GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 25

Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

25 ver als het stoompaard, waarover

Maar

juist

ze* alle

stuur verloren, hen trekt.

daarom mag geen onzer de

personen

ver-

achten.

Ook een Petrus verachten we niet, den man die met zweren en vloeken tot driemaal toe zijn Heer had verloochend, en het ook niet had gewild, en tegen zijn wil in door dien wachtpost en dat kolenvuur en die dienstmaagd en die omstanders van erger tot erger was gedreven. Onze ziel veracht Petrus niet omdat de Heere hem niet vermaar weer trok met liefdekoorden en zijn hartverachtte scheurend berouw aanzag en toen het toen in zijn ziel weerklonk: „Simon, Jona's zoon, hebt gij mij hef?" toen was het toch waarheid in het hart van dien Petrus, dat hij, onder al deze verloochening en deze vervloeking door, toch op den bodem zijner ziel aan zijn Heiland in geloof en liefde was ver,

,

,

;

bonden gebleven. het immers ook hier kunnen zijn ? Kunnen zijn niet ons, maar in ons den Heere vervolgen, en wild doorgaan en niet kunnen rusten, zooals ze door den prikkel hunner eigen zonde gedreven worden, toch van achteren bittere tranen des berouws weenden en nu reeds in de consciëntie drang tot beter dingen gevoelden en eens nog komen zullen tot het beschaamd en toch waarachtig belijden: „o, Heere, al heb ik mee uit lafheid uw Gemeente vervolgd en de broederen vertreden. Gij, die alle dingen weet, weet toch dat ik U liefhad!"

En zoo zou

dat wie nu

immers ,

;

;

Zie van den mensch af op 'sHeeren doen, M. V.! en merk op, hoe nu reeds zelfs te midden van onze droefenissen dat doen des Heeren heerlijk uitkomt. Of, antwoord mij, is er dan te midden onzer krenking, bij de macht die tegen ons aanwoelt, en het geweld dat zich al

dan

aan ons maakt, ook niet een roepen als bij Zacharia: , Vrees niet, o, Zerubbabel, voor het aangezicht van die u geweld aandoen, want niet door kracht noch door geweld, maar door ij n e n Geest zal het geschieden !" Dat woord had men tegen ons gebruikt, en ons gelasterd als wilden w ij geweld plegen en heil zoeken in ruwe kracht. En nu, wierd het thans niet openbaar, hoe het juist onze wederpartijders zijn die aan de Macht zich klemmen, en door de Heerschappijen kracht oefenen, en heil zoeken in Geweld? En daarom roep ik ook tot u o Volk des Heeren, gij, andere Zerubbabel, zoon van Sealthiël, o, vrees niet, want zie reeds

m

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's

Uit de diepte - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's