GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 56

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

en plagen ligt met de nieuwe techniek binnen handbereik. Bij de wereldvoedselorganisatie van de VN (FAO) is een bruikbare manier gevonden om sprinkhanenplagen in Afrika te bestrijden. Janse: "Je kunt natuurlijk vanuit een satelliet geen sprinkhanen zien. Op de opnamen kun je wél zien hoe vochtig het is, en hoe warm. Als je weet wat sprinkhaaneieren nodig hebben om uit te komen, zie je aankomen waar plagen kunnen ontstaan."

Z

weer mis ging, de droogte is al geweest en de voorraden raken uitgeput. Dat laatste is natuurlijk op de satellietbeelden niet zichtbaar. Daarvoor beschikt de FAO over een uitgebreid net van waarnemers. De huidige hulpacties zijn dan ook in gang gezet door berichten van die plaatselijke contactpersonen. Politieke problemen kun je niet waarnemen met een satelliet." Satellieten kunnen wel achtergrondinformatie leveren over de landbouw. De FAO heeft aan een Nederlandse organisatie opdracht gegeven om voor Noord-Afrika een ontvangststation te ontwikkelen om de voedselproduktie in de gaten te houden. Driemaal per maand zullen de Afrikaanse landen van daaruit op de hoogte worden gesteld van de toestand in hun land. Ze kunnen dan op tijd maatregelen treffen. Maar zullen ze dat ook doen? "Men moet in deze landen de gegevens leren gebruiken", vindt De Boer. "Men hoeft daar niet de kostbare beeldverwerkingsapparatuur te hebben, als ze maar met de resultaten kunnen omgaan. En dat is al een heel probleem. In Enschede bevindt zich daarom een internationaal trainingscentrum waar mensen uit ontwikkelingslanden de vereiste kennis wordt bijgebracht. Probleem is dat die mensen, eenmaal weer thuis, vaak op bestuurlijke posten terechtkomen."

De Boer: "Een hongersnood is geen ramp die uit de lucht komt vallen. We wisten allang dat het in Afrika

ijftien jaar geleden was het allemaal een stuk eenvoudiger. De eerste remote-sen««gsatelliet (Landsat 1) maakte simpele foto's van de aarde. Met een eenvoudig ontvangststation kon je de beelden van deze Amerikaanse satelliet rechtstreeks opvangen en bekijken. De NASA stelde de opnamen voor een symbolisch bedrag ter beschikking, 'tot heil der mensheid'. De grondstations schoten dan ook als paddestoelen uit de grond. Veel ontwikkelingslanden volgden de groei van hun gewassen met de regelmatige stroom Landsat-gegevens. Brazilië en Argentinië controleerden zo hun maïs en sojabonen. Ook de Thaise regering had zich in haar strijd tegen ontbossing al helemaal ingesteld op de Landsat-ontvangst. Aan het einde van de jaren zeventig ontvingen meer dan honderd landen gegevens van de satelliet. Maar de techniek schreed voort. De

'Alles wat de beelden tonen kun je ook in het veld ontdekken. Maar satellieten geven sneller overzicht dan ooit mogelijk was.' "Maar je moet wel gaan kijken of er inderdaad eieren liggen", vervolgt De Boer: "Dat hoeft niet het geval te zijn. De vooruitgang is dat je nu gericht kunt gaan zoeken om de sprinkhanen vroegtijdig onschadelijk temaken." ulke vroegtijdige satellietwaarschuwingen zijn vooral belangrijk voor ontwikkelingslanden. Ze kunnen rampen voorkomen. Maar ook als het natuurgeweld al is losgebarsten, kan een satelhet de hulpverleners van dienst zijn. Bij overstromingen bijvoorbeeld: "Dan ontstaan vaak heel verwarrende situaties", vertelt ir. De Boer. "Niemand weet welke gebieden er echt overstroomd zijn en wat er precies aan de hand is. Dat herinneren wij ons nog maar al te goed uit 1953. Niemand wist toen precies waar we heen moesten om mensen te redden." Met satellietbeelden komt de hulpverlening efficiënter op gang. Maar zover is het nog niet. Voorlopig komen de satellieten slechts eens in de twee weken over. Alleen geleidelijke veranderingen kunnen zo worden gesignaleerd; verdroging van de gewassen bij voorbeeld. Maar om voor dreigende voedseltekorten te waarschuwen heb je geen satellieten nodig.

10

V

simpele camera's aan boord van de eerste generatie Landsats moesten plaats maken voor betere, waarmee meer details zichtbaar waren. Je kon er zelfs het verschil mee zien tussen haver, gerst en tarwe. Prachtig, maar niet iedereen stond daar om te springen. In Amerika woedde enige tijd strijd over het invoeren van de nieuwe techniek. De ruimtevaartorganisatie NASA pleitte ervoor maar de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) zag meer in een degelijk en gestandaardiseerd systeem. De Boer: "Het is niet: hoe meer snufjes en kleurenfilters hoe beter, zoals de NASA lang volhield. Daar hebben de mensen in het veld helemaal geen behoefte aan." Janse vult aan: "Voordat je het weet krijg je een zee van gegevens en cijfers, waarvan je absoluut niet weet hoe je ze moet ordenen." Bovendien dreigen de derde wereldlanden het slachtoffer te worden van NASA's technische stokpaardjes. Het ontvangen van de verbeterde beelden is namelijk een stuk moeilijker. Ontwikkelingslanden moeten hun grondstations voor veel geld ombouwen. Daarnaast verhoogde Amerika de rechten voor de beelden om de steeds hogere kosten te dekken. In 1981 kostte een 'ouderwets' satellietbeeld nog $ 200. De geavanceerde opnamen kostten in 1985 al $ 4400. Het volgen van de groei van de gewassen wordt zo een kostbare zaak, een luxe waarvoor juist in ontwikkelingslanden het geld ontbreekt. In veel landen staan de stations nu te verroesten en moet men voortaan vertrouwen op de opnamen die men uit het Westen toegeschoven krijgt. Voorlopig geldt nog een overgangsregeling: de Amerikaanse Landsatsatellieten zijn uitgevoerd met de nieuwe én de oude apparatuur. Maar toen in 1982 twee zonnepanelen van de Landsat 4 uitvielen werd, om energie te sparen, de oude apparatuur uitgeschakeld. De vriendschappelijke politiek van voorheen dreigt plaats te maken voor een commerciële, zéker sinds het satellietproject in 1985 overging in handen van het privébedrijf iio^a;.

O

ok Frankrijk heeft een commerciële remote-sensings&ielliet. Deze SPOT-satelliet fotografeert details tot twintig meter. VU-MAGAZINE—FEBRUARI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's