Uit de diepte - pagina 178

,,

172

morgens was. Hij wilde dit raadsel verstaan, maar het was moeite in zijne oogen; totdat hij in Gods heiligdommen inging » Immers zet Gij hen op gladde en op hun einde merkte. plaatsen Gij doet hen vallen in verwoestingen. Hoe worden nemen een einde als in een oogenblik tot verwoesting zij Als een droom na het worden teniet van verschrikkingen ontwaken! Als Gy opwaakt, o Heere! dan zult Gij hun beeld verachten" (vs. 18—20). In het slot van den psalm vat Asaf alles samen: »Want ziet, die verre van u zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U af hoereert; maar mij aangaande, het is mij goed ik zot myn betrouwen op den Heere nabij God te wezen Heere, om al zijne werken te vertellen" (vs. 27 en 28). AsaiP, mijne hoorders, was de eenige niet, die een enkel maal zoo dacht! Die gedachte komt bij het gezicht van den voorspoed der goddeloozen meermalen op in het bedrukt gemoed van de geloovigen. En dat is zonde! Asaf noemt zichzelven in dien toestand onvernuftig, onverstandig; ja, zegt hij: Voorwaar een teeken, dat 5>Ik was een groot beest bij U." Asaf zijne zonde erin gevoeld heeft. Maar, mijne hoorders, wat dan te denken van den zondaar die bij het zien van den voorspoed der medezondaren doorzondigt en er het gevolg uit trekt, dat het toch niet helpt den Heere te vreezen en zoo den weg der zonde blijft kiezen voor zijn voet? Zouden er zulken zijn, vraagt ge? Gods woord geeft u het antwoord op die vraag in Maleachi's profetie, hoofdstuk 3 13, 14 en 15: ,

,

!

;

:

„Uwe woorden Heere; maar Gij

wij

in

het,

is

het

tegen Mij te sterk geworden,

zijn

Wat hebben

zegt:

Het

zegt:

nuttigheid

gij

dat

wij

U

zegt de

gesproken?

God te dienen; want wat wacht waarnemen, en dat

tevergeefs,

is

wij tegen

zijne

zwart gaan voor het aangezicht des Heeren der

heirscharen ?

En nu

wij

achten

de hoogmoedigen

goddeloosheid doen, worden gebouwd;

gelukzahg;

ook verzoeken

ook zij

die

den

Heere en ontkomen."

Maleachi Heere had

was zijn

De de laatste Oud-Testamentische profeet. volk getuchtigd in de ballingschap onder de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen