Tweede zestal leerredenen - pagina 7
Gij,
welken Ik gegrepen het van de
einden der aarde, en uit hare bijzondersten geroepen heb, eu zeidetotu: Gij zijt mijn knecht, u heb Ik uitverkoren , en heb u niet verworpen. Vrees niet, want Ik ben met u, zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner Jesaia 41 9, 10. gerechtigheid. :
van die schriftplaats
Reeds een vluchtige lezing
zei
—
liet is de «Troost der eeuwige M. IL! verkiezing," waarmee de Heer in dat woord tot de
het u,
zijnen komt. Het fetie:
»
gen,"
de vervulling dier wegslepende pro-
is
Troost, troost, die
als heilige
mijn volk,
muziek
in
zal
er naar het hart van Jeruzalem
nu Ziet
Hij die zijn
,
lippen
de
ziener dat
legt, is
ulieder
Israël's
God
zeg-
ooren speelt,
gesproken wordt.
woord der ontferming op
de goede Herder, die
Zijn
kudde
verstrooid, de schapen Zijner weide afgedoold ziet, en bein het wilde woud reeds den briesschenden leeuw
speurt, gereed
ze te bespringen,
en die nu met Zijn
doordringende stem ze naroept, of ze zich hem verzamelen mochten, terwijl Hij de lam-
teedere. Zijn
weer om merkens reeds opneemt, om te
dragen.
Hij, die
ze in de armen Zijner liefde dus tot Zijn uitverkorenen roept,
de koninklijke Strijder, die, rijdend op het witte paard en met Gods Woord op Zijn lendenen geschrehet
is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1871
Abraham Kuyper Collection | 213 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1871
Abraham Kuyper Collection | 213 Pagina's