GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 136

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

INTERVIEW

Guus

TERMEER

PHIL SMITH Als jong promovendus protesteerde hij al in 1945 tegen de atoombom. Toch duurde het bijna twintig jaar voor hij een verband legde tussen zijn werk als kernfysicus en zijn verzet tegen kernbewapening. Naïef noemt hij zichzelf. Maar ook sterk. Sterk in zijn humanistische levenshouding.

Z

ijn bescheiden etage aan de rand van de Groningse binnenstad doet niet vermoeden dat hier het hoofdkwartier van Pugwash Nederland is gevestigd. Een archief? Ach, dat bestaat uit een paar ordners en mappen, zegt Phil Smith. De rest is in een container verdwenen toen hij in 1988 met emeritaat ging als hoogleraar experimentele natuurkunde van de Groningse universiteit. We zitten in het halfdonker en proberen een van de schaarse archiefstukken van Pugwash te lezen. "Zal ik dan toch maar de lamp aandoen?", vraagt de hoogleraar. "Ik probeer eigenlijk zo veel mogelijk te bezuinigen op energie." Soberheid troef in het leven van Philip Bartlett Smith, die in 1923 in Oal<land werd geboren. Al meer dan dertig jaar is hij de gangmaker van Pugwash Nederland. En in de internationale Pugwash-beweging, die eind vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, speelt hij de rol van vernieuwer. Zo stond hij aan de wieg van de nieuwe koers die deze beweging van geëngageerde wetenschappers uit Oost en West in 1988 in het Russische Dagomys insloeg. In zijn hotelkamer werkte hij met enkele geestverwanten aan een nieuw handvest waarin niet meer alleen wordt gerept over de bewapeningsproblematiek, maar ook over zaken als milieu, duurzame energie en het wereldvoedselprobleem. "Al die zaken kun je niet los van elkaar zien. Dat is voor mij zo klaar als een klontje", klinkt het vol overtuiging. Phil Smith is een buitenbeentje, zowel in de wereld van de wetenschap als in zijn politieke activiteiten. Al jong ging hij zijn eigen weg en tot aan zijn emeritaat stond hij pal voor zijn idealen. Ook al betekende dit, dat hij aan het einde van zijn loopbaan moederziel alleen in het Groningse natuurkundelab bleef werken. Zijn die eigenzinnigheid en dat engagement hem met de paplepel ingegoten? WETENSCHAP,

CULTUUR

Smith neemt plaats op zijn praatstoel. Gedreven vertelt hij het verhaal van zijn jeugd. Geëmotioneerd ook, wanneer zijn herinneringen hem terugvoeren naar een beroemde humanist die ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog in gewetensnood kwam. "Mijn politieke belangstelling is te danken aan mijn moeder. Mijn vader was hoogleraar endocrinologie aan de Columbia University in New York City. Hij was niet zo betrokken bij de actieve politiek. Maar mijn moeder wel. In de jaren dertig was er in New York een grote volksbeweging die de corrupte kliek van bestuurders wilde verstoten. Het ging om de top van de democratische partij die de stad al generaties lang in zijn greep had. Mijn moeder was democraat, maar sloot zich aan bij de beweging die het heersende systeem van corruptie en handjeklap eindelijk eens wilde doorbreken. Ook mij liet ze pamfletten uitdelen; als kind van tien. En ik herinner me dat ik eens in een flatgebouw een groep zware jongens van die bekritiseerde club achter me aan kreeg. Zo leerde ik al jong dat politiek niet altijd een zachtzinnige zaalc is. "Mijn moeder gaf me op subtiele wijze een idee van rechtvaardigheid, van fair zijn, van niet beter willen zijn dan de ander - allerlei zaken die ik ook in mijn huidige houding nog steeds terugvind. Ze stopte me na de zesde klas op een school waar 95 procent van de leerlingen joods was. Niet omdat het een joodse school was, maar juist omdat dit een van de weinige privéscholen in New York was die niet discrimineerde. Zo kwam ik in aanralcing met een ander vraagstuk dat me nog steeds bezighoudt; dat van de discriminatie." Wat vooi signatuui had die schooU "Het was een school van naam, gebaseerd op humanistische principes: de Ethical Culture School. Ik kwam daar et) SAMENLEVING

10

- APRIL

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's