GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 339

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 339

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog ingewikkelder wordt het, wanneer de menselijke gebruiker van de computer, degene die van de grap kennisneemt, juist weer moet lachen om zo'n stompzinnige poging tot humor. Daarmee wordt niet-leuk vanzelf weer leuk. Al in de jaren zestig was er Eliza, de patiënt-vriendelijke, luisterende psychotherapeut. Veel gebruikers werden gefopt door de manier waarop Eliza het gesprek gaande hield. Wanneer iemand bijvoorbeeld zei: "Ik voel me niet goed", dan kwam er antwoord in de trant van "hoe zou je je willen voelen", of simpelweg "vertel verder". Hilarisch was het moment waarop Eliza converseerde met een andere computer, Paiiy, die was geprogrammeerd om zich te gedragen als paranoïde patiënt. Parry werd totaal achterdochtig van de rustige houding van Eliza. Wanneer Parry bijvoorbeeld zei "Ik denk dat je me niet begrijpt", reageerde Eliza met "Zou je willen dat ik je begreep?", waarna Parry vertwijfeld uitriep: "Waarom vraag je dat?". Het resultaat kan komisch zijn, maar dat wil nog niet zeggen dat de computer daarmee begrijpt wat er gebeurt. Nijholt: "Maar wat betekent begrijpen bij een computer? Dat twee plus drie gelijk is aan vijf, dat is ook maar aangeleerd. We moeten denk ik accepteren dat computers nu eenmaal zo werken. Het is dan helemaal niet zo vreemd om te proberen het menselijk gedrag te modelleren. Je kunt je net zo goed afvragen in hoeverre bijvoorbeeld verliefdheid of andere vormen van ons gedrag niet doodgewoon mechanismen zijn." Ruzie Het onderzoek naar computationele humor gaat tegenwoordig steeds meer in de richting van de filosofie. In ieder geval leert het ons hoe ingewikkeld we zelf in elkaar zitten. Omdat het ondoenlijk is alle mogelijke referenties, associaties en eigenlijk de kennis van de hele wereldgeschiedenis te modelleren, wordt het meeste succes geboekt in onderzoeksgebieden die afgebakend zijn. Nijholt is niettemin dwars genoeg om te vinden

dat de conventionele manier van het zoeken naar oplossingen omgedraaid moet worden. "Er bestaan modellen voor de manier waarop mensen communiceren. Er wordt meestal van uitgegaan dat een geslaagde uitwisseling van informatie een voorbeeld is van goede communicatie. Er past een bepaalde dialoog bij een bepaalde vorm van informatie-overdracht. Maar je kunt je afvragen of dat de juiste benadering is. Ik denk dat de sleutel ligt bij het zoeken naar dingen die juist niet passen. Misschien wordt er te veel gedacht vanuit datgene wat de computer wél kan, namelijk het opzetten van een sluitende conversatie. Het lijkt mij veel interessanter om bijvoorbeeld een ruzie te modelleren." Maar zoals bij zoveel takken van wetenschap, kost het 'opvoeden' van de computer tijd en dus geld. Nijholt: "Het gereedschap laat het misschien wel toe, maar er zijn heel veel mensen voor nodig. Met name informatici zijn pas geneigd om iets te doen wanneer het geld opbrengt, dus dan moet je er de industrie al achter hebben staan. Maar bovendien is, om echt flinke stappen vooruit te kunnen doen, hier samenwerking nodig tussen verschillende disciplines. Denk maar aan filosofie, biologie, neurologie, psychologie, taalkunde, kunstmatige intelligentie. Er staan nog steeds muren tussen al die afdelingen. Zoals zo vaak is er nog nauwelijks sprake van dat de ene wetenschapper weet wat de andere aan het doen is."

Een van de problemen is de dosering van grapjes bij de interactie tussen mens en computer. Wanneer een leek een 'intelligente', reagerende computer raadpleegt, moet de gebruiker het gevoel hebben op een prettige manier te worden geholpen. Nijholt: "Mag je dat ding zomaar allerlei grappen laten maken, of kap je dat af? Het is niet de bedoeling om de gebruiker te irriteren."

bezoeker door de schouwburg wandelen, de zaal bekijken en een virtuele informatrice aanspreken, net als in werkelijkheid. Het bewegende figuurtje aan de balie is in staat om te reageren op uiteenlopende, door de gebruiker ingetypte vragen, zoals: 'wat staat er vanavond op het programma', of 'zijn er nog kaarten voor Tineke Schouten'. Abstractere vormen van vragen, zoals 'vertel eens iets leuks', zijn moeilijker te beantwoorden. Voorlopig zal het antwoord in de context van het programma van de schouwburg staan. De informatrice zal dan bijvoorbeeld reageren met: 'Op 10 september Youp van 't Hek. Op 5 oktober Herman Finkers'. Nijholt: "We hebben nu de basis van dit systeem. De komende tijd gaan we kijken in hoeverre we ook de sociale omgeving mee kunnen laten spelen. Wanneer iemand een gezellig gesprekje begint, moet de computer daar op een bepaalde manier op inspelen. Je kunt niet volstaan met ingeblikte grapjes. En zelfs wanneer de computer iets onverwachts verzint, dan nog heb je mensen nodig om de scheiding tussen leuk en niet-leuk aan te brengen. We hebben bijvoorbeeld wel eens het script van een bankroof gekoppeld aan dat van een fast /ood-restaurant. Daar kwam dan de grap uit: 'Geef me al het geld uit de kassa - Jazeker, en wilt u er Franse frietjes bij?' Het toepassen van humor is afhankelijk van de gebruiker, van de context, van de geschiedenis die de gesprekspartners hebben opgebouwd tijdens de dialoog. Het is bijna een onmogelijke opgave om dat allemaal te reconstrueren. Want als je de computer dat allemaal hebt aangeleerd, dan heb je bijna een mens geschapen."

Nijholt laat zien wat hij bedoelt. Op zijn kamer legt hij verbinding met Internet. Studenten van zijn vakgroep zijn bezig met een grafisch informatiesysteem voor een schouwburg. Via Internet kan de

wcs

SEPTEMBER/OKTOBER 1997

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 339

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's