GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 64

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ondergeschikt is aan het daarin uitgestalde, maar, andersom zelf meer aandacht trekt dan de kunst die het herbergt. Sterke punt van het Groninger Museum is, dat het zich vooral concentreert op de eigen regio. En als het dan al opzienbarend moet heten, laat dat dan vooral zijn vanwege die concentratie en de bewonderenswaardige manier waarop hier de archeologie en de geschiedenis, de kunstnijverheid en de moderne kunst van een en dezelfde stad en streek zijn samengebracht.

Een pronk\ Opzienbarend of niet, het Groninger Museum weet op lofwaardige wijze de archeologie en de geschiedenis, de kunstnijverheid en de hedendaagse kunst van een hele provincie met elkaar in verband te brengen.

Hij vond het een spuuglelijk bouwwerk, waarvoor het fraaie weidse uitzicht op de binnenstad ten onrechte had moeten wijken. Uit zijn autobiografie komt hij onverzettelijk genoeg naar voren om dat nog te vinden nu hij er zelf hangt, ware het niet dat hij deze eerste expositie in een echt museum niet heeft mogen meemaken. Marten Klorapien (1917- 1996) was Groninger en schilder. En die twee hadden bij hem alles met elkaar te maken. Zijn late doeken tonen de Groninger ommelanden, leeg en verlaten, en meestal in herfst en winter. Ze zijn niet groot van formaat maar sterk expressionistisch opgezet, in grof gestreken aardkleuren. Er is geen mens of dier op te bekennen. Zelfs een doodenkele boerderij lijkt te verzinken in het landschap, weg te vallen tegen de loodzware luchten of op te gaan in het duister van schaarse bosschages. Klompien was de kunst van het abstraheren als geen ander meester. Hij schilderde de essentie van het Groningse land. En van zo'n essentie kan er maar één zijn. Denkt de bezoeker. Tot hij de hoek omslaat en, één zaal verder, oog in oog staat met het werk van Job Hansen (1899 i960); óók Groninger en, behalve

architect, óók schilder. Een groter tegenstelling dan tussen dit werk en dat van KJompien is echter nauwelijks denkbaar. Hansens palet lijkt geheel uit lentekleuren opgebouwd; veel pasteltinten tegen een witte achtergrond en gecombineerd met hardgroen, eigeel en pimpelpaars. Quasi-gedetailleerde, uitbundige doeken zijn het, mét huizen en mèt mensen erop. Ook dit, zo blijkt uit de informatie bij het werk, is het Groningse land, maar dan gezien door de roze bril van iemand voor wie het altijd lente of

zomer is. Uit de verstrekte informatie blijkt ook nog dat beide schilders ooit lid waren van de vermaarde Groninger kunstenaarskring De Ploeg; Klompien kort en op een afstand, Hansen langdurig en zeer intensief. Hansens expositie is de vierde in een reeks die de beeldende kunst van De Ploeg tot onderwerp heeft en door het Groninger Museum wordt georganiseerd. Het Groninger Museum heeft zichzelf al uitgeroepen tot het meest opzienbarende

van Nederland. Of dat waar is, is punt twee: er zijn in Maastricht, Amsterdam of Rotterdam ook wel recent gebouwde musea te vinden met een - voorzichtig gezegd - opmerkelijk voorkomen. Maar de schepping van Alessandio Mendini is inderdaad een blikvanger van jewelste, al vindt, mèt Marten Klompien, lang niet iedere Groninger het een pionkjewail. En het past zeker in de recente ontwikkeling van moderne musea, zoals een Guggenheim en een Centre Pompidou, waarbij het onderkomen niet langer

Net als Klompien is ook het Groninger Museum de kunst van het abstraheren meester. In de afdelingen archeologie en geschiedenis bijvoorbeeld, is de overdaad geschuwd en geen compleetheid nagestreefd. De historie is er impressiegewijs geïllustreerd met een enkel voorwerp in suggestief uitgelichte vitrines, binnen een duistere, doolhofachtige setting. Archeologie en geschiedenis vloeien daarbij op natuurlijke wijze in elkaar over. En zo hoort het ook. Voorwerpen spreken hier voor zichzelf. Hetzelfde geldt voor de bewegende beelden. Bijvoorbeeld die van de expansieve bedrijvigheid in en rond de stad Groningen in de twintigste eeuw. Nostalgische films op video die geen commentaar behoeven en ter ondersteuning aan wat discrete muzikale accenten genoeg hebben. Er is veel meer te zien in dit museum; het herbergt ook tijdelijke exposities die niet op Groningen betrekking hebben. Maar als dit museum een pluim verdient (en dat doet het!) dan is dat toch vooral vanwege de vanzelfsprekende manier waarop het de geschiedenis, het culturele erfgoed, de economische ontwikkeling, én de hedendaagse kunst (inclusief alle tegenstellingen daarbinnen) van een hele provincie wil integreren en tastbaar maken. Om die reden is het 'Groninger' als voorvoegsel bij dit museum beslist meer dan zomaar een geografische aanduiding.

Gert [. Peelen Groninger Museum, Museumeiland I, Groningen. T e l . 050 36 66 555. Openingstijden: dinsdag t / m zondag 10.00 t o t 17.00 uur. 's Maandags gesloten.

64

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1998

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1998

65

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's