GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 56

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

thaumaturges', de wonderbaarlijke genezingskracht die in de middeleeuwen vaak aan vorsten toegeschreven werd. Febvre realiseerde zijn eerste werk op het gebied van de mentaliteitsgeschiedenis bij het schrijven over de Renaissance en de reformatie in Frankrijk. Een andere wetenschapper die zich reeds voor de Tweede Wereldoorlog bezighield met iets wat men zou kunnen rekenen tot de mentaliteitsgeschiedenis, al deed hij dat zelf toen niet, is de Duitse socioloog Norbert Elias. In 1939 kwam zijn 'Uberden Prozess der Zivilisation' uit. De studie heeft gemeenschappelijk met het werk van Febvre en Bloch uit die tijd dat het niet over de laagste klassen, maar over de toplaag van de samenleving gaat. Elias analyseert met name het proces van civilisatie aan de Europese hoven. "Norbert Elias was eigenlijk de eerste, sinds Max Weber zijn werken over de reformatie en de handelsgeest in het Europa van de zestiende en zeventiende eeuw schreef, die zich bezighield met een onderwerp dat men zou kunnen scharen onder de historische sociologie", merkte Peter Burke op het reeds genoemde congres op. Hij voegde er aan toe dat de Angelsaksische wereld ten onrechte het werk niet op zijn waarde heeft geschat. Misschien heeft de wat beladen titel van het boek, geschreven weliswaar door een jood, maar toch door een Duitser, in de jaren rond de oorlog hier iets mee te maken. In Nederland kreeg Elias' werk wel aandacht. De geleerde heeft momenteel Amsterdam als zijn woonplaats gekozen en zijn op hoge leeftijd geschreven en vorig jaar verschenen boek over ouder worden, is opnieuw met applaus begroet in ons land. Volgens Burke is een ontdekking van Elias' werk elders in de wereld een beetje zinloos. Het boek is door de huidige wetenschap achterhaald, zo meent Burke.

I

n Nederland zelf was het de beroemde historicus Johan Huizinga die de pen nam en schreef over cultuurgeschiedenis. Weliswaar was zijn visie minder vernieuwend dan het werk van de oprichters van de Annalenschool en de bibliotheek van Warburg op den duur bleek te zijn, maar misschien juist doordat het werk van Huizinga aansloot op de filosofische traditie van zijn tijd, bracht het discussie op gang. Als verouderd mag men het werk van Huizinga niet van de hand doen. De laatste jaren is er in Nederland weer grote belangstelling voor zijn werk en op het congres over cultuurgeschiedenis dat het tijdschrift voor Theoretische Geschiedenis organiseerde, werd Huizinga herhaaldelijk naar voren geschoven als de grote voorganger van veel moderne Nederlandse historici. Internationaal brak zijn faam laat door onder de vernieuwers in de geschiedwetenschap. Pas na Huizinga's dood (1945) zei Lucien Febvre dat hij gewild had dat

50

Wie de woorden van Krul beluistert, moet constateren dat Huizinga tegen het einde van zijn leven een begrip cultuurgeschiedenis hanteerde dat dichter bij de mentaliteitsgeschiedenis van de Fransen lag. Huizinga verschilt van zijn Franse coUegea als het gaat om zijn visie op het grote geheel van het verleden. Niet de blik op de lange, middellange en korte duur kunnen volgens de Nederlander de blik van de historicus verruimen. De aandacht voor het detail is volgens Huizinga de belangrijkste sleutel tot het verleden, ook tot dat van de gewone man. Huizinga, hoewel geen groot vernieuwer, heeft door zijn werk de weg tussen cultuurgeschiedenis in een meer conventionele manier en de studie van de volkscultuur vrijgemaakt. Doordat de officiële wetenschappers die deze cultuurgeschiedenissen schreven in de jaren zeventig in contact kwamen met de mensen die de volkscultuur of etnologie tot onderwerp van studie Peter Burke, de 'fellowtraveler' van de Annalen maakte kan men nu beginnen met studies waarin de hele stratificatie van een maat'Herfsttij der middeleeuwen' bij verschijnen schappij in een bepaalde tijd wordt aangeniet zo koel ontvangen was, waardoor de geven met allerlei linken op cultureel gebetekenis van het werk nauwelijks tot de bied. wereld der historici was doorgedrongen. Maar voor we naar de huidige stand van de Febvre had, naar eigen zeggen, via veel geschiedwetenschap over gaan, is het goed omwegen hetzelfde gevonden als Huizinga eveneens aandacht te besteden aan de jaren eerder in zijn boek over de laatste pe- marxistische historici uit de jaren twintig riode van de middeleeuwen had geschre- en dertig. Zij eisten aandacht op voor het ven. verleden van de werkende massa en tegeWie het werk van Huizinga wil interprete- lijkertijd verleende de geschriften van met ren, moet zich buigen over de academische name Marx hun wijze van geschiedschrijtraditie vóór hem. Darwin en de zijnen had- ving een bredere dimensie dan die van de den in de tweede helft van de negentiende simpele gebeurtenis alleen. Ook hier wereeuw geopperd dat de beschaving gelijk den de grote mannen minder belangrijk verliep als natuurlijke processen. Daarbij doordat zij niet alleen als individuen, maar onderscheidden deze wetenschappers een tevens als vertegenwoordigers van hun duidelijk opgaande lijn. Aan dit optimisme klasse werden gezien aan wie de geschiemaakte in het begin van de twintigste eeuw denis een bepaalde taak had opgelegd. iemand als Spengler — deze met zijn boek In de Verenigde Staten hebben historici on'Untergang des Abendlandes' — een einde. dertussen ook niet stil gezeten. Hier ontHet ging in de visie van die generatie hele- wikkelde zich een variant op de Franse hismaal niet goed met de beschaving. Die was torische stroming. Gewoonlijk wordt hierzelfs gedoemd om te verdwijnen. bij niet aan de term mentaliteitsgeschiedeHuizinga deelde dit pessimisme. Hij heeft nis, maar 'history o/"/deas'gebruikt. daarop echter in zijn wetenschappelijk werk een visie waarin een sociologische e jaren twintig en dertig van deze analyse centraal staat. Dat maakt zijn werk eeuw bleken een uiterst vruchtbare ook heden ten dage nog interessant. Gedu- periode voor de ontwikkeling van de gerende zijn leven verwijdde zich het begrip schiedwetenschap. De jaren zestig en zecultuur bij Huizinga. "Verstond hij hieron- ventig bleken dat opnieuw te zijn. De dekoder aanvankelijk vooral zaken als schilder- lonisatie van de Derde Wereld bracht in die kunst, goede literatuur en topklasse bouw- landen een roep om een soort geschiedkunst. Langzamerhand breidde het zich uit schrijving op gang, die niet geschreven was tot een begrip waaronder ook uitingen van vanuit het koloniserende land, maar om volkscultuur, religieuze twist en navigatie- een geschiedschrijving die de eigen identikunst konden worden verstaan", meent W. teit onthulde, opdat men de eigen wortels E. Krul, een van de historici die betrokken kon ontdekken. 'Roots' wilden niet alleen is bij de uitgave van Huizinga's correspon- de nieuwe nationale staten; ook groepen in dentie. Alleen al uit het feit dat deze brie- de samenleving die zich in toenemende ven nu uitgegeven worden, blijkt overigens mate bewust werden van hun eigen identihoe groot de belangstelling voor de per- teit gingen hierna op zoek. In de vrouwensoon en het werk van Huizinga momenteel beweging, onder homo-groeperingen en is. onder arbeiders — om maar enkele groe-

D

VU-MAGAZINE — FEBRUARI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's