GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 336

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 336

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

De berg Sinaï en de bewapening Toen ik vorig jaar in opdracht van de Vrije Universiteit een bezoek bracht aan haar zusterinstelling 'Satya Wacana' in Salatiga op Java, werd ik door een (nederlandse) docent aan de theologische faculteit van deze Indonesische Universiteit geattendeerd op een interessant boek op het gebied van de Aziatische theologie. Ik denk dat het niet overdreven is te stellen dat de toekomst van de Indonesische theologie zal afhangen van de mate waarop zij zich zal openstellen voor de groeiende Aziatische theologie. Wil de Indonesische theologie zich op onafhankelijke wijze ontwikkelen, dan zal zij juist in wisselwerking moeten staan met de oecumenische theologie van over de Indonesische landsgrenzen heen. Theologie die niet verder kijkt dan de eigen nationale context wordt bijna onvermijdelijk "parochiaal" en daardoor kwetsbaar voor ideologische invloeden. Dit laatste is een van de belangrijkste thema's van het bedoelde boek. Het is geschreven door de in New York docerende Japanse theoloog Kosuke Koyama, en heet De berg Fuji en de berg Sinaï; Een kritiek op de afgoden. Het verscheen voor het eerste in 1984 bij SCM Press te Londen. "Fuji" staat voor het Japanse religeuze denken, en "Sinai" voor het bijbelse. Ik denk dat de hoofdbedoeling van Koyama is geweest een bijdrage te leveren tot een Japanse bevrijdingstheologie. Evenals de Latijnsamerikaanse, is ook de Japanse bevrijdingstheologie niet maar een zaak voor de onmiddellijk betrokkenen —dan zou ook zij parochiaal worden en dus spoedig ten prooi vallen aan ideologische invloeden —, maar voor de gehele oecumene.

294

Hoewel Japan het enige Zuidoost-aziatische land is dat geen koloniaal verleden kent, is het niet minder dan de ex-koloniën beïnvloed door het westerse expansionisme. In juli 1852 verscheen op last van de Amerikaanse president Fillmore een viertal oorlogsschepen voor de Japanse kust, met het doel de Japanse havens voor Amerikaanse schepen te openen. Het resultaat was dat nog geen twee jaar later een handelsverdrag tussen de VS en Japan was afgedwongen. In december van hetzelfde jaar vaardigde het keizerlijke hof in reaktie op dit gebeuren een bevel uit dat tempelklokken moesten worden omgesmeed tot kanonnen, teneinde Japan, nu het in de "vaart der volkeren" was genoodzaakt mee te doen, aan zijn defensie te helpen. Het was de eerste administratieve maatregel die in de moderne tijd door het keizerlijke hof zou worden uitgevaardigd. In 1868 treedt de eerste keizer op van de Meiji-dynastie; het was de grootvader van de huidige. Met westerse "ontwikkelingshulp" werd eerst de constitutie en daarna de economische politiek ontworpen van een volstrekt absolutistisch imperiaal regime. Het vernietigde tal van maatschappelijke (culturele en religieuze) tegenstemmen ten behoeve van het absolute doel: een rijk land, een sterk leger. De keizer werd vergoddelijkt; alle onderdanen waren alleen hem absolute gehoorzaamheid verschuldigd. Dat ook de kleinzoon deze rol bewust op zich heeft genomen, maakt hem nog steeds tot de eerst verantwoordelijke voor de holocaust die Japan in de Tweede Wereldoorlog in eigen land en daarbuiten heeft veroorzaakt. Nog steeds gaat de mythe dat

de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki "Japan op de knieën hebben gedwongen". Deze voorstelling van zaken dient nogal eens ter ondersteuning van de huidige atoombewapening. Historisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat het niet de twee atoombommen zijn geweest die de Japanse kapitulatie tot onmiddellijk gevolg hebben gehad. De militaire leiders hadden zich evenmin laten beïnvloeden door de volkomen vernietiging door 50turation bombing van andere grote bevolkingscentra, zoals Tokyo zelf. Het is de oorlogsverklaring door de Sovjet-Unie geweest, die de Japanse overgave bewerkstelligde. Het was geen wonder dat de nieuwe grondwet die de overwinnaars in 1947 onder leiding van generaal MacArthur aan Japan oplegden door het Japanse volk als een bevrijding werd aanvaard. Artikel 9 stelt dat Japan voor altijd zal afzien van een land- zee- en luchtmacht: de oorlog wordt verworpen als strijdig met de internationale rechtsorde. Het waren echter weer de VS die de modernisering opnieuw, en nu door eigen direkt toedoen, koppelden aan militarisering, te beginnen met het United States Japan Mutual Security Pact van 1951, weinige jaren nadat, in minder dan 10 dagen, het ontwerp voor de nieuwe Japanse constitutie met haar artikel 9 was opgesteld door de staf van het geallieerde hoofdkwartier. Dit zijn enkele van de de historische feiten die de context vormen van de Koyama's theologie. Hij confronteert de Japanse geschiedenis met Israels profeten. Dat betekent dat hij ook de westerse militarisering en efficiency-waan toetst aan de bij-

belse visie. Militaire technologie veroorzaakt, omdat zij technologie is, een conflict tussen efficiency en zin. Wanneer de westerse cultuur en politiek niet in het hart van zijn spirualiteit wordt aangesproken door het christelijke getuigenis, en wanneer dat christelijk getuigenis zich niet inlaat met de verlammende technologische ontwikkelingen, zal het christendom verder verideologiseren, en zullen li/sconf/nué'beslissingen, zoals de afkondiging van de naoorlogse Japanse grondwet er een was (en is), en zoals de Nederlandse weigering om kruisraketten te plaatsen er een had kunnen zijn (of alsnog kan worden), steeds meer uitblijven. Lubbers' 1 juni-besluit heeft de schijn van staatsmanschap; het baseert zich echter op de vermeende zin van de afweging van aantallen Russische en aantallen Amerikaanse kernwapens. Dat een dergelijke calculatie geen zin heeft (behalve een politiek-ideologische), is jaren geleden al gezegd door niemand minder dan president Eisenhower. Koyama's boek is een bewogen en bemoedigend pleidooi voor een werkelijke dialoog tussen technologische en ideologische gezichtspunten enerzijds en theologische anderzijds. Het zoekt in de historische realiteit bovendien een religieuze basis van gesprek tussen de godsdiensten, met name de Christelijke en de Boeddhistische. Allemaal stimulerend materiaal, vooral voor die kerkleden die niet goed weten waarover het in de oecumenische vredesweek 1986 zou moeten gaan.

VU-MAGAZINE - SEPTEMBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 336

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's