GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 372

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 372

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

B

eieggingsdeskundigen zijn de laatste tijd veelgevraagde gasten op verjaardagen en andere feestjes. Een steeds grotere kring van belangstellenden wil weten hoe men met zo min mogelijke moeite in zo kort mogelijke tijd de meeste winst kan maken met het beleggen in aandelen. Dat is weleens anders geweest. Vanaf de oliecrisis, in 1972, is het tot aan het begin van de jaren tachtig nogal slecht gegaan op de beurs. Beleggen in aandelen was en is een zaak waaraan risico's kleven en leverde, zelfs bij gelukkige speculatie, nog geen riante winsten op. Vaker werd gekozen voor beieggen in 'veilige' zaken ais obligaties. Nu het de laatste jaren beter gaat met de economie stijgt ook de belangstelling voor beleggen. Visioenen van enorme winsten zweven potentiële beleggers voor ogen als zij met hun spaargeld de arena der speculanten betreden. De kansen op een goede opbrengst zijn met de huidige economische situatie zeker niet slecht, maar het beleggen is de laatste tijd zó gecompliceerd geworden dat veel kennis en inzicht is vereist voor een goed resultaat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer instellingen die de belangen van beleggers vertegenwoordigen, modellen ontwikkelen die hen - zeggen zij - in staat stellen met een grotere zekerheid de verhouding tussen risico en rendement {e berekenen. Beleggen wordt dus steeds wetenschappelijker. Het is al sinds enige tijd een specialisme aan de economische faculteiten, maar ook anderen richten zich op 'de theorie van het beleggen'. Waaruit be-

staat die theorie en hoe 'zeker' zijn de voorspellingen? • Wie beleggen nu eigenlijk, en waarin? En bovenal: heeft beleggen zin of is geld op de spaarbank zetten op den duur toch een betere investering? oewel beleggen in aandelen het meest tot de verbeelding spreekt, wordt ook belegd in andere zaken, afhankelijk van de kans die men heeft op een hoog rendement. Bij een economisch dieptepunt belegt men liever in weinig risicovolle zaken als obligaties. Ook goud en andere edelmetalen zijn graag geziene beleggingsobjecten, evenals schilderijen en antiek. Speculeren in onroerend goed is een beleggingsaktiviteit die grote onzekerheden met zich mee brengt - de huizenprijzen blijken soms zeer grillig te verlopen - maar ook veel geld kan opleveren. Op een nadeel van het speculeren met onroerend goed is de laatste jaren de aandacht gevestigd door akties van krakers. De groep beleggers valt eenvoudigweg in te delen in institutionele beleggers en particuliere beleggers. Bij de groep van de laatste behoren zowel de mensen die af en toe een aandeeltje kopen, als de mensen die beschikken over grote (famiiie)vermogens die zij verstandig belegd willen zien. Institutionele beleggers zijn pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen die grote vermogens moeten beleggen. Beleggers in aandelen - zelfs als zij maar over een enkel aandeeltje beschikken - beoordelen jaarlijks het beleid

De Amsterdamse effectenbeurs. Foto Peter Wolters (AVC/VU)

Aandelen, obligaties en opties De Amsterdamse effectenbeurs is, voor wie daar voor het eerst komt, een onoverzichtelijke v\/irwar van door elkaar lopende en rennende mensen, veel getelefoneer en vooral veel en hard geschreeuw. Op de beurs handelt men in goederen, zoals bijvoorbeeld aardappelen; de effectenbeurs verhandelt uitsluitend effecten. Effecten is de verzamelzaam van een aantal waardepapieren, zoals aandelen, obligaties, winst- en oprichtingsbewijzen en opties. Wie een aandeel van bepaalde onderneming koopt, bezit in feite een klein deel daarvan. Een bedrijf dat kapitaal nodig heeft, probeert anderen te interesseren om geld in het, bedrijf te steken door uitgifte van aandelen, een emissie. De kopers van die aandelen hebben jaarlijks recht op dividend, een deel van de winst. Tenminste, als het bedrijf ook werkelijk winst maakt. Bij verlies kan de aandeelhouder natuurlijk fluiten naar het dividend. Maar een werkelijk grote opbrengst verkrijgt de houder van aandelen alleen door een goede portefeuille samen te stellen en door aandelen te verkopen op het moment dat de koers naar eigen inschatting hoog is, en aandelen te kopen als men denkt dat de koers niet verder zal zakken. De risico's hiervan zijn duidelijk: bij een verkeerde inschatting kan de aandeelhouder verlies lijden. Ook een faillisement kan aandelen waardeloos maken. Maar meer dan wat de aandeelhouder voor de aandelen heeft betaald, kan deze niet verliezen. Wie een obligatie koopt, neemt deel aan een lening van een bedrijf of van de Nederlandse staat. De grote staatsleningen die de minister van financiën regelmatig uitschrijft, zijn gesplitst in coupures van verschillende waarde. Daarop wordt op vastgestelde tijdstippen rente uitgekeerd. Voor de houder van een obligatie is de rente dus de maximaal te behalen opbrengst indien men de obligatie gedurende de hele looptijd

VU-MAGAZINE- OKTOBER 1987

aanhoudt. De nominale waarde van de obligatie zélf blijft intact, leder jaar kan een deel van de obligaties worden uitgeloot omdat men een deel van de lening wil aflossen. De eigenaar van de uitgelote obligatie krijgt het ingelegde geld terug. Beleggen in obligaties wordt gezien als een veilige belegging, omdat er weinig risico's aan zijn verbonden. Normaliter zal de geldnemer immers aan zijn verplichtingen voldoen. Gróte risico's kunnen echter worden genomen op de optiebeurs. Het handelen in opties is al een vrij oude bezigheid, maar de eerste optiebeurs werd pas in 1973, in Chicago, geopend. Ook Amsterdam kent een optiebeurs, nog niet zo lang geleden gehuisvest aan het Rokin. De handel in opties is weleens gekarakteriseerd als 'windhandel' of 'het casino van de effectenwereld'. Feit is dat men op de optiebeurs niet handelt in effecten, maar uitsluitend in rechten, namelijk het recht op kopen van een aantal aandelen. Bij een 'call-optie' heeft de koper het recht gedurende een bepaalde tijd een overeengekomen aantal aandelen tegen een overeengekomen vaste prijs te kopen. De koper doet dat natuurlijk op een moment dat de koers het gunstigst lijkt. Bij de 'put-optie' is sprake van een recht tot verkoop gedurende een bepaalde tijd van een bepaald aantal aandelen tegen een tevoren vastgestelde prijs. Op de beursvloer mogen zich alleen leden van de Vereniging voor Effectenhandel bevinden of hun gemachtigden. Wie in een aandeel wenst te handelen moet daarvoor kontakt opnemen met een bank of één van de commissionairs. Deze ontvangen ook provisie voor de bemiddeling. Verdere kosten aan de koop of verkoop van een aandeel betreffen alleen het beurszegel. Totale kosten van de order bedragen ongeveer een procent van de effectieve waarde van het aandeel of de obligatie. D

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 372

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's