Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 171
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET HET KERKVERBAND. aan
reformatie
ook
dit
men
die
in
I57
den weg stonden, daardoor vervielen. En, bleek of er dan ten minste uitzicht bestond, dat
doenlijk,
niet
kerken,
die reformatie wilden doorzetten, daarin niet zou
tegenstaan.
op dit laatste althans nog uitzicht bestond, zou vervan de kerkorde nog niet volstrekt noodig zijn. Maar indien daarentegen door den kerkeraad de zekerheid werd verkregen, dat het bestaande kerkverband zich tegen de noodzakelijke reformatie zou verzetten dat de verbonden kerken niet tot wijziging dier kerkorde bereid of genegen waren en dat de organen van het kerkverband de reformeerende kerk niet zouden laten begaan, dan ja, is er geen de minste twijfel of zulk een kerkeraad is gehouden, den band met de bondgenootschappelijke kerken tijdelijk los te maken, en, op den bodem der historische belijdenis, een betere kerkorde in indien
Zelfs
andering
;
;
—
te voeren.
Kan
zulk een kerkeraad dit te
zoodat ze beter
tevens
maar ook, indien
;
tusschen
of alleen
Het recht
om
rust,
dit
weg
saam met andere kerkeraden doen, nieuw
niet te
kerkverband
gelukt, en
hem
trede,
des te
de keuze staat
gaan, of de reformatie na te laten, eisch.
dezen stap ontleent zulk een kerkeraad aan tweeërlei Vooreerst namelijk aan de verplichting die op hem
tot
overweging.
En
zijn
in
aangewezen en geheel zelfstandig optreden
zijn plicht
is
onverwijld
de
hem toebetrouwde kerk
te
houden
bij
Gods Woord.
aan de omstandigheid, dat elke kerk, die in kerktrad, het recht behield om dien band weer te slaken; en overmits geen kerk ooit macht bezat of kon hebben om
ten anderen
verband wel
dat
zichzelve als slavin te verkoopen.
een contract aangegaan,
ware
het,
haar
zou
nietig,
om
Want,
stel
al
een kerkeraad hadde
haar kerk voor altoos te binden,
dat uit dien band een afhoereeren van den levenden voortvloeien,
omdat
elke
zelfs al
God voor
dan
ware zulk een contract reeds daarom verbintenis zelfs door het Burgerlijk wordt verklaard.
immoreele
wetboek voor ongeldig Overgaande tot zulk een stap zal zulk een kerkeraad intusschen op vierderlei zeer nauwkeurig hebben te letten. En wel I". daarop, dat de drang en aandrift tot zulk een stap niet uit farizeeuwschen hoogmoed, uit woelziek malcontentement of uit oppervlakkige kerkideeën voortkome, maar diep wortele in de gebondenheid en gehoudenheid der ziele tot onderwerping aan Gods Woord. Alle aandrift die niet in gehoorzaamheid aan Gods Woord wortelt, is revolutionaire overmoed en dient weerstaan.
Ten
2,
zie
de kerkeraad, die tot zulk een stap overgaat, wel toe,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's