GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 399

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 399

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zwak karakter "Het is een grote stap om van het defecte PC i-gen naar zwaarlijvigheid te gaan", vertelt Creemers. "We weten dan ook niet waar het precies mis gaat. PCi is de indirecte oorzaak van het overgewicht. Welke stappen daar allemaal nog tussen komen, is onduidelijk. Dat kunnen we nu meer gericht gaan uitzoeken bij muizen waarin dezelfde mutatie wordt aangebracht. Toch is deze ontdekking wel degelijk van belang. Voor het eerst vinden we namelijk een mutatie bij de mens. Hiermee hebben we meteen aangetoond dat dikke mensen het slachtoffer kunnen zijn van hun eigen biologie. Zij hebben geen zwak karakter, maar er is iets in hun lichaam waardoor ze niet kunnen stoppen met eten." Maar niet alle mensen die te zwaar zijn, kunnen hun genen daarvan de schuld geven. Afhankelijk van de studie die je neemt, is overgewicht voor veertig tot tachtig procent te wijten aan genetische aanleg. "Ik wil toch benadrukken dat mensen te dik zijn omdat ze te veel eten en te weinig bewegen. Kijk maar naar de Verenigde Staten. Vetzucht ontstaat doordat je gedurende lange tijd meer energie opneemt dan je verbruikt", aldus Creemers. Dat er toch mensen zijn die aankomen terwijl ze helemaal niet zo gek veel eten, is volgens de onderzoeker te verklaren met variaties in genen. "Dat zijn geen fouten, maar verschillen in het erfelijk materiaal. Het zou bijvoorbeeld best kunnen dat er variaties van leptine bestaan, waarbij de ene variant werkzamer is en beter wordt opgemerkt door de hersenen, dan de andere." Ook kunnen die genetische verschillen ertoe leiden dat het lichaam op verschillende manieren op voedsel reageert. Sommige mensen hebben een trage stofwisseling, waardoor de verbranding van alles wat ze binnen krijgen constant op een laag pitje staat. Anderen hebben weer meer de neiging om een overschot aan calorieën om te zetten in eiwitten of suikers, in plaats van het als vet op te slaan rond de heupen. En probeert men ondanks die genetische voorbeschiktheid

toch af te vallen, dan vindt het lichaam er wel iets op om de verloren kilo's terug te halen. "Dat is het probleem van veel diëten", meent Creemers. "Daarin wordt geen rekening gehouden met het feit dat het lichaam een dynamisch geheel vormt. Als je minder eet, probeert je lichaam de boel weer in balans te brengen door de stofwisseling te vertragen, waardoor je het bijvoorbeeld kouder krijgt of je je lusteloos gaat voelen, met als gevolg dat je weer minder beweegt. Omdat alles zo op elkaar inwerkt, is ingrijpen moeilijk. Je weet niet welke functies er allemaal gaan veranderen en wat de gevolgen daarvan zullen zijn." Het genetische onderzoek op muizen maakte dat onlangs nog maar eens pijnlijk duidelijk. Degenen die het /at-gen ontdekten, probeerden de dikke dieren te laten afslanken door een goed functionerend gen in hun alvleesklier in te brengen, zodat de productie van insuline weer normaal werd. De muizen bleven echter dik, wat erop wijst dat er andere mechanismen in het spel moeten zijn. "Daarom is er veel onderzoek naar leptine, dat maar een deel van het proces beïnvloedt door de eetlust te verminderen en het energieverbruik te verhogen", legt Creemers uit. Zelf verwacht hij op grond daarvan veel van het hormoon. De farmaceutische industrie is om een andere reden geïnteresseerd in leptine. Die wil gewoon zo snel mogelijk een middel op de markt brengen die de overtollige pondjes doen wegsmelten. "Wat mensen willen, is slagroomgebak eten zonder dat ze dik worden. Maar dat is een illusie." Waar met behulp van leptine op termijn mogelijk wèl voor kan worden gezorgd, is dat we het gebak kunnen laten staan zonder te worden overweldigd door een geweldige trek in die lekkernij. Wat dat betreft heeft Creemers zijn geloof in leptine niet verloren. Ondanks de vrees dat het injecteren ervan bij de mens nauwelijks effect zal hebben. "Leptine kan ons op een andere manier nog veel leren. Stel dat uit onderzoek blijkt dat de stof bij dunne mensen veel actiever is dan bij zwaarlijvigen. Als blijkt dat bij hun ob-gen een ander aminozuur op een bepaalde plaats staat.

dan heb je een variatie gevonden die het gen in dat geval beter laat werken." Nog moeilijker is het zoeken naar combinaties van genen die door hun interactie het gewicht beïnvloeden. Sommige laboratoria hebben al verdienstelijke pogingen in die richting ondernomen bij muizen. David West van het Pennington Biomedical Research Center in Baton Rouge (vs) kruiste een muizenstam die zeer dik werd van een vetrijk dieet, raet een stam die ondanks dezelfde voedingsgewoonten slank bleef. Door na te gaan hoe dit kenmerk van de ene op de andere generatie werd doorgegeven, toonde West aan dat de gevoeligheid voor vet geregeld wordt door een tot vier dominante genen. Ook heeft hij al plekken op bepaalde chromosomen geïdentificeerd waar de genen te vinden moeten zijn. Het tiibbygen bijvoorbeeld, bevindt zich binnen een van die segmenten. Vooruitgang genoeg dus. Dat er enorm veel onderzoekers bezig zijn op dit (commercieel interessante) gebied, blijkt wel uit het aantal publicaties over het onderwerp. De 'Index Medicus' van 1995 telt 1.015 bijdragen in de wetenschappelijke literatuur, die betrekking hebben op zwaarlijvigheid. Maar we zijn nog niet zo ver als veel mensen - samen met de farmaceutische industrie uiteraard hopen. Creemers: "Iemand die in het wetenschappelijke blad 'Nature Genetics' commentaar gaf op onze vinding, citeerde Winston ChuTchill: 'Dit is niet het begin van het einde, maar het einde van het begin.' Dat geldt ook voor de strijd tegen zwaarlijvigheid." Literatuur: 'Decreased cerebrospinal-fluid/serum leptin ratio in obesity: a possible mechanism for leptin resistance', in: The Lancet, 20 juli 1996; 'Gaining on fat', in: Scientific A m e r i c a n , augustus 1996; 'Obesity - anything new?'. In: SAMJ, volume 87, mei 1997; 'Things can only get thinner', in: N e w Scientist, 23 augustus 1997.

Fotografie: Lenny Oosterwijk, m e t dank aan Jash Paul en Ratna.

wcs

NOVEMBER/DECEMBER

1997

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 399

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's