Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 167
VAN REFORMATIE DOOR BREUKK MET DE ORGANISATIE.
141
ongehoorzaamheid jegens God tot gehoorzaamheid te brengen ja, erger nog, elke poging tot gehoorzamen aan den Heere, tegengaan en stralTen eerst dan is, maar dan ook gcwisselijk, het oogenbHk gekomen, waarop die breuke niet langer uitbUjven kan noch mag. Overmits de breuke met het bestaande kerkverband eerst in de volgende paragraaf ter sprake komt, behoeft hier alleen gehandeld van zoodanige reformatie, die het kerkverband ongemoeid laat of althans buiten botsing met het kerkverband blijft. Hoofdzakelijk komt het hier dus aan op de reformatie van de p a a t s e ij k e kerk, dat is van die kerk, die ieder lid in de eerste plaats aangaat. De kerk waartoe wij behooren is het lichaam van Christus maar dit lichaam van Christus wordt plaatselijk openbaar het is derhalve de plaatselijke kerk waarin wij met het lichaam van Christus rechtVoor die plaatselijke kerk draagt een streeks in aanraking komen. orc^anisatie uit haar
aan
Woord
zijn
terug
;
;
1
1
;
;
ieder onzer alleen rechtstreeksche verantwoordelijkheid, en het
is
in,
door en met haar dat wij kerkelijk onze gehoorzaamheid aan God hebben te betoonen. „Kerkelijke gehoorzaamheid betoonen" is eene uitdrukking, die nauwlijks toelichting behoeft. God de Heere heeft gehoorzaamheid van ons te vorderen op elk terrein des levens. We moeten den
Heere onzen God gehoorzamen in
ons
maatschappelijk,
kerkelijk
God
niet.
in
Grenzen
leven.
Of iemand dus
in ons persoonlijk, in ons huislijk, ons staatkundig, en zoo nu ook in ons bestaan er voor de gehoorzaamheid aan al
persoonlijk en maatschappelijk in ge-
hoorzaamheid wandelt, maar in zoo is hij toch schuldig. En maatschappij
zaamheid
zijn
tegen
zijn huis die
zoo
God dient, maar God meedoet, diens
ook, in zijn
gehoorzaamheid
of iemand
al
nalaat,
in huis
en
kerk aan de ongehoor-
schennis van Gods majesteit
openbaar.
is
i
Als regel geldt dus, dat een iegelijk in zijn eigen kerk zelf God ongehoorzaam mag zijn, en evenmin door zijn meedoen of toezien medeschuldig mag worden aan de ongehoorzaamheid van anderen. Leeft derhalve de kerk waartoe hij behoort in staat van ongehoorzaamheid, dan is elk kind van God verplicht tegen deze ongehoorzaamheid gehoorzaamheid over te stellen. Laat de ongehoorzame kerk dit toe, ruimt ze daar plaats voor in, maakt ze hem dit mogelijk, dan leidt dit niet tot breuke. Belemmert of belet ze hem daarentegen dit oefenen van gehoorzaamheid niet
dan moet doorgaan,
aan
God,
van God daarvan niet gestraft te worden, van op gevaar af
mag
het
kind
aflaten, ja,
al
maar
dreigde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 167](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1883/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's