GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 367

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 367

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

trine ontbreken op het schilderij - ze geven op schaal de verhoudingen tussen de planeten van ons zonnestelsel weer. Ook zijn er wat instrumenten en magneten bijgekomen, en een maquette van de Mont Blanc, die in 1787 werd vervaardigd ten behoeve van een wetenschappelijke expeditie. Maar voor het overige wordt duidelijk dat Rudi Fuchs, of een andere museumdirecteur van het fiHstijnse slag, nooit een stap over de drempel van dit museum heeft gezet. De vooruitgang is hier gefixeerd.

D

e vitrines langs de wand waren oorspronkelijk bedoeld als opbergkasten. De instrumenten werden eruit gehaald om er in het midden van de zaal demonstraties mee te geven. Nu moet het leergierige publiek het doen met de kaartjes, waarop vaak in vooroorlogse spelling de werking wordt uitgelegd. Bij de shnger van Foucault, waarvan een onschuldig exemplaar van nog geen meter hoog staat opgesteld, ligt een kaartje dat de betekenis ervan zo helder en beknopt weergeeft, dat men zich onwillekeurig afvraagt waar Umberto Eco al die pagina's voor nodig had: "Bij de slingerproef, als bewijs van de dagelijkse wenteling der aarde om haar as, lijkt het alsof het slingervlak om een verticale as draait, maar in werkelijkheid draait de horizontale verdeelde schijf." Decennia lang was dit museum het domein van eenlingen die er rustig konden vertoeven in de zaal van hun voorkeur. Nu ziet het bezoekersbeeld er anders uit. Sinds enkele jaren organiseert het museum, met behulp van overheidssubsidie, tijdelijke tenstoonstellingen. Het bezoekersaantal verdubbelde tot meer dan 50.000 per jaar. Tot ontzetting van sommigen. Een tentoonstelling van foto's van de schilder Breitner veroorzaakte deze zomer zulke topdagen, dat men zich zorgen begon te maken over het tere mozaiek op de vloer van de zalen waar het publiek eerst doorheen moest. Wat men daar zag, moet velen die nog nooit van het museum hadden gehoord en die afkwamen op de foto van het affiche - een naakte jonge vrouw die in de spiegel haar oksel bekijkt - hebben verbaasd. Een skelet van een grottenVU-MAGAZINE—OKTOBER 1989

beer en een reusachtige schedel van een eenoog, althans een mastodont wiens neusholte ooit voor een oog is aangezien. "De voorwerpen niet aanraken", staat er in koeieletters onder. Alsof iemand dat zou durven!

I

n de volgende zaal staan de electriseermachines opgesteld, die ooit gebruikt werden voor experimenten met statische electriciteit. Eén ervan, de electriseermachine van Van Marum, die het hele middendeel van de zaal in beslag neemt, is de grootste ter wereld. De koperen bollen stralen een futuristische kracht uit, maar het apparaat is tot nietsdoen gedoemd. Even lijk ik tijdens mijn bezoek geluk te hebben. Voor een radiospelletje waarbij luisteraars geluiden moeten raden, moet het geluid van overschietende vonken van een kleinere electriseermachine worden opgenomen. Omdat de lucht te vochtig is, gaat een conservator met een föhn langs de schijf, die zich in een glazen kastje bevindt. Het publiek stroomt toe en met een slinger brengt de conservator de schijf aan het draaien. Zonder enig resultaat. Het publiek druipt af en de conservator besluit de föhn maar rustig een tijdje in het kastje te laten liggen.

In een hoekje van dezelfde zaal staat een ander kastje, dat stukjes telegraafkabel bevat, met kaartjes eraan waar ze vandaan komen. Net als het postzegelkabinet elders in het gebouw, herinnert het eraan dat grote delen van de museumcollectie het resultaat zijn van particuliere verzameldrift. Teylers zelf liet afgezien van zijn geld weinig na voor de opbouw van een collectie. In zijn opgezette vogels zat de mot en de alcohol in de glazen potten was opgedroogd. Wel maakt zijn muntenverzameling nog deel uit van het penningenkabinet. In de achttiende- en negentiende eeuw is er echter een verzameling aangelegd, die met bijvoorbeeld de vierhonderd fysische instrumenten, uniek is. In de twintigste eeuw werd het aankoopbeleid om financiële redenen stopgezet, en nadat ook het laboratorium waar Nobelprijswinnaar H.A. Lorentz nog in had geëxperimenteerd, was gesloten, kreeg het museum een historisch karakter.

"We zijn ook niet meer van plan de lijnen door te trekken naar het heden," zegt hoofd presentatie Bert Sliggers. "We willen niet een soort Evoluon worden. Wel zijn er plannen voor nieuwbouw, omdat we extra ruimte nodig hebben om meer met de bestaande collectie te kunnen doen. We willen dan wisselende tentoonstelHngen houden, bijvoorbeeld over microscopen of planetaria. Of over het werk van instrumentmakers, want alle groten der aarde onder hen hebben aan Teylers geleverd. Ook willen we weer meer instrumenten gaan demonstreren dan nu het geval is, maar daarvoor moeten wel replica's worden gemaakt."

E

en ander deel van de collectie dat in de nieuwbouw beter tot zijn recht moet komen, zijn de prenten en tekeningen. Het museum bezit er dertigduizend. Oorspronkelijk waren ze bedoeld om tijdens demonstraties van hand tot hand te gaan, waarna over de stijlkenmerken kon worden gediscussieerd. Wybrand Hendriks kocht in 1790 op een veiling in Zweden een deel van de collectie van koningin Christina. Pas toen hij terug was in Haarlem, zag hij dat er zich onder de tweeduizend tekeningen werk bevond van Michelangelo (vijfentwintig stuks, onder andere studies voor de Sixtijnse Kapel), Rafael en Rembrandt. In New York en Chicago was onlangs de tentoonstelling '100 Master Drawings' te zien, samengesteld uit bezit van Teylers. In Haarlem zelf kunnen de prenten en tekeningen slechts mondjesmaat worden tentoongesteld. Zonde. Toch zal de liefhebber van dit museum, als de ruimte straks is uitgebreid, met enige weemoed terugdenken aan het kleine zaaltje waar hij zelf de verweerde gordijntjes, die de tekeningen beschermden tegen zonlicht, moest wegschuiven om zijn eigen ontdekking te doen: Hé, een Michelangelo! D

Qrq

Teylers Museum, Spaarne 16, Haarlem. Geopend: dinsdag tot en met zaterdag 10-17 uur, zondag 13-17 uur. Toegangsprijs: f 4,-, kinderen, 65-plussers en CJP-houders 2,-. Museumkaart geldig.

13

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 367

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's