GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 469

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 469

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gezondheidseducatie speelt in deze aanpak vanzelfsprekend een hoofdrol. Want democratie is nu eenmaal onmogelijk als niet tegelijkertijd kennis en informatie worden gespreid. Voor mijn gevoel heb ik me vooral met die educatie altijd bezig gehouden; soms wat intuïtief misschien, maar steeds actief en intensief. Spreiding van kennis en het aanzwengelen van discussies vormen de hoofdmoot van mijn bezigheden. Zo schrijf ik ook mijn boeken en artikelen: die bevatten informatie waarmee je als gebruiker van de gezondheidszorg een serieuze gesprekspartner voor de medicus wordt. Vanuit die motivatie - gezondheidseducatie - zit ik nu ook één dag in de week hier, in deze medische faculteit. In het hol van de leeuw, zou je kunnen zeggen. Want democratisering van de gezondheidszorg is, althans in theorie, in strijd met het belang van al degenen die in deze sector hun brood verdienen. Van mij mogen ze die belangen hebben, hoor. 't Is alleen jammer, dat ze zich in zo'n afgrijselijke machtspositie hebben weten te manoeuvreren.

I

k hoop hier mijn mond te kunnen opendoen, zonder bijvoorbaat op allerlei tegenwerking te stuiten. Deze leerstoel is niet voor niets gecreëerd. En ik veronderstel dat men mijn publikaties heeft gelezen voor ze mij aannamen. Anders zullen ze nog raar staan te kijken, want ik heb over dit vak een zeer uitgesproken mening. Als deze universiteit activiteiten ontplooit op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking, dan wil ik daar van nu af aan bij betrokken zijn. Ik zou VU-MAGAZINE—DECEMBER 1989

Prof.dr. I.N. Wolffers (1948) studeerde geneeskunde in Utrecht, waar hij tot 1977 werkzaam was als huisarts. In 1987 promoveerde hij in Leiden op een onderzoek naar veranderingen in de gezondheidszorg op Sri Lanka. Hij was initiatiefnemer van de eerste gezondheidswinkel in Utrecht, en (samen met echtgenote Marion Bloem) van de eerste hyperventilatiegroep in ons land. Met haar schreef hij voor de VPRO-televisie bovendien een kinderserie over liefde en seks. Bekendheid geniet Wolffers bovenal vanwege zijn populaire publikaties over, onder meer, medicijnen, stervensbegeleiding, hoge-bloeddruk en (recentelijk) slaapstoornissen. Sinds 1 september 1989 is hij als bijzonder hoogleraar in de gezondheidszorg van ontwikkelingslanden verbonden aan de Vrije Universiteit. Interview: Gert J. Peelen Foto: Bram de Hollander

het nogal mal vinden als van hieruit projecten worden ontwikkeld die in strijd zijn met wat ik denk dat in het belang van de patiënten daar is. En ik spreek in de geest van de WHO als ik zeg dat we die mensen niet nog meer last mogen bezorgen door nóg meer techniek, en nóg meer klinische hulp over te vliegen. Mijn bezwaren zijn niet gericht tegen medische techniek en klinische hulp als zodanig. Wél tegen het feit dat die in derdewereldlanden vrijwel uitsluitend ten goede komen aan de happy few. Bovendien maak je de gezondheidszorg op het platteland er nodeloos duur mee. Geloof me of niet, tachtig procent van de medische klachten in ontwikkelingslanden hoort thuis in de rij; diarree, koorts, hoesten, en jeuk. Heel triviaal dus. Maar de zorg is daar niet op ingesteld. De gezondheidszorg definieert de problemen in de Derde Wereld uitsluitend

vanuit de aanbodzijde: we hebben de techniek in huis om ~ ik zeg maar wat buitenbaarmoederlijke zwangerschappen vroegtijdig op te sporen, en die zullen we dus gebruiken ook. Dat idee. Puur hobbyisme als je 't plaatst tegen de achtergrond van de werkelijke problemen daar.

N

og maar een voorbeeld, voor het geval je denkt dat ik overdrijf. We hebben in Bangladesh een analyse gemaakt van de gynaecologie-opleiding daar. Die blijkt vrijwel exclusief toegespitst op al wat wij hier zo fraai en fascinerend vinden: dat klinische, dat heroïsche. Ik erger me daar blauw aan. Moet je weten dat in dat land de sterfte onder zwangere vrouwen onvoorstelbaar groot is, en vooral wordt veroorzaakt door een betrekkelijk simpel te bestrijden aandoening als zwangerschapsvergiftiging. Maar daaraan wordt geen aandacht besteed! Daar wordt geen effectieve zorg voor opgezet! Begrijp je wat ik bedoel?

moet ter discussie worden gesteld aan de universiteit. En daar hoop ik dan een bijdrage aan te kunnen leveren. Ik beschouw dat overigens als een uitdaging, hoor. Eenvoudig is het niet om je temidden van al die schitterende khnische verhalen staande te houden. Die komen altijd op hetzelfde neer. Is het soms niet prachtig, roepen ze dan, om iemand te redden met een keizersnee? Natuurlijk is dat prachtig! En je hebt in elk land artsen nodig die dat kunnen. Maar toch zul je je rekenschap moeten geven van de vraag wat het je kost in tijd en geld, om die ene arts op gindse plek deze ingreep te laten doen, en watje voor datzelfde geld allemaal nog meer had kunnen doen. Discussies op dit punt zal ik zeker niet uit de weg gaan. Maar het aardige is natuurlijk, dat ik niks te verliezen heb. Het hoogleraarschap is nooit zo mijn ambitie geweest. Als dit mijn enige bezigheid was, zou de neiging om me aan te passen wellicht groter zijn. Voor enige druk van buitenaf in die richting

'Eenvoudig is het niet om je temidden van al die schitterende klinische verhalen staande te houden/ Het is een kwestie van prioriteiten. Natuurlijk is het leuk om als universiteit een superspecialist naar Indonesië te sturen voor een aanvullende training van artsen daar. Maar wat zijn de consequenties van zo'n actie? Hebben we daarover nagedacht? Dat

ben ik, denk ik, vrij ongevoelig. Als hier sprake zou blijken te zijn van onwil om te luisteren of die discussie aan te gaan, dan zit ik er helemaal niet mee om ook weer te vertrekken. Dat heb ik mezelf en mijn vrouw beloofd.

9 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 469

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's