VU Magazine 1996 - pagina 383
Help, de dokter verzuipt!
Huisartsen die openhartig verhalen over de problemen in hun pral<tijk zijn zeldzaam. Patrick Bosboom, huisarts en publicist, neemt in zijn dagboek geen blad voor de mond. Onder de titel 'Een eindeloos bestaan' verschijnt in november van dit jaar een nieuwe bundel met fragmenten uit dat dagboek, bij de Bussumse uitgeverij Trude van Waarden-Produkties. De algemene teneur daarin is dat het beroep van huisarts door de jaren heen zwaarder is geworden. Geven de geschiedenis en de onderzoekscijfers hem daarin gelijk? Een voorpublicatie met kanttekeningen.
Staat Patrick Bosboom model voor 'de' Nederlandse huisarts? Steeds meer huisartsen klagen over veeleisende patiënten, regulerende instanties en lange werkdagen. Objectieve cijfers die aantonen dat ze het hierdoor zwaarder hebben dan vroeger, zijn er echter nauwelijks. "Volgens mij is het een kwestie van subjectieve
G e r t J. Peelen en M a r k T r a a
Het zoontje van de huisarts aarzelde geen moment. "Wat wil je later worden?" had iemand hem gevraagd. "Patiënt, meneer. Dan zie ik papa tenminste vaker." Het zoontje uit de anekdote zou het zoontje kunnen zijn van Patrick Bosboom, auteur van het dagboekfragment op deze pagina's. Bosboom, onmiskenbaar een huisarts van het hartstochtelijke type, ventileert sinds jaar en dag zijn visie op het vak in onder meer 'Medisch Contact', het weekblad van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. In 1993 verscheen van zijn hand een bundel dagboeknotities onder de titel 'Weekendleed - verhalen uit een doodnormale huisartspraktijk'.
Mijn dag moet opstarten als een computer. Wanneer om tien over zes de wekker gaat, werk ik punt voor punt het ochtendprogramma af. In de ijskast ligt al het brood klaar voor zowel de ochtend als de middag. Bij het ontbijt thuis rond halfzeven drink ik een halve uitgeperste citroen met water, anderhalf uur later kondigt de assistente haar komst in de praktijk aan met een glas thee en om half negen volgt een kop koffie; rond dat tijdstip zijn meestal de eerste tien
Praktijk ¥an
alledag
patiënten al geholpen. Ik ontbijt in stilte. De radio gaat pas in de auto aan. Wanneer ik de stem van de presentator hoor, dringt tot me door welke dag het is. Ik lees de krant ook nooit eerder dan op de praktijk, waarbij
Patrick Bosboom
ik mij voornamelijk beperk tot de koppen en de rouwannonces: soms herken ik namen van patiënten, die ik in de waarneming heb gezien, en gemiddeld eens per jaar moet ik uit de krant vernemen, dat er een patiënt van mij is overleden. Niets mag dit ochtendritueel verstoren. Een nachtvisite is niet prettig, maar een visite
"ik heb een knobbel in mijn kont!" Sabine
op déze plaats pijn." De patiënte wijst een plek
jicht! Mijnheer Vonk behoort niet tot die groep
in de vroege ochtend vind ik hondsberoerd.
meldde het gisteren al telefonisch met het
laag in de flank aan. Ik leg uit, dat daar "het
patiënten, die een uitvoerige uitleg op prijs stelt.
Zo wordt het wankele evenwicht van mijn
dringende verzoek of ze nog diezelfde middag
buisje van de nier naar de blaas loopt" en
Elk woord, dat wordt misverstaan, is weer een
ochtendlijke gemoedsrust ook verstoord, wanneer
kon komen. De knobbel zat er echter al enkele
verzeker haar, dat die plaats ook bij het
bron van angst en zelf geeft de man duidelijk aan,
patiënten mij al om zeven uur bij de praktijk
dagen en deed geen pijn. Bij het onderzoek zie
röntgenonderzoek wordt bekeken. Mevrouw
wat voor hem belangrijk is: "Geef me maar iets,
opwachten. Ik wil als eerste aankomen om mij op
ik een minuscuul bultje, niet veel groter dan een
Van Rijswijk is tevreden en verlaat na drie
dokter, waardoor ik in elk geval carnaval kan
een werkdag van tenminste tien uur non-stop-
erwt; mogelijk zit het er al jaren. Ik stel Sabine
minuten weer de spreekkamer.
vieren!"
activiteit te kunnen voorbereiden.
gerust. "Gelukkig", reageert ze, "want ik dacht
Haar plaats wordt ingenomen door mijnheer
Na mijnheer Vonk volgt er een 23-jarige patiënte
Er zijn altijd nog wel enkele kleine dingen van
al aan die ernstige ziekte." Mevrouw Van
Vonk. Terwijl ik zijn medische gegevens haal,
met een onuitspreekbare Poolse naam. Ik zag
huishoudelijke aard die voorafgedaan moeten
Rijswijk komt binnen met een aanvraag voor een
trekt de man een schoen en een sok uit.
haar al de vorige week met moeheidsklachten.
worden en bovenal kan ik niet zonder een paar
nieronderzoek, dat ik haar eergisteren heb
"Dokter, ik houd het niet meer uit van de pijn!"
Nu komt ze voor de uitslag van het bloedonder-
momenten stilte, voordat de eerste patiënt de
meegegeven. "Ik heb uw briefje gelezen dokter.
Bij de basis van de grote teen zit een rode zwel-
zoek. Ook zou ze de naam van de "wonderpil-
spreekkamer binnendraaft.
U schrijft over 'onderbuikspijn', maar ik heb ook
ling. De diagnose is ai bij de eerste blik rond:
letjes" meenemen, die haar moeder in Polen
22
WCS SEPTEMBER
I996
beleving".
De knuppels die Bosboom in het toch wat sjieke hoenderhok van de medische stand werpt, bieden een inkijkje in de problematiek die de beroepsgroep liever onbesproken laat: die van de problemen binnen de beroepsgroep zelf. Artsen hébben geen problemen, en als ze ze hebben, dan moeten ze er vooral niet over zeuren. Het is deze houding die volgens Bosboom debet is aan de veronderstelde toename van de moeilijkheden waaronder de hedendaagse huisarts gebukt gaat. Patrick Bosboom is een zorgvuldig geheim gehouden schuilnaam. Zijn patiënten figureren in zijn verhalen. Met hun anonieme medewerking vertelt hij datgene wat huisartsen volgens hem structureel onbesproken laten. "Het is onvermijdelijk, en misschien ook wel mijn vooropgezette doel, dat mijn dagboekfragmenten felle reacties uitlokken", zegt Bosboom desgevraagd. "Juist om die reden gebruik ik het dagboek als genre, en giet ik wat ik te zeggen heb bij voorkeur niet in de vorm van een abstract, objectief wetenschappelijk betoog." Bosbooms notities werpen een licht op de veranderende rol van de huisarts, temidden van steeds veeleisender patiënten en regulerender instanties. Om bij de laatste categorie te beginnen: Bosboom staat tamelijk kritisch tegenover de benadering van beroepsorganisaties als de Landelijke Huis-
WCS SEPTEMBER
I996
23
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's