GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 53

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ginnen mag de bankiersvereniging daarom vanaf die datum geen uniforme tarieven meer voorschrijven. Dat de Rabobank als eerste, en onafhankelijk van de beslissing van de andere banken, nu met een tariefstelsel is gekomen, zou daarom zónder die ingreep onwaarschijnlijk zijn geweest. Maar de reikwijdte van de Europese oekaze zal groter zijn. Eerst nu zal de concurrentiestrijd in de immer zo gesloten opererende bankwereld met alle geweld gaan losbarsten, waarbij het vooralsnog onwaarschijnlijk lijkt dat alle banken - klein of groot - het hoofd zelfstandig boven water zullen kunnen houden. Elektronisch betalen is slechts één facet van de revolutie die de wereld van het geld nog te wachten staat. Een facet dat niettemin belangwekkende vragen van maatschappelijke aard oproept. Krijgen de sociale minima ook zo'n handige bankpas? Of zal de sociale ongelijkheid door de invoering ervan nog meer toenemen? Komt de privacy van de burger niet nog meer in gevaar? Hoe groot zijn definanciëlerisico's voor de gebrui-

Eerst nu zal de concurrentiestrijd in de bankwereld met alle geweld gaan losbarsten. ker? Zal de verwarring in het betalingsverkeer erdoor niet eerder toedan afnemen? Vragen waarop nog geen eenduidige antwoorden zijn gegeven. Tegen de achtergrond van de grote belangen die hierbij, én bij de nog te verwachten turbulentie in de bankwereld, op het spel staan, lijkt de afzijdigheid van Minister Ruding van Financiën, zacht gezegd, wat opmerkelijk. Onbeantwoorde vragen als hierboven, hem medio december voorgelegd door PvdA-kamerlid Hans Kombrink, vermochten althans zijn gemoedsrust niet te verstoren. In alle opzichten wenste Ruding - zelf afkomstig uit het bankwezen - de banken de vrije hand te laten. De tijd zal leren of dit ministeriële vertrouwen in het verantwoordelijkheidsbesef van de banken, al dan niet terecht was. D VU-MAGAZINE—FEBRUARI 1988

N

ee, niet Leopold Bloom, wiens geestelijke zwerftoctit zicti afspeelde in tiet Dublin van James Joyce. Ook Léon Blum niet, leider der Franse sociaal-democraten, premier van de Volksfrontregering van 1936/7. Ook niet onze Jacques Bloem ("Altijd November, altijd regen, altijd dit leege tiart, altijd"). De Bloom, dat zinnebeeld van devergankelijktieid, om wie tiet mij hier gaat heet Allan, Hij is hoogleraar in wat ik maar politieke filosofie noem, in Chicago. Hij maakte in de jaren zestig naar zijn ervaring de verloedering van de universiteiten mee, en schreef daarom in 1987 een hartstochtelijk pleidooi (The Closing of the American Mind) vooreen terugkeer tot de oude universitaire waarden. Als immers moderne staten zichzelf nu meer dan ooit tevoren baseren op de rede en haar toepassingen, dan is een crisis in de universiteit, "the home of reason", wellicht de diepstliggende crisis waarmee we te maken hebben. Tot zijn verbazing kreeg zijn boek hoge oplagen. Vanwege de verrechtsing die we in het Reagan-tijdperk meemaken, zeggen critici. Terugkeer naar oude waarden is blijkbaar rechts. De vraag moet echter niet zijn in welke politieke categorie de oude mopperaar Bloom thuis hoort, maar of hij wellicht gelijk heeft als hij zegt dat de universiteiten niet meer de functie (kunnen) vervullen waarvoor zij zijn opgehcht. Dat is om de "intelectual excitement" te ontdekken die schuilt in het zoeken naar antwoorden op vragen als "hoe moet ik leven bestaat vrijheid - kunnen we kennen - hoe ziet een goede samenleving er uit?". Daarom moet in de vier universitaire jaren de nadruk niet liggen, zegt Bloom de ouden na, op specialisme en het voorbereiden van een loopbaan (volgens Bloom is bij de meeste exacte bèta-wetenschappen twee jaar universitaire basis meer dan genoeg om je ver-

der in een beroepsopleiding te specialiseren). De nadruk moet liggen op "liberal education", die de middelen verschaft om creatieve antwoorden te zoeken op vragen als eerder genoemd, vragen die nu worden afgeschoven op de vakfilosofen en, bij bijzondere universiteiten als de VU er een is, op diverse pogingen om de eigen grondslag aandacht te geven. Daartegenover staan dan de vakidioten, om een woordvondst uit de jaren zestig te benutten, en degenen die van de universiteit een al dan niet veredelde HBO willen maken, gericht op de markt. Bloom's bijwijlen briljante mopperpartijen over de zelf-

zo 'elitaire' zaak als vragend en creatief denken, hetgeen een andere selectie voor de universiteiten veronderstelt. We hebben een omniversiteit (op alles gericht), in plaats van een universiteit (gericht op het zoeken naar universele beginselen). Of de oplossing die Bloom aandraagt ons verder helpt is een andere kwestie. Hij bepleit een terugkeer naar de studie van, in plaats van óver, de grote denkers. Plato's Politeia zelf lezen. Socratisch onderzoek zelf toepassen, de plaats van de exacte wetenschappen in ons mensbeeld even belangrijk vinden als de indrukwekkende prestaties van die wetenschapen,

Bloom of Deetman? genoegzaamheid van de bèta's, de onzekerheid van de sociale wetenschappen en het gebrek aan assertiviteit van de alpha's doen vaak weldadig aan. Want waar is de ruimte voor een discussie over de waarde van wezenlijke humanistische universitaire tradities in een situatie waarin de grootste universiteiten zich in liefst vijftien faculteiten hebben opgesplitst, binnen de universiteiten de een over de ander valt in de haast om de leerstof aan te passen aan de onmiddellijke eisen van de praktijk, en we een onderwijsminister hebben wiens voornaamste opdracht lijkt te zijn het beheer (en die de studiefinanciering dan nog in het honderd laat lopen)?

het niet onkritisch toegeven aan modes van de dag zoals vrouwenstudies, gelijke behandeling, milieukunde en polemologie. De nadruk ligt daarbij op onkritisch, op de verwaarlozing van het geheel waarin dergelijke studies zouden moeten passen. Het gaat er niet om of deze Bloom gelijk heeft, bij die van Joyce is dat ook niet de eerste vraag. Maar wat hij aan de orde stelt zou centraal moeten staan in de maatschappelijke discussie over plaatsen functie van de universiteit. De managers die welbewust als politiek verantwoordelijken voor O&W en WVC zijn aangesteld moeten zich afvragen wat ze eigenlijk aan het 'mennedsjen' zijn, en waarvoor.

In ons land zijn er maar weinigen - i k herinner mij betogen van de voorzitter van de RAWB, Van Bueren, van de Rotterdamse socioloog Van Doorn, en onze eigen cultuur-mopperaar K.L. Poll van het Handelsblad/NRG-die aandacht vragen voor een

Maar wie is aan de universiteiten nog in staat ze dat te vertellen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's