GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 126

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kr.RKnKKOKRTK TH AMSTKK DAM.

het zeggen zouden krijgen. "Wij waarschuwen sinds lang tegen het drijven van dit staatkundig-kerkelijk partijhoofd. Met oneindig grooter gevaren bedreigt deze exdominee onze maatschappij, onze vrijheden en instellingen, dan de andere ex-dominee Domela Nieuwenhuis. De daad van geweld, waartoe hij bevel heeft gegeven en die hij heeft helpen uitvoeren, is in elk opzicht af te keuren. Ze toont waartoe hij alzoo besluiten zou indien hij aan het hoofd van een anti-revolutionair ministerie stond. Het is te verwachten dat de partij, die zijn bevelen aanneemt, tenminste afstand zal doen van den thans geheel en al belachelijk geworden naam a/zf/-revolutionair." En, een paar dagen later: "Mogen de anti-revolutionairen nog bijtijds inzien, welke verantwoordelijkheid zij op zich laden, door dezen niets ontzienden geestdrijver nog langer als den opvolger van den edelen Groen van Prinsterer te huldigen." De kraakaktie van Kuy per, Rutgers en De Savor nin Lohman was aanlei ding tot spot en hoon in di niet-confessionele dag bladpers

Oorvijg In de publieke opinie was de koppeling tussen Kuyper als kerkleider en politicus een feit. Een vermenging die bij menigeen grote vrees opriep. „Of ziet men het niet nu reeds, hoe de partij, die zich anti-revolutionair noemt, de revolutie in de kerk bewerkt; hoe staatkundige hoofden ter partij, die scheiding van Staat en Kerk in hun programma schrijven, ook hier weder voormannen zijn bij de kerkelijke beroering?", aldus het Dagblad van Zuid-Holland en 'sGravenhage, hoofdorgaan van de conservatieve richting in het parlement, die zich door het optreden van de ARP de wind grotendeels uit de zeilen genomen zag. De Amsterdamse kraakaktie was volgens dit blad het voorspel "van hetgeen kan uitloopen op een burgeroorlog, door zijn drijfveer, het kerkelijk fanatisme, rampzaliger en verwoestender van aard dan eenige andere buitenlandsche onlusten ooit zijn geweest. O Dr. Kuyper is jarenlang met de brandende fakkel rondgegaan, heeft er als een geïncarneerd onruststoker mee om zich heen gezwaaid, en de vonken dier toorts zijn, naar zijn wensch en wil, in licht ontvlambare brandstoffen, door hem voor dat doel opgehoopt, neergevallen. Het publiek zegt dan ook reeds: Dr. Kuyper is een ramp voor ons land. Moge het nageslacht niet het recht krijgen om eenmaal te getuigen: Dr. Kuyper is een vloek geweest voor Nederland!" Toch meer dus dan een storm in een glas water... Al met al deden dit soort meningsvormende uitlatingen de achterdocht groeien omtrent Kuypers werkelijke motieven voor de door hem geforceerde kerkscheuring. Was het nou alleen maar een puur godsdienstig geschil, of waren er andere motieven en/of bijbedoelingen in het spel? Over deze toch wel belangwekkende vraag ontstond niet toevallig ook de meest inten-

116

bl\!J^r \ JJi .M.lrtjiiu^ NllWlCT.

sieve discussie tijdens de eerder gememoreerde kerkhistorische dag. De tijd dat een kind van gereformeerde huize, dat het waagde de integriteit van Abraham Kuyper ook maar enigszins in twijfel te trekken, kon rekenen op een oorvijg, blijkt nog niet helemaal verleden tijd. Niet dat de congresserende kerkhistorici slaags raakten. Maar de toon werd hier en daar toch bepaald fel toen ook maar werd geopperd dat Kuyper wellicht toch ook op macht was uitgeweest. Zo werd vanuit de zaal de eerbiedwaardige prof. dr. Th. van Tijn, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, nogal bits ter verantwoording geroepen, toen hij stelde dat het Kuyper toch vast wel goed uitkwam toen bij de verkiezingen, kort na de Doleantie, de ARP een fikse stemmenwinst behaalde. Hij wilde toch niet beweren dat het Kuyper daarom te doen was geweest?, zo klonk het dreigend. Van Tijn, wat timide: "Ik zei alleen maar dat het hem bepaald niet slecht uitkwam..." De suggestie dat de breuk met de hervormde kerk een slinkse poging was om de politieke achterban van de anti-revolutionaire partij te verbreden, berustte, aldus panellid J. de Bruijn, op een onjuiste complottheorie, een fantasie van de conservatieve dagbladpers uit die tijd. Kuyper was uit op herkerstening van de natie en werd alleen daarom politicus. Hij had een geestelijk doel in de politiek. Zelfs (de buitenkerkelijke) prof. dr. Siep Stuurman, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amster-

Ste«Jnii na J Krans'. » Hit^

dam, viel de gereformeerden bij, al vroeg hij zich wel af, wat er nou eigenlijk vies was aan het woordje 'macht'. Maar het complotdenken in de liberale en conservatieve dagbladpers was niettemin een staaltje van de waard die zijn gasten niet vertrouwt. Dat opportunisme typeerde dus bovenal de liberalen zelf, aldus Stuurman. Een enkeling was nog niet geheel overtuigd van de zuiver godsdienstige noodzaak van de breuk. Zoals de deelnemer die, héél voorzichtig, opmerkte dat er wellicht ook een verband geweest zou kunnen zijn tussen de kerkscheuring en het feit dat de zes jaar eerder opgerichte VU juist tóen de eerste serie predikanten afleverde die, niet beroepbaar als ze waren in de hervormde kerken, toch ook een preekstoel en een pastorie van node hadden. "Als het hier, onder kerkhistorici, al zo toegaat, dan vraag ik me af wat dit Jaar van de Doleantie bij 'gewone' gereformeerden en hervormden teweegbrengt", aldus een bezorgde congresganger na afloop, tijdens de geanimeerde receptie. Wellicht dient het nut van herdenken toch nog eens heroverwogen... D Een speciaal nummer van het Documentatieblad voor de Nederlandse kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw, getiteld '1986; jaar van de Doleantie', bevat de inleidingen van het symposium dat op 31 januari werd gehouden. Inlichtingen: Redactiesecretariaat DNK, Instituut voor kerkgeschiedenis, Vrije Universiteit, kamer 14A23, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam.

VU-MAGAZINE - MAART 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 126

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's