkend werd. Als een bijzondere aanwijzing werd gezien dat deze kleine jongen prompt de rozenkrans van de dertiende Dalai Lama, die door één van de leden van de groep gedragen werd, als de zijne opeiste. Vanaf zijn zesde jaar kreeg Tenzin Gyatso een traditionele Tibetaanse kloosteropvoeding. In 1959 vond de bekroning van deze studie plaats met het afleggen van openbare examens en het verkrijgen van een doctorstitel in de boeddhistische filosofie. Ook werd in die tijd aandacht besteed aan de taak die de Dalai Lama's traditioneel op achttienjarige leeftijd op zich namen, namelijk de verantwoordelijkheid voor de staat Tibet. Er werd echter al op zestienjarige leeftijd een beroep op hem gedaan om de volledige politieke verantwoordelijkheid op zich te nemen, omdat Tibet bedreigd werd door de overmacht van de volksrepubliek China. In 1954 ging de Dalai Lama naar China en ontmoette daar Mao Tse Tung. In 1954 besprak hij in India met de Indische leider Nehru en de Chinese minister Chou en Lai de steeds slechter wordende situatie in Tibet. Waarschijnlijk heeft de Dalai Lama vooral bekendheid gekregen in de gehele wereld, toen hij in 1959 zich genoodzaakt zag naar India te vluchten. De regering in ballingschap heeft vanuit het Noord-Indiase Dharm Sala de taak vervuld om talloze Tibetaanse vluchtelingen onderdak te verlenen en hun directe noden te lenigen, alsmede ook allerlei culturele en onderwijs-instellingen op te zetten. Afgezien van eventuele sensatiezucht, is het de vraag wat de grote belangstelling voor zo'n bezoek van de Dalai Lama verklaart overal waar hij publiekelijk sprak. Een predikant die een ander vertelde dat hij deze bijeenkomst aan de VU had bijgewoond, kreeg te horen: 'Dat is toch verknoeien van je tijd?' Ik denk dat er velen zijn die er zo over denken. Wat voor nieuws kun je nu van zo iemand verwachten te horen? Je merkt vaak scepsis en een ironisch toontje als je anderen erover spreekt. De Dalai Lama komt vooral over als een bijzonder vriendelijk mens, zeer ontspannen, iemand die ook ontspannenheid om zich heen verspreidt. Hij was ook zeer ontwapenend zoals bij voorbeeld bij de vraag waarom vrouwen geen rol spelen in de leiding van zijn godsdienstige groepering, die hij eerst lachend beantwoordde met: 'Dat weet ik niet.' Bovendien kwam hij als zeer oprecht over. Toen in een kleiner groepsvertrek iemand hem prees om zijn vriendelijke houding ten opzichte van China, in weerwil van wat dit land Tibet heeft aangedaan, bekende hij

VU-MAGAZINE — JULI/AUGUSTUS 1986

glimlachend dat hij soms een zekere irritatie voelde en zich op zijn knokkels beet, 'zoals wij Tibetanen zeggen'. In één van de lezingen van de Dalai Lama, over een menselijke benadering van wereldvrede, zei hij: „Ik ben er zeker van dat veel mensen mijn bezorgheid over de huidige wereldwijde morele crisis delen en zich willen aansluiten bij mijn verzoek aan alle humanitaire en religieuze beoefenaars die ook deze bezorgdheid delen, mee te helpen onze samenleving meedogender, rechtvaardiger en minder partijdig te maken. Ik spreek niet als een boeddhist en zelfs niet als een Tibetaan. Ik sprak evenmin als een expert op het gebied van internationale politiek (hoewel ik onvermijdelijke commentaar geef op deze zaken). Ik spreek gewoon als mens, als een verdediger van de menselijke waarden die niet alleen de grondslag zijn van het Mahayana boeddhisme, maar van alle grote wereldreligies. Uit dit perspectief deel ik met u mijn persoonlijk zienswijze dat: — wereldwijde menslievendheid essentieel is om alle wereldproblemen op te lossen; — mededogen de steunpilaar van wereldvrede is; — alle wereldreligies op deze manier al voor wereldvrede zijn, net als alle humanitaire mensen van welke ideologie dan ook; — ieder individu een universele verantwoordelijkheid heeft instituten op te richten die de menselijke behoeften ten dienste staan. Uit gesprekken met mensen, zowel van binnen als buiten de kerk, viel mij op hoezeer de verwachting inspriratie te ontvangen, een hunkering naar mystiek en spiritualiteit

hen tot deze bijeenkomst hadden aangetrokken. Misschien doen degenen die dit alles met de nodige scepsis bekijken er goed aan zich af te vragen of men zich wel bewust is welke behoeften er bij grote groepen mensen in onze samenleving leven, die kennelijk door de 'klassieke instanties' daarvoor in het westen niet bevredigd worden. Uit een enquête in Le Monde over de religieuze waarden in Europa blijkt dat 23 procent van de rooms-katholieken in de reïncarnatie geloven. Het is opvallend hoevelen in de laatste jaren — ook mensen binnen de kerken in Nederland— belangstelling hebben voor, en geloof hechten aan reïncarnatie. Te weinig wordt door de meesten beseft in welke mate de eeuwen door sprake is geweest van interactie tussen verschillende godsdiensten. De rozenkrans bij voorbeeld is van boeddhistische origine. Eeuwenlang werden Barlaam en Josafath als heiligen vereerd tot veel stichting en lering. De bekering van Leon Tolstoi is door deze legende bewerkstelligd. Beide heiligen maakten deel uit van de christelijke heiligenkalender totdat ontdekt werd dat het een bewerking was van de Boeddha-legende! Onlangs hoorde ik een moslimse imam in Hamburg, die overstroomd werd door Duitse jongeren, een vraag aan het adres van een predikant richten: "Waarom richten jullie kerken zich niet meer op jullie eigen jongeren?" Alvorens al te snel met scepsis en ironie klaar te staan, zou geprobeerd kunnen worden op deze en dergelijke vragen een zinnig antwoord te geven.D

279

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 317

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's