GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 444

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 444

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oosten met deze wetten leefden. Nu blijkt uit deze wetten, dat de oudste (die van de Sumeriërs) de geldstraf kenden, en de jongeren (van de Babyloniër Hammoerabi) het drastische 'oog om oog, tand om tand'. Deze feiten laten zien, dat de ontwikkeling juist omgekeerd was! En dan blijkt ook, dat dezelfde 'omgekeerde' ontwikkeling ook zichtbaar is in middeleeuwse wetboeken van Engeland en Duitsland. Hernieuwde bestudering van het y'us talionis heeft geleid tot een betere waardering ervan. Men heeft in de eerste plaats ingezien, dat zuiver logisch geredeneerd dit eigenlijk de enige rechtvaardige straf is: ik een klap — jij een klap. Maar deze rechtvaardigheid is alleen op een zeer beperkt rechtsgebied toepasbaar, en wel juist dat van het lichamelijk letsel. Bij diefstal is zo'n regel al niet meer te hanteren: wie van de weduwe een penningske steelt, zou zwaarder moeten boeten dan wie uit het veen een turfje pikt. Het bepalen van de strafmaat wordt een ingewikkeld afwegen en, vergeleken met het y'us talionis, tamelijk willekeurig. Ook de zo humaan klinkende geldstraffen voor letsel zijn eens willekeurig vastgesteld en dus minder rechtvaardig dan het strikte "oog om oog, tand om tand". Hugo de Groot zei ervan in zijn Inleiding tot de Hollandsche Rechts-Geleerdheid: 'De smert ende ontciering van 't lichaam, hoewel eighentlick niet en zijn vergoedelick, werden op geld geschat, soo wanneer sulcks versocht werd'. De tweede overweging voor een betere waardering is, dat het "oog om oog, tand om tand" kennelijk iets nieuws was in het recht; iets beters dan het betalen van geld. De wetgever, de Staat, vond lichamelijk letsel kennelijk zó ernstig, dat het niet meer kon worden afgekocht met een tamelijk willekeurige som gelds. Men legde de enige echt passende straf op. Rijke potentaten

kunnen kleine mannetjes niet meer mishandelen zonder gevaar voor eigen oog of tand. Illustratief voor zulke toestanden is het verhaal uit het oudste Rome, waar men vroeger ook geldstraffen had: een rijke ridder wandelde over straat en gaf iedere vrije burger, die hij tegenkwam, een klap. Achter hem liep zijn slaaf met een beurs en keerde elk slachtoffer 25 geldstukken uit, conform de wet van de Twaalf Tafelen. Dat vond die ridder leuk. Lichamelijk letsel toebrengen wordt als het ware een deel van het 'strafrecht' en verdwijnt uit het 'burgerlijk recht'. Bij Hammoerabi geldt deze hogere moraal voor de klasse van vrije burgers. In het Oude Testament staat de formule 'oog om oog, tand om tand...' aan het eind van een wet over mannen, die bij een zwangere vrouw de ongeboren vrucht doen afgaan (Exodus 21: 22-25). Op deze wet komen we straks uitgebreid terug. Men heeft de indruk, dat het hier een vaste formule is, die aan het eind van de wet nog eens het principe "met gelijke munt betalen" wil aangeven. Er is in de rechtszaak van de vrouw namelijk geen sprake van ogen of tanden. Een passage in Leviticus laat vermoeden, dat een geldelijke schikking toch erg aantrekkelijk bleef, ook voor het slachtoffer. Wat had hij er persoonlijk aan, wanneer ook de aanvaller een tand werd uitgebroken? Liever ving hij een bedrag aan geld! Maar Lev. 24: 19-20 vindt lichamelijk letsel toch zo erg dat hetyus talionisme gehandhaafd wordt. Niet alleen letsel, zelfs moord kon met geld afgekocht worden. We weten dit uit verdragen uit het oude Nabije Oosten en we proeven de tegenstand ertegen in Leviticus 24: 21. Daar staat, dat dit beslist niet mag:"Wie

een beest doodslaat, zal het vergoeden, maar wie een mens doodslaat, zal ter dood gebracht worden". Eigenlijk is de doodstraf voor moord een vorm van y'us talionis en heeft als zodanig lang bij ons voortgeleefd: de moordenaar wordt vermoord.

H

et boek Deuteronomium past y'us talionis op een nog ander gebied toe. Indien iemand een vals getuigenis tegen een ander inbrengt, dan 'zult gij hem doen, zoals hij zijn broeder dacht te doen (...) Gij zult hem niet ontzien: leven om leven, oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet'(Deut. 19: 16-21). Ook in andere rechtssystemen heeft het y'us talionis gegolden in de bestraffing van vals getuigenis of laster. In het apocriefe bijbelboek Susanna wordt deze kuise huisvrouw door enige mannen beloerd en valselijk beschuldigd van overspel. Ze worden voor straf ter dood gebracht; iets wat anders Susanna als straf voor overspel overkomen zou zijn. Wie een kuil voor een ander graaft, hoort er zelf in te vallen. Er zijn aanwijzingen, dat de plaats van het vergeldingsrecht y'us talionis in de ontwikkeling van het recht al te schematisch is beschreven. Rechtsgeleerden nemen aan, dat de mogelijkheid van geldelijke schikking toch altijd is blijven bestaan. De wetboeken schreven alleen de wenselijke situatie voor; de praktijk was anders. Het lijkt erop, dat in het Oude Testament het "oog om oog, tand om tand..." tot een vaste formule is geworden voor het principe 'met gelijke munt'. En met dat principe kun je meer kanten op. In de Talmoed leidt herinterpretatie tot het eisen van uitsluitend geldstraffen. In de Koran wordt de eerdere openbaring van Allah aan de Joden, in de 'Thora', besproken, en daar komt ook onze rechtsregel ter sprake: "En Wij hebben ulieden daarin voorgeschreven: ziel voor ziel, en oog voor oog, en neus voor neus, en oor voor voor, en tand voor tand, en, wat betreft de wonden, wedergelding (talio). Wanneer iemand deze dan kwijtscheldt als liefdegave (door van zijn recht op talio af te zien), voor die is dat een zoening (van zijn eigen zonden)". Jus talionis bleef alleen in volle kracht voortleven in de straffen voor moord en vals getuigenis.

D

e uitdrukking "oog om oog, tand om tand", is bij ons bijzonder bekend geworden, omdat ze staat in de Bergrede. Daar zegt Jezus: "Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg u, den boze niet te weerstaan, doch wie u een slag geeft op de rechterwang, keer hem ook de andere toe..." (Mattheus 5:38-39). De hele Bergrede leeft uit de vergeving door God, waardoor ook wij als vanzelf gaan vergeven onze schuldenaren - zo staat

394

VU-MAGAZINE — NOVEMBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 444

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's