De twaalf patriarchen - pagina 44
|<iililil>li|i|iiiiiiiik|i|iii|i|i|!|iiiiii:iiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iii:Kr'iioitiiii iiiitiii'
DE PATRIAKCH GAD.
1
36
1
en
1
ieder
1
zijn sterken
i
Gad daarentegen
de geweldige; de gespierde, die een
is
aan kan; de reuzenfiguur, en daarom prat en tuk op arm.
De Gadieten 5
van
zijn
Israëls //strijdbaarste mannen''' (1
Koning David koos
I
Cliron.
i
//kloeke helden, krijgslieden ten oorlog"
26).
:
1
Toen
1
heldenstam
i
waren,
:
Amorieten
Israël
stam
der
Toen
in
erfdeel
zijn
En
i
Adoni-Zédek
1
onder
l
voorop getogen.
en
eer
Merom
bij
moesten
.
i
Ze waren
i
den aankwam.
als
verslagen,
En daarom zong
Jacob op
Gad
aanvallen,
vijand valler
I
^)
geslagen
deze ontembare
over
de
Jordaan trok.
op
betaald
„Een bende
zal
waren
de
Gadieten weer
een keurbende in Israël zoolang het op
I
ï
om
Og
de koningen van het Noorden
Dapper, sterk en kloek.
I
8).
mogen brengen, en verkoos
Israël
I
zal
:
Makkeda de koningen van het Zuiden onder
bij
Jabin
Gilead,
Silion en
Gadieten,
verder ten onder te
i
toen
Gad voorop.
de
i
Chron. 12
(1
de woestijn naar Kanaan optoog, ging de
uit
van
vroeg
zich uit dezen stam
zetten"
(Gen.
zijn sterfbed
maar Gad 49
:
hem aanvallen, maar hij
10)
strij-
van Gad: //De
zal het zijn aan^);
en riep Mozes,
zal aanvallen tot
den einde.*
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's