GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 464

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 464

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1/1//7 Portegijs:

"Soms kunnen stereotypen

waar zijn.

mensen die volledig zijn vrijgesteld. Van die norm van volledige inzetbaarheid wil de universiteit niet af, gezien de weerstand die bestaat tegen het werken in deeltijd bij hogere functies. Daarmee vindt een bevestiging plaats van de traditionele rolpatronen."

••••••••H

22 v u MAGAZINE DECEMBER 1993

Verleppen

Is die oneerlijke concurrentie, vraag ik Wil Portegijs, niet onvermijdelijk, omdat de mensen met de meeste inzet altijd de beste banen zullen bemachtigen? Die suggestie wijst ze verontwaardigd van de hand. "Waarom zou een wetenschapper die veertig uur werkt meer bereiken dan twee die elk twintig uur werken? Waarom wordt samenwerking niet wat meer gewaardeerd? Ik zie niet dat de waarheid zich alleen prijsgeeft aan iemand die daar zestig uur per week achter aanjaagt. Je kunt ook een bezeten, gepassioneerde wetenschapper zijn in vier dagen per week; een vakidioot in deeltijd. "Ik denk zelfs dat mensen die m deeltijd werken zuiniger met hun tijd omgaan en harder werken ói2.n fulltimers. Voor mannen ligt het allemaal simpeler. Vaak krijgen ze het voor elkaar om vrouw en kinderen te hebben, leuke gordijnen en planten die niet verleppen. Voor vrouwen zijn zulke mogelijkheden zelden weggelegd." Waarom zou je, vraag ik vervolgens, vrouwen die hun carrière heel belangrijk vinden niet wat vaker adviseren om maar van kinderen af te zien? "Wat krijg je dan voor wereld?", roept Wil Portegijs uit. "Ik zou het erg vinden als wetenschappers geen kinderen kregen. Je mag als organisatie mensen niet voor zo'n keuze stellen. Er zouden ook geen kinderen meer komen om ons te verzorgen wanneer we oud zijn. Als vrouwen net zo als mannen alleen achter hun carrière aanzitten dondert het hele sys-

teem in elkaar. Ik denk dat mannen ook voor kinderen moeten kiezen. N u zie je dat mannelijke wetenschappers vaak wel kinderen hebben en vrouwelijke wetenschappers met. Voor een vrouw is die combinatie veel moeilijker omdat het ondersteunende thuisfront ontbreekt." Ik refereer aan een bevinding van haar onderzoek. Mannen, zo blijkt, hebben de neiging om gewoon door te blijven werken, zelfs wanneer de sfeer op een werkplek slecht is; vrouwen zijn daarentegen veel meer gericht op samenwerking en goede onderlinge verhoudingen; wanneer die ontbreken zijn ze sneller geneigd er de brui aan te geven. Wil Portegijs keert zich tegen de journalist. "Jij vindt zeker dat die tutteboUen gewoon eventjes moeten doorzetten. Die ondertoon bespeur ik. Daarnet die opmerking dat vrouwen voor hun carrière moeten kiezen en afzien van kinderen, en nu dit weer." Ik schrik. Ai, het mannelijk vooroordeel! Maar Wil Portegijs legt uit dat ze zelf ook geschrokken was van haar eigen onderzoeksbevinding. Degenen die toch al vonden dat vrouwen geen doorzettingsvermogen hebben, kunnen zich door haar onderzoek gemakkelijk in hun ideeën bevestigd zien. Maar, legt ze uit, dat vooroordeel is niet helemaal terecht. "Vrouwen hebben er meestal een hekel aan dat iedereen uitsluitend met zijn eigen onderzoek bezig is en dat nauwelijks enig overleg bestaat. Daar kan men niet achter staan, dat vindt men geen wetenschap. Het gaat niet om de vraag of het wel gezellig genoeg is. Het gaat om de manier waarop wetenschap bedreven wordt. Vrouwen zijn echte nieuwkomers en nogal kritisch; ze kijken vaak met een frisse blik tegen de zaken aan. "Vrouwen zitten minder vast aan een baan, het idee om tijdelijk werkloos te zijn is niet zo afschrikwekkend; voor mannen is het ondenkbaar om werkloos te zijn. Ontevredenheid is voor een man geen reden om te vertrekken, ze zijn veel meer vastgeklonken aan hun baan, zelfs al is het een rotbaan. Maar het is absoluut niet zo dat vrouwen vrijblijvend op de universiteit rondlopen. Hun betrokkenheid is misschien wel groter. Ik aarzel om dit te zeggen omdat het weer van die stereotypen zijn: vrouwen die meer inhoudelijk gemotiveerd zijn en mannen die meer uit zijn op centen, status en positie. Maar soms kunnen stereotypen waar zijn."

•••••^•H

Koesteren

De sekse-stereotypering blijkt een heikel punt te zijn. Vrouwen, zo werd altijd gezegd, beschikken bij uitstek over zorgende en koesterende eigenschappen. Daarom waren ze zo geschikt voor het huishouden en zo ongeschikt voor de beroepsarbeid. Daarom ook meende de Nederlandse regering in het begin van deze eeuw dat het volstrekt legitiem was om gehuwde vrouwen van de arbeidsmarkt te weren. De vrouwelijke aard was nu eenmaal een geheel andere dan de mannelijke. Tegenwoordig vindt nogal eens een omkering plaats. Het nadeel is plots een voordeel geworden. Juist omdat vrouwen die koesterende eigenschappen hebben, zijn ze zo geschikt voor hoge, leidinggevende functies. Een niet-autoritaire, op samenwerking gerichte vrouwelijke chef staat garant voor een hoge produktiviteit. Maar nog altijd heeft men het over een 'typisch' vrouwelijke aard. Margo Brouns staat sceptisch tegenover zulke typeringen. "Ik denk dat heel veel mannen het ook goed doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 464

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's