GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 296

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 296

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van derden verrichtte meesttijds zelf, werd daarom onder druk van diezelfde opdrachtgevers als hoogleraar ontslagen, maar - om geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven - op eervoUe wijze, zodat hij, met behoud van de professorstitel, de rest van zijn loopbaan kon volmaken met het schrijven van goed verkopende, maar volstrekt gefingeerde verslagen van ontdekkingsexpedities naar Zuid-Amerika, en van vaak evenzeer uit de duim gezogen w e tenschapsjournalistieke bijdragen in de krant (in de Telegraaf weliswaar, maar toch!). De tweede mocht als expert vanaf Cape Kennedy gesproken medisch commentaar leveren op de ApoUo-ruimtevluchten in rechtstreekse uitzendingen van de Nederlandse televisie, maar werd ontmaskerd toen tijdens vlucht nummer 9 niemand in Houston U.S.A. ooit van 'doctor Sjadie' gehoord bleek te hebben, waarop uitkwam dat deze grenzeloze fantast de geneeskundige aspecten van het ruimtelijk gebeuren steeds, via een met opzet gestoorde telefoonlijn, gewoon vanuit zijn viUa in Nederland had belicht. Van een veel diepere tragiek doortrokken is het dramatische verhaal van de Utrechtse chemicus en p o tentiële Nobelprijswinnaar Fritz Kögl die ervan overtuigd was dat hij de verwekkers van kanker definitief op het spoor was. De laboratoriumproeven leidden onveranderlijk tot optimistisch stemmende resultaten, maar bleken achteraf - op technisch volmaakte, maar volstrekt frauduleuze wijze - bewust in die richting gemanipuleerd door het hoofd van zijn eigen laboratorium (de samen met Kögl in 1930 vanuit Duitsland naar Nederland gekomen Fraulein dr. Hanni Erxleben). De reden voor haar wandaad? Zij zag haar amoureuze gevoelens voor Kögl onbeantwoord door de monomane v/etenschapper, en was hem daarom, naar pas na 's mans dood aan het licht kwam, consequent een hak blijven zetten met gefalsificeerde laboratoriumproeven. List en bedrog Dit zijn wel de grootste vissen uit de troebele visvijver van Neerlands frauduleus-wetenschappeHjke praktijken, die Frank van Kolfschooten aan de haak sloeg en onder het kopje 'Dubieuze praktijken' in hoofdstuk vijf de revue laat passeren. Maar du-

bieuzer nog (v/ant, naar moet worden aangenomen, algemener voorkomend) zijn de gevallen van list en bedrog die weliswaar veel minder tot de verbeelding spreken, maar die erop duiden hoe eenvoudig het eigenhjk is om in woord en daad de wetenschappelijke zaak op te Hchten. Naar dat soort fraude kraait vaak geen haan, en doet het matineuze beest dat wel dan is dit meestal niet te danken aan de effectiviteit van adequate controlemechanismen (zo die er in de wetenschap al zijn) maar gewoon het gevolg van onzorgvuldigheden begaan tijdens het knoeien. Natuurlijk is allereerst de vraag aan de orde wat nog voluit tot de categorie opzettelijk bedrog mag worden gerekend en wat - hoewel wellicht niet netjes en ethisch verantwoord, maar ook weer niet echt frauduleus - niet meer. Helemaal duidelijk is dat niet, al blijkt wel dat het hier om een gHjdende schaal gaat die loopt van selectief waarnemen tot het rechtstreeks manipuleren van gegevens, en van het zogenaamd vergeten van een enkele literatuurverwijzing tot het ondubbelzinnig en op grote schaal plegen van plagiaat. En in de meeste door Van Kolfschooten aangedragen gevallen - hoe gevarieerd ze qua aard en ernst ook mogen zijn - is zonder meer sprake van bedrog, waarbij plagiaat en het bev/ust manipuleren van onderzoeksgegevens de meest voorkomende wandaden zijn. Minder vanzelfsprekend is van bewust misleiden sprake, waar gevallen van 'salami-' en dubbelpublikaties ter tafel komen: het zodanig opsplitsen van de resultaten uit één enkel onderzoek, dat daaruit een maximaal aantal publikaties te genereren valt, respectievelijk het ter publikatie inzenden van hetzelfde of nagenoeg hetzelfde wetenschappelijke artikel naar verschillende vaktijdschriften om zo het aantal publikaties wat op te schroeven. Er zijn namehjk situaties denkbaar waarin 'de voortgang der wetenschap' gebaat is bij deelpublikaties of bij het nog eens aanpassen van een al gepubliceerd artikel ten behoeve van een ander lezerspubliek. De grens ligt daar waar de individuele belangen van de onderzoeker haaks komen te staan op de belangen van een grensverleggende wetenschap. Maar in zo'n schemergebied, waar al dan niet valse, individuele intenties een rol gaan spelen.

is het uiteraard slecht controleren. En misschien is dat meteen ook het belangrijkste inzicht dat vanuit het boek van Van Kolfschooten aan het hcht treedt: de soms principieel oncontroleerbare intenties die bij het initiëren, het daadwerkelijk verrichten en verslaan van wetenschappelijk onderzoek een doorslaggevende rol spelen. Appel en ijsberg De gelegenheid maakt de dief. En de mate van oncontroleerbaarheid moet daarom zeker een rol spelen bij het beantwoorden van de cruciale vraag of, hetgeen hier aan frauduleuze praktijken naar boven is gebracht, dient te worden gezien als een reeks zeldzame incidenten - een enkele rotte appel in een mand vol overigens gaaf fruit -, of dat hier alleen nog maar het topje zichtbaar is gemaakt van een ijsberg waarvan een onverwacht volumineuze massa schuilgaat onder het spiegelend oppervlak van een zee vol waterchocola. Van Kolfschooten zet in zijn inleiding braaf zowel de ijsberg- als de incidenttheorie uiteen. De eerste wordt vooral ondersteund door de onthullers van frauduleuze wetenschapspraktijken in de U.S.A., William Broad en Nicolas Wade, die stellen dat "elk groot geval van fraude dat aan het Hcht komt, (...) honderduizend andere (vertegenwoordigt), grote en kleine samen, die verborgen zijn in de zompige wildernis van de wetenschappelijke literatuur". De tegenovergestelde gedachte wordt aangehangen door bijvoorbeeld Daniel Koshland, redacteur van 'Science' die overmoedig zijn hand in het vuur zegt te steken voor de stelling dat (met een nauv/keurigheid van maar liefst vier cijfers achter de k o m ma) 99,9999 procent van de artikelen in wetenschappelijke vaktijdschriften volstrekt accuraat en betrouwbaar is. Het blijkt een standpunt dat - niet helemaal verrassend vooral in wetenschappeHjke kring wordt aangehangen. Daarvan getuigt bijvoorbeeld het advies dat Van Kolfschooten ontving van de Groningse hoogleraar W.K.B. Hofstee, om zijn speurtocht naar fraude te staken, omwiUe van het feit dat het opstapelen van wat Hofstee al bij voorbaat incidenten noemt, "automatisch de gedachte (creëert) dat het om iets structureels gaat." De vraag of het inderdaad slechts om

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 296

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's