Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 166
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET HET KERKVERBAND.
152
macht, weerhoudt gemeenHjk de kerkehjke machthebbers, wien anders niets ten laste is te leggen, dan dat
aan
om
iemand,,
hij
voor de
van zijn God ijvert, met geestelijke straffen te achtervolgen of ook te treffen met een vonnis van bannissement. Maar geheel anders komt de zaak te staan, indien de weèrstrever een ambtsdrager of kerkelijk persoon is. Dan toch is er veel meer van zijn invloed te eere
duchten en staan aan het kerkverband veel krachtiger middelen ten
om hem
dienste,
Wie in het ambt is, kan in dat ambt gezet worden. Ook van niet-ambtehetzelfde. Een kerkvoogd, die niet heulen
gevoelig te treffen.
ambt geschorst, of
uit dat
betrekkingen geldt
lijke
met de ongodzaligheid, kan aan het kerkverband veel moeite berokkenen, maar ook het kerkverband kan dien kerkvoogd zijn lidmaatschap ontnemen. Een koster, een voorzanger, een organist, die niet slaafsch meê willen loopen, kan men straffen in hun brood. Zoo kan men doen met „weêrstrevige" godsdienstonderwijzers. En wat de ambten aangaat, wat is gemakkelijker, dan een diaken of ouderling, die de kerkelijke verordeningen aan Gods Woord durven toetsen, van hooger hand te verwijderen. Maar wat bovenal hier dient uit te komen, is het hoog gewicht van een conflict tusschen het kerkverband
wil
en
een
leeraar.
haar toppunt.
Daarin toch bereikt natuurlijk deze reeks conflicten om den machtigen invloed waarover een
Eensdeels
leeraar beschikt, en de openbaarheid van zijn handelingen, rnaar
anderdeels
en
hem
omdat
ontzetten
het uit
ook
kerkverband hem rechtstreeks kan aantasten,. zijn ambt en werkkring, ja, uit zijn huis en
goed en geld. Het is dan ook
uit deze soort conflicten dat meest alle doortasgeboren zijn, en de oorzaak ligt voor de hand^ waarom juist hier de hoogste zedelijke kracht openbaar wicrd. Een gewoon gemeentelid kan zich laten afsnijden schier zonder nog met zijn God geworsteld te hebben, misschien uit euvelen overmoed. Immers, ook afgesneden blijft hij die hij te voren was. Vooral heden ten dage beteekent het lijden, dat daarmede over hem komt,
tende
reformatiën
schier niets.
Voor een kerkvoogd of koster, voor een ouderling of diaken, is afgezet te worden zeker hoogst onaangenaam, maar bij slot van rekening maakt het hem toch niet ongelukkig. Een kerkvoogd verliest eenigen geldelijken invloed. Een koster een zeer klein deel van zijn broodwinning. En een ouderling of diaken keeren in het gewone leven terug zonder
iets,
wat de wereld begeerlijk noemt, verloren
te
hebben.
Maar met een predikant
is
dit
geheel anders.
Voor een bedienaar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's