GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 574

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 574

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ANGST

EN

PANIEK

Een goede beschrijving van de verhouding tussen blank en zwart in het negentiende-eeuwse Amerika, biedt de Leidse historicus Chris Quispel in zijn dissertatie 'Dienaar en bruut'. In die negentiende eeuw bestonden volgens Quispel stereotypen als: "Waar de blanke ijverig, rationeel en betrouwbaar was, iemand die leefde volgens christelijke normen en grote waarde hechtte aan trouw en zelfbeheersing, daar werd de zwarte afgeschilderd als het tegenovergestelde, lui, behept met een aangeboren onvermogen tot rationeel denken, niet in staat gecompliceerde ideeën en technieken te begrijpen, overgeleverd aan oncontroleerbare emoties en ongeremd gericht op sex." Vooral op het terrein van de seksualiteit lagen angst en paniek voortdurend op de loer. De zwarte man met zijn ongebreidelde seksuele honger zou de eerbaarheid van blanke vrouwen bedreigen. Dat zou weer tot bezoedeling van de blanke cultuur kunnen leiden en tot een ongewenste rasvermenging. Die rasvermenging was vooral zo ongewenst, omdat daardoor de superieure blanke beschaving zou aftal<:elen. Het zwarte ras stond op een duidelijk lagere trede van de evolutieladder. Het was een ondergeschikt ras, naar aard en aanleg buitengewoon geschikt voor het slavenbestaan. Eigenlijk waren zwarten niet zo heel veel meer dan dieren. Het was daarom ongewenst ze gelijke rechten te geven - zoiets doe je niet bij dierlijke wezens - of ze toe te staan zich seksueel te vermengen met blanken. Wie het lagere de kans geeft de hogere beschaving te doordringen, geeft het verval vrij baan. Het lagere sleurt het hogere naar beneden. Zulk biologisch racisme bestaat nauwelijks nog. Alleen de herinnering eraan bestaat nog onverminderd - en dat is geen prettige herinnering. Als voetbalsupporters 'oerwoudgeluiden' mal<en, weet iedereen maar al te goed de betekenis ervan. Waarmee niet gezegd is dat die supporters racisten zijn. Uit niets blijkt dat ze er diep van overtuigd zijn dat zwarte sportmensen de directe verwanten van apen zijn; waarschijnlijk hebben ze helemaal geen diepe overtuigingen. Iedereen met een beetje opvoeding realiseert zich dat het beledigend en pijnlijk is om zwarten voor oerwoudmensen uit te malden. Het biologisch racisme is definitief in diskrediet gebracht. Het is een taboe geworden. Bepaalde zal<en kunnen en mogen nu eenmaal niet gezegd worden. De erkenning van het taboe is een 'hogere' vorm van bewustzijn; we weten dat de verleiding om op een racistische manier te denken heel krachtig is, maar we willen dat niet. Racisme is heel menselijk, maar moet toch strikt worden tegengegaan. De blanke negentiende-eeuwers waren zich er daarentegen allerminst van bewust dat ze een minderheidsgroep beledigden wanneer ze negers als dicht bij de natuur staande dierlijke wezens karakteriseerden. Op hun manier waren ze naïef en oprecht; ze meenden wat ze zeiden. Van taboe's hadden ze geen weet. In deze eeuw is die naïviteit nauwelijks nog denkbaar. De ernst waarmee de negentiende-eeuwers hun rassentheorieën verkondigden staat haal<:s op de balorigheid van de supporters. Wie tegenwoordig oerwoudgeluiden maal<t, is willens en wetens aan het kwetsen - hij weet dat hij iets doet wat niet waar is en wat niet mag. En hij doet het toch want het taboe moet WETENSCHAP,

CULTUUR

geschonden. Er zal pijn zijn. ECLATANT

SUCCES

Van het aloude blanke superioriteitsgevoel is weinig meer over. Het negentiende-eeuwse racisme was zelfverzekerd van aard. Behalve met haat en angst werd soms ook met een zekere neerbuigende welwillendheid gekeken naar de zoveel minder ontwikkelde zwarte. De blanke man had een missie. Onder goede leiding zou de zwarte

et) SAMENLEVING

40

- DECEMBER

199;

misschien wel een paar stapjes hogerop kunnen komen op de beschavingsladder. De hedendaagse vreemdelingenhaat ontbreekt het aan enige vorm van zelfvertrouwen. Degenen die het meeste haten zijn blanke verliezers, zij die misschien wel zouden willen discrimineren, maar dat niet kunnen omdat ze daarvoor de macht niet hebben. De blanke angst is er een voor een mogelijk zwarte superioriteit, een angst om overvleugeld te worden: strains pikken zij 'onze' huizen, 'onze' banen, en zelfs 'onze' vrouwen in, en zullen zij misschien WETENSCHAP,

CULTUUR

ook m de politiek de dienst gaan uitmal<en. Dan zal de autochtoon zich helemaal vreemdeling m eigen land gaan voelen. Het maal<;t allemaal een nogal slappe, verongelijkte indruk. Zulke vormen van vreemdelingenhaat zijn zeer irritant, maar er valt in zekere zin mee te leven - in ieder geval zolang extreem-rechtse politieke partijen er niet al te veel munt uit weten te slaan. En in Nederland wordt de machteloosheid van de grieven overtroffen door de machteloosheid van het rechtse organisatie-talent.

e) SAMENLEVING

4L

- DECEMBER

199^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 574

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's