Liberalisten en Joden - pagina 27
25 maakt, die het proces bedroeg, waardoor uit het Jodendom, verbasterden vorm, zich, onder Gods inwerking, het Christendom ontwikkelde. Ze beh'jden dan nog wel den levenden God in geestelijken zin, ma;ir zonder Hem te kennen bij het lieht, door Hem zelf ontstoken, en wandelen voort in den waan hunner vroomheid, edoch naar het goeddunken van hun eigen hart. Op dat standpunt kwam de negatie van het Christendom ten onzent omtrent lS-i8 aan. Niet zoozeer in de kerk/j noch in de theologische gehoorzaal, maar in de toongevende kringen op sociaal, letterkundig en politiek gebied. De tijd waaruit onze Grondwet dagteekent, is nog niet de periode der volstrekte goddeloosheid, noch ook die der verafgoding van het mentchelijke, maar die van het ulyeineene Godsgeloof, uityeUujd naar ieders goedvinden. Vandaar de vage uitdrukkingen desaangaande in onze Grondwet. Vandaar de theorie van het //Christendom boven in zijn
geloofsverdeeldheid." Vandaar eindelijk het noodlottig huwedat dra te volgen bleek tusschen de moderne theologie en het politiek liberalisme. Van dit huwelijk was het modernisme in onze Kerken de vrucht, en het later vluchten van menig modern predikant naar een Liberalistisch-Joodsch redactiebureau was, welbezien, slechts de belichaming van de allesbeheerschende gedachte, dat de afgevallen Christenheid voor een wijle haar toevlucht had genomen in de tenten van Israël. lijk,
Toch blijft het daarbij natuurlijk niet. Beneden het CUristendom st;uit het /c»J«';jJom. Daar komt men bij zijn afval' dus het eerst terecht. Maar ook beneden het Jodendom staat weer het Heidendom. Beneden de Heidensche afgoderij de heidensche toovenarij. En eindelijk beneden deze allen de wulpsche dienst der zinnelijkheid en de bestiaideit.
lleeds
de
nu ontwaart men dan ook, hce de
sterkere
geesten,
de
//esprits
forts",
Joodsche phase reeds weer achter
hebben van geen mtxlerne theologie (deze zelilzaain fata morgana) meer hooren willen; en reeds hun tente opslaan op Faganistisek terrein. Hoe uu op Paganistisch terrein beurtelings het intellect; dan weer de verbeelding; een ander maal de natuur; vu \^l'ct
zich
vluchtige
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1878
Abraham Kuyper Collection | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1878
Abraham Kuyper Collection | 40 Pagina's