GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 16

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kruising van planten in Zimbabwe: vooral voor de Ideine, arme boer aantrelikelijk. Foto Luuli Boon

wat meer met elkaar in contact te brengen, organiseerde de werkgroep Biologie en Samenleving op 14 november een conferentie over Biotechnologie en wereldvoedselproblematiek. Eén van de sprekers aldaar was dr. H. van der Plas, voorzitter van de Nujfic. Hij pleitte voor een nationaal actieplan voor de biotechnologie in relatie tot de derde wereld. Hij constateerde dat de overheid tot dusverre op dat terrein nauwelijks geld ter beschikking stelt en dat er langzaam een expertise opgebouwd zou moeten worden. "Moeten we nu met de hele derde wereld samenwerken?" was de vraag gen. Men wil de landbouwsector als die Van der Plas zich vervolgens stel- geheel versterken, en niet uitsluitend de. "Nee", luidde zijn antwoord, "la- de positie van de kleine boeren. Het ten we ons beperken tot een paar lan- ontwikkelingsland bepaalt uiteindeden zoals India, Zimbabwe, Indone- lijk zelf zijn prioriteiten en keuzes, de sië en Thailand. Er moet een keuze westerse onderzoeker heeft zich gemaakt worden want anders wordt de hulp teveel versnipperd."

S

amenwerking is dus geboden, maar over die samenwerking bestaat een ietwat stereotype opvatting: Wij, in het westen, verzinnen een paar prachtige technieken die zij, in de derde wereld, in dankbaarheid van ons mogen afnemen. Tegenwoordig zijn veel onderzoekers wel gespitst op het onderkennen van zulke vormen van paternalisme en bevoogding, maar dat het niet altijd even eenvoudig is om afstand te doen van zo'n eeuwenlang ingeslepen houding, heeft Luuk Boon in Zimbabwe ondervonden. De opvatting van Luuk Boon was dat biotechnologie vooral ten goede moest komen aan het armste deel van de bevolking, maar daarmee kwam hij in botsing met de opvattingen van de Zimbabwianen. "Wanneer ik zei: jullie moeten je op de kleinschalige boeren richten, dan zeiden zij: maar wij vinden de grootschalige boeren ook belangrijk. Wanneer ik zei: die technologie is beter voor jullie, dan zeiden zij: ja, ja, dat is zeker weer alleen voor ons bedoeld, wij mogen niet de moderne technologieën van jullie hebben." Een ontwikkelingsland blijkt dus nogal eens andere opvattingen te koesteren dan goedbedoelende Nederlanders graag zouden zien. In het geval van Zimbabwe werden die grootschalig werkende boeren uiterst belangrijk gevonden omdat zij voor veel werkgelegenheid en export zor14

daarop te richten. En niet andersom. Maar ook bij een goede samenwerking tussen derde wereldlanden en westerse biotechnologen valt niet te verwachten dat de problemen in een handomdraai opgelost zullen zijn.

De ontwikkeling van de biotechnologie

Biotechnologie heeft te maken met het actieve gebruik van micro-organismen, van cellen van planten en dieren. Het lijkt soms alsof het om een uit het niets opgedoken, gloednieuw vakgebied gaat; in feite echter is de biotechnologische praktijk al eeuwenoud. Al heel lang heeft de mens bijvoorbeeld bij bakkersgist, yoghurt, kaas en wijn gebruik gemaakt van biologische processen bij micro-organismen. Maar hoe die produkten precies ontstonden, was vaak nog onduidelijk. Sinds ongeveer honderd jaar wordt de bestudering van biologische processen op systematische, wetenschappelijke wijze ter hand genomen. De resultaten van zulk onderzoek worden toegepast op terreinen als landbouw, gezondheidszorg en milieu. Dit samenspel tussen biowetenschap en toepassingsgebied noemt men biotechnologie. De ontwikkeling van de biotechnologie is in de afgelopen decennia in snel tempo verlopen. Eén van de meest opzienbarende ontdekkingen is geweest dat het mogelijk is te 'knutselen' met de erfelijkheid; stukjes erfelijk materiaal kunnen van het ene naar het andere organisme worden overgebracht, zodat er cellen met nieuwe eigenschappen ontstaan. Dit wordt ook wel aangeduid als 'genetische manipulatie'. Dit knutselwerk biedt ongekende perspectieven. De mens heeft zich niet langer neer te leggen bij de grillen en wetmatigheden van de natuur, maar kan die natuur als het ware commanderen en programmeren. Om een kleine greep te nemen uit de mogelijkheden die onder handbereik liggen: men kan gewassen beter bestand maken tegen droogte of hitte; bij koeien kan de melkproduktie verhoogd worden; met behulp van bacteriën kunnen er vaccins ontwikkeld worden waarmee ziektes als malaria en bilharzia bestreden kunnen worden; en een verontreinigd milieu zou bestreden kunnen worden met micro-organismen die het vuil opeten. Dat klinkt allemaal fantastisch en dat is het grotendeels ook. Maar de laatste jaren ontdekken steeds meer mensen dat aan de biotechnologie ook een aantal ethische en politieke vragen kleven. Hoever kun je gaan met de genetische manipulatie, waar liggen de grenzen? is zo'n vraag; of: wie stuurt de ontwikkeling van de biotechnologie en aan wie komen de resultaten ten goede? Het is op grond van deze vraagstelling dat nogal wat deskundigen sceptisch, zo niet somber gestemd zijn over de huidige ontwikkelingen. D VU-MAGAZlNE—JANUARI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's