Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 216
VAN DE REFORMATIEN DIE TOT STAND KWAMEN.
190
en huiselijke wetten, door ieder er op wordt gewezen, dat we verkeerd zouden doen, met geheel deze reeks van wetten (al staan ze ook in de Heilige Schrift)voor in letterlijken zin nog voor ons verbindend te verklaren; en men er op aandringt, dat bij alle deze wetten tusschen
hun leidende gedachte en speciale uitwerking, en evenzoo tusschen hun zedelijke en ceremonieele strekking zal onderscheiden worden i), zoo ook eischt heilig beleid, dat men bij deze reformatiën der Heilige Schrift zich wel afvrage: welke bestanddeelen van deze reformatiën saamhingen met Israëls eigenaardigen toestand als openbaringsvolk, andere bestanddeelen een
welke
en
—
om
voorts
draging
Op
alleen
al
voor
laatste
dit
g
e
meen
karakter droegen,
ons zelven als regel van ge-
te kiezen.
elementen
vier
in
deze reformatiën der Heilige Schrift dient
met name gewezen.
hier
Tijdens de bijzondere openbaring nog
i».
voortduurde, ontvingen
sommige mannen Gods een rechtstreeksche mededeeling, aanwijzing oproeping
en
uit
den hemel,
en oproeping thans aan
in
een zin waarin zulk een aanwijzing
niemand
meer ten deel
valt.
den Israëlietischen volksstaat was de wetgeving van rechtstreeks goddelijken oorsprong, zoodat overtreding der wet, zelfs in het kleine, als zonde in absoluten zin gold, terwijl thans de kerkelijke reglementen hun oorsprong aan menschelijk inzicht danken en dus In
2^.
dat
absoluut
karakter missen.
In Israël was de koning niet een bloot burgerlijk, maar evenzeer een kerkelijk persoon, die als drager van het Messiaansche beeld 3".
even goed als de priester of profeet, een ambt in de kerk bezat. Ook dit is nu weggevallen, overmits Jezus nu zelf Koning in zijn kerk is. die men uit, het optreden van David en Savan Josia, Johaz en Hiskia voor onze Overheid wil afleiden, gaat dus mank.
Alle gevolgtrekking,
lomo,
En
men het bloed der afgodische ketters, gelijk stroomen vergieten en ook tegen de dwaalleeraars de doodstraf aanwenden, zoo dikwijls God de Heere, gelijk aan Elia en Mozes, hiertoe rechtstreekschen last gaf. Het theocratisch karakter 4.
In Israël kon
Elia deed,
der
bij
wetten
digde
ze
maakte deze absolute
tevens.
Nu
straffen
noodwendig en rechtvaar-
daarentegen, nu én deze rechtstreeksche wet-
geving, én deze rechtstreeksche last beiden ontbreken, zou navolging
van
Elia's
rechtigheid
I)
handelwijs
tegen de Baaispriesters een gruwel der onge-
zijn.
Cf. Junius, de observatione legis mosaicae,
in.
ed. Amst.
1882,
p.
336—392.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 216](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1883/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's