GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Zoiets, ja. Maar ik weet niet of dat nou zo'n vrolijke conclusie is." ven terug naar de werkelijkheid van de alledaagse medische praktijk. In stelling nummer 10, behorend bij je proefschrift, zeg je: "Identificatie van arts en patiënt met de medische orde maakt een gesprek, begrepen als verander-ing, onmogelijk." Zou je die stelling eens willen verdedigen? "Fijn dat ik hier de kans krijg om een van mijn stellingen te verdedigen, want dat is tijdens mijn promotie niet gebeurd. Maar dit terzijde. Als je er vanuitgaat, dat wat in de spreekkamer van huisarts en specialist gebeurt alleen betrekking heeft op de medische orde, dan zijn daar drie partijen in het geding: de medisch gedefinieerde feitelijkheid, de arts en de patiënt. De laatste twee spreken alleen maar over die feitelijkheid. Dat houdt een beperking in die je, voor wat de patiënt betreft, 'medicalisering' noemt, en wat de arts betreft 'professionalisering'. In veel kritische stromingen gaat men er vanuit dat de pa-

E

JANUARI 1986

tiënt zelf wel weet wat hij of zij mankeert. De patiënt zou in die optiek zelf de beste deskundige zijn. Dat lijkt mij een merkwaardige aanname. Veel patiënten weten juist niet wat eraan scheelt en komen daarom bij de dokter. Wat hen mankeert is daarom onderwerp van gesprek. Dat wordt als vaststaand verondersteld. Dat wil zeggen dat tegelijkertijd het gesprek — beter gezegd: de structuur en het verloop ervan — ook vaststaat. Daardoor is uitgesloten, dat — wat in een normaal gesprek kan gebeuren — je plotseling op een nieuw idee komt, andere dingen hoort, de dingen anders gaat zien. Het gesprek in de spreekkamer is daarmee altijd een voorgeprogrammeerd gesprek; het verwijst altijd naar die medische structuur. Nou is dat bij een griepje niet zo hemelschokkend, maar er zijn ziekten die bepaald levensbedreigender zijn, en dan kunnen in zo'n gesprek anderen dingen meespelen dan alleen die medische feitelijkheid. Want zo'n voorgeprogrammeerd gesprek wreekt zich uiteindelijk altijd. Nou is het maar de vraag of je moet oproepen tot zo'n 'echt gesprek' — in veel gevallen zal dat niet nodig zijn. Maar wel 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's