GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 354

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 354

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ook al hebben we het niet over de ideeën van Plato, de grote filosofische vragen worden ook door kinderen aangeroerd," weet Corien Derks. Ze is de juf in de bovenbouw van de Dordrechtse Statenschool waar al enkele jaren filosofie op het program staat. Hoewel het die ochtend net wat minder lekker ging, werd er toch flink gedebatteerd over vragen als 'wat is praten, wat is luisteren' en 'moet je nadenken om te kunnen luisteren'. In de klas zijn net wat voorlopige conclusies getrokken. "Van praten zonder na te denken kun je vaak spijt krijgen." "Denken is praten in jezelf." En; "Met bomen praat je niet. Hooguit tégen bomen want ze kunnen niet luisteren." De gemene vraag van de juf hoe je nou wéét dat een boom niet kan luisteren veroorzaakt vervolgens weer het nodige tumult. "Bomen hebben geen oren", lijkt daarop - voorlopig - een mooi antwoord. Derks: "Kinderen worden kritischer in het stellen van vragen - en ook in het geven van antwoorden - door deze lessen. Ze hebben ook meer aandacht voor elkaar, nemen elkaar serieus. Zelfs het overnemen van andermans mening, wat ze anders nogal veel moeite kost, is niet meer erg. Toen we begonnen was het voor ons nog niet zo duidelijk waarin het filosofische zich van een gewoon kringgesprek onderscheidt. Over dat 'extra' zeiden de kinderen in het begin: "alles wat je zegt is goed". En dat is inderdaad wel een uitgangspunt. Maar er is meer: je moet wat je zegt wel goed beargumenteren. Anders kan het ook op onzin-gesprekken uitlopen. "De Amerikaanse grondlegger van het filosoferen met kinderen, Matthew Lipman, beweerde zelfs dat het vak agressie zou verminderen. Derks is daarvan nog niet helemaal zo zeker, al merkt ze dat er wel een houding van onderling respect ont-

58

wcs

SEPTEMBER/OKTOBER

1997

staat. "Als ze ervaren dat praten prettiger is dan ruziën, zou dat wel degelijk tot meer begrip voor elkaar kunnen leiden. Maar in hoeverre ze zich die houding eigen maken valt moeilijk in te schatten. Want dezelfde kinderen die tijdens de filosofleles heel respectvol met elkaar omgaan, kunnen elkaar later weer de kop inslaan op het schoolplein. Dat is niet meteen geregeld." René Hof probeert zijn filosofieles welbewust ook voor een groter doel in te zetten. "Filosofie moet bijdragen aan de open sfeer in de groep. Er heersten hier ingebakken patronen die ik wilde veranderen. Mensen werden uitgelachen. In de fllosofie-kring moest dat anders worden. Als ik merk dat kinderen om iemand beginnen te lachen zet ik de rem op het gesprek. Maar hoe vrijer een gesprek verloopt, des te beter het is."

"Misschien is dat wel wat filosofie leuk maakt: je komt tot nieuwe ontdekkingen en kunt daardoor ook beter met andermans mening omgaan." (Anna) Ook al is Berde Heesen filosoof, het antwoord op wat filosofie precies is of wat filosofie raet kinderen zou moeten zijn, blijft hij schuldig. "Er moet in elk geval nagedacht worden." Net als Karel van der Leeuw is Heesen verbonden aan het Centrum voor Kinderfilosofie. In allerlei cursussen leert hij basisschoolonderwijzers over het nut en de aanpak van filosofie in de klas. En dat je als docent geen filosofie moet geven als je overal antwoord op wilt hebben. Hoe het niet moet liet de schooldirecteur zien, die een les met 'het geheim' als thema, kwam meemaken. Na afloop wees hij de docente terecht dat ze een volgende keer maar eens eerst aan de kinderen moest uitleggen wat een geheim nou was. Heesen kan er nu nog opgewonden van raken: "Zo iemand moet gewoon zijn mond houden over dingen waar hij geen verstand van heeft. En nu hij toch op dreef is wil een definitie alsnog snel komen: "Filosofie is de

kunst van het vragen stellen. Van antwoorden ga je niet zelfstandig denken." Op scholen waar nadrukkelijk gefilosofeerd wordt, zie je volgens Heesen het gespreksniveau omhoog gaan. "Kinderen geven vaker uit zichzelf redenen waarom ze iets proberen. Ze realiseren zich ook sneller dat één reden vaak niet zaligmakend is." In de leerplanmap die veel scholen gebruiken om hun lessen te verdiepen staat het zo: "Waar een doorsnee les goed voor is, merk je later wel. Die uitspraak is taboe als we filosoferen. Het rendement moet onmiddellijk zichtbaar zijn: veranderde inzichten, onder woorden brengen van iets dat vagelijk gevoeld werd, maar nooit was uitgesproken etc. Wat kinderen met die veranderde inzichten doen, kan eventueel veel later pas blijken." Door te filosoferen denkt Heesen ook dat kinderen zich beter een weg kunnen banen door de samenleving. "Niet door ze moreel beter maken maar door ze beter toerusten om met de diversiteit van deze wereld om te gaan. We moeten over een heleboel zaken in dit leven morele oordelen vellen. Daarvoor moet je je eerst bewust zijn wat dat is, een moreel oordeel." Niet dat hij er op uit is het denken over goed en kwaad bij kinderen te veranderen. Integendeel. Belangrijk is volgens Heesen wel dat kinderen weten waarom ze een bepaalde mening hebben. En daarmee wordt volgens hem de basisschool echt geen fabriek die vroeg-rijpe volwassenen afievert. Filosofie zorgt namelijk ook voor het in stand houden van verwondering. "En dat is belangrijk; verwondering verrijkt je leven." Heesen haalt televisie-bioloog Midas Dekkers aan: "Ik zie mensen over straat lopen zonder vragen." Heesen: "Dat lijkt me dodelijk. Dan heb je het avontuur van het leven al opgegeven. Het gaat er gewoon om dat er meer vragen zijn dan antwoorden. Zelfs als je alle vragen hebt beantwoord, zullen die weer tot nieuwe vragen leiden. Dat besef is het verbaal ankeren van verwondering." En de scholieren kunnen ook de volwassenen nog verrassen. René Hof liet zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 354

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's