GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 167

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

tijd aan de winnende hand te zijn, maar wat heb ik aan zo'n overwinning? Het geeft de roes van alcoholvrij bier. Een fan wil geen lauwheid en gematigdheid, zijn betrokkenheid bij wat de club doet is een uitdrukking van zijn gevoelsleven. Hoe heftiger de emotie, des te beter. Echte sportbeleving heeft niets met onthechting, universalisme en relativering te maken, maar alles met fanatisme en een extreme partijdigheid. D e supporter is geen moderne, ruimdenkende liberaal maar een fundamentalist; geen kosmopoliet maar een dorpsbewoner. Als fan wil ik niet dat de beste, maar dat mijn club wint. Indien m o gelijk op een mooie wijze, maar desnoods met wat minder eerbare middelen, zogezegd balancerend op de grens van het toelaatbare. Het is een steun door dik en dun, de fan blijft ook achter de club staan in barre tijden. Hij kan niet anders. Dat maakt de glorie des te grootser op de dag van het kampioenschap. Vaak is gesuggereerd dat het om een tweedehands genot zou gaan. D e supporter zit rokend en kauwend op de tribune, hij is met degene die de prestatie levert. Kun je niet zelf beter wat aan sport doen? De Arsenal-fan Nick Hornby merkt in zijn boek 'Voetbalkoorts' (Uitgeverij Veen) evenwel terecht op dat het toekijken bij een voetbalwedstrijd hetzelfde wordt als het beoefenen van de sport. "De vreugde die wij beleven bij dit soort gelegenheden (kampioenschap of het behalen van de beker, kn) is geen blijdschap om het geluk van anderen, maar onze eigen blijdschap, en als er een rampzalige nederlaag wordt geleden, is het verdriet dat ons overmant in feite zelfmedelijden." De spelers, zegt H o r n by, zijn slechts onze vertegenwoordigers. "Ik maak net zozeer deel uit van de club als de club deel uitmaakt van mij; en ik zeg dit in het volle bewustzijn van het feit dat de club mij uitbuit, mijn mening negeert en me zo nu en dan gewoonweg treurig behandelt." Heldendaden Nu heeft Hornby de pech Arsenalfan te zijn. Hij erkent dat het een soms treurige obsessie is. JVlaar wat wil je ook met een elftal dat alleen maar spelers schijnt te bezitten die de bal van de voet laten springen en wier grootste technisch vernuft be-

staat uit de wilde trap naar voren. Geen wonder dat op de tribunes weinig uitgelatenheid valt te bespeuren. Daar zitten ze: de sombere mannen die niets anders doen dan kankeren op hun ploeg. Wij Ajax-fans hebben het beter getroffen. Over gebrek aan oogstrelend voetbal hebben wij niet te klagen. O p de tribunes valt regelmatig een schaterlach te horen wanneer weer eens een provincie-clubje ('allemaal boeren') gedold wordt. Al is het waar dat soms een dubieus sentiment hierbij naar de oppervlakte komt: het honen van de zwakkere en de minder begaafde; een sentiment dat geen fatsoenlijke burger zichzelf in het normale dagelijks leven toestaat. Maar niettemin: het leven van een supporter is niet alleen lijden. Ondanks de extreme partijdigheid accepteert de supporter de mondialisering als een onontkoombaar gegeven. Gelaten stelt hij er zich van op de hoogte dat het zoveelste Ajax-talent is weggekocht door een Italiaanse club. Een nieuwe Sjaak Swart ('mister Ajax'), die zijn loopbaan b e gon en afsloot in De Meer, zal niet meer opstaan. Als verraad wordt een

vertrek niet gezien. Nieuwsgierig kijkt iedereen toe hoe het talent bij zijn nieuwe club verkeerd begrepen wordt dan wel tot ongekende heldendaden komt. We zijn trots op 'onze jongens' in den vreemde. En zowaar slaat een gevoel van ontroering toe wanneer een voetbalheld (een Cmyff of een Rijkaard), na vele jaren opnieuw gaat spelen voor de oude club. De held bevindt zich weer in de schoot van de vertrouwde gemeenschap. Het universele, de internationale voetbalwereld, heeft zijn aantrekkelijke kanten, je moet als speler immers het maximale uit je mogelijkheden halen. Het leven in de diaspora is echter vermoeiend en levert weinig blijvende bevrediging opNa lange omzwervingen keert de held terug naar waar hij vandaan kwam, en wordt gestreeld, gekoesterd en vertroeteld. Eindelijk thuis.

Naar aanleiding van: Maarten van Bottenburg. Verborgen competitie. Over de uiteenlopende populariteit van sporten. Uitgeverij Bert Bakker, f 49,90.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's