GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 326

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 326

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

die eveneens over paard en wagen beschikten, gebruikten ideologie, bondgenootschappen en handel om hun buren te overheersen of de onderlinge verdeeldheid van die volken uit te buiten, waarbij ze gaandeweg het Euraziatische herdersbestaan transformeerden. Wellicht omvatte het Yamnagebied de hele taalfamilie waartoe het PIE behoorde. In dat geval was het PIE een lokale taal die zich een hoge status verwierf en vervolgens geleidelijk haar zustertalen op de Dnjepr-Oeralsteppen verdrong. Het Yamnavolk leefde op het juiste moment en de juiste plek om een taal te hebben met alle kenmerken waarvan we nu weten dat het PIE die had. Anders dan Renfrews Anatolië kende hun woongebied een gematigd klimaat en kwamen er otters, bevers, beren, berken en espen voor. Het lag tussen de bergen van de Oeral en de Kaukasus, een ligging die de vroege banden tussen de Indo-europese talen en de talen van Oeral en Kaukasus verklaart. Doordat we de oorsprong van het Indoeuropees drieduizend jaar later dateren dan Renfrew doet, kan dit scenario ook verklaren hoe het PIE woorden voor voertuigen met wielen kon kennen. Renfrew betoogt dat het PIE nooit woorden voor rijdende voertuigen had, omdat het zich verspreidde lang voordat het wiel was uitgevonden. Hij raeent dat latere Indo-europese talen die woorden van elkaar of van andere talen leenden toen hun culturen deze uitvinding leerde kennen. Als dat waar is dan zou een woordenschat voor voertuigen met wielen, uitgevonden door één cultuur, zich ongewijzigd over alle Indo-europese talen van India tot Schotland hebben moeten verspreiden.

Magic Women

van de steppen dolven en die joegen op de saiga, een antilope die ver in de steppen leeft. En ten slotte waren zij de eerste steppebewoners die karren en wagens hadden, en die daaraan zoveel waarde hechtten dat zij ze soms met hun eigenaren begroeven, wellicht om hun ziel in het volgende leven naar verre weidegronden te brengen. Er zijn op de steppen tussen de Oeral en de Prut zo'n 248 wagen- of karrengraven gevonden, waarvan de oudste uit circa 3000 v.Chr, dateert. Hoewel er geen sprake was van een rijk of zelfs maar van een gemeenschappelijke politiek, was de Yamna-cultuur bijzonder invloedrijk. De gemeenschappen op de steppen tussen de Dnjepr en de Wolga die tussen 3500 en 300 v.Chr. de manier van leven van deze Yamna-cultuur overnamen, lijken rituelen gemeen te hebben gehad, zoals blijkt uit hun graven, en ze deelden waarschijnlijk ook een taal. Die taal was, zo goed als zeker, het Proto-Indo-Europees. Het is zeer waarschijnlijk dat de Yamna-cultuur het PIE voor het eerst naar Europa bracht. Culturen die uit het Yamna voortkwamen brachten daarna verwante talen over de steppen naar Iran en India. Het Yamnavolk en zijn afstammelingen,

42

WCS JULI - AUGUSTUS

1996

Er zijn geen archeologische aanwijzingen die dat idee ondersteunen, en er is veel dat ermee in strijd is. Voertuigen met wielen verschenen na 3500 v.Chr. vrijwel tegelijkertijd in Oost-Europa, op de steppen, en in het Nabije Oosten. Niemand weet waar, wanneer of door wie ze zijn uitgevonden, maar hun verspreiding ging begrijpelijkerwijs heel snel. De Indo-europese woorden waarmee ze worden beschreven passen naadloos in de betrokken talen. Voor het idee dat ze van taal tot taal zijn doorgegeven is nooit enige taalkundige ondersteuning gevonden. Anderzijds blijkt uit talloze onderzoeken dat die termen duidelijk een gemeenschappelijke wortel in het PIE hebben. Alles wijst er dus op dat de sprekers van het PIE vertrouwd waren met voertuigen op wielen. Grafgift Taalkundigen delen de Indo-europese talen in ten minste negen onderfamihes in - Albanees, Anatools, Balto-Slavisch, Germaans (waaronder ook het Engels), Grieks-Armeens, Indo-Iraans, Italisch, Keltisch, Tochaars en misschien Thracisch - maar ze zijn het er lang over oneens geweest wanneer elk van die onderfamilies zich van de moedertaal afsplitste. Onlangs is echter door taalkundigen een stevige evolutionaire stamboom van het Indo-europees gemaakt. Gebruik makend van een aangepaste vorm van 'cladistiek' (een wiskundige methode die wordt gebruikt om relaties tussen biologische soorten vast te stellen), toonden zij aan dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 326

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's