Kerken-Ordening gesteld in de Nationale Synode der Gereformeerde Kerken - pagina 7

:

TAN DE DIENSTEN. zekerd

van hunne singuliere gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedig-

zij

mitsgaders gaven van

verstand en discretie,

goed

heid,

Zoo wanneer dan zoodanige personen zich de

hen

Classe

naardat

in

dan

en

proponeeren,

examen

''t

Synode goedvindt)

de

het

(indien

hen

zij

bevindt, hen een

met

voorts

welsprekendheid.

den Dienst presenteeren,

tot

eerst examineeren,

laten

lang'

tijd

hen handelen, zooals

in

"I

en

privé

oordeelen

zij

zal

zal

lichtelijk te wezen.

Nieuwelingen, Mispriesters, Monniken, en die anderszins eenige sekte

IX.

zullen

verlaten,

worden

toegelaten

niet

den

tot

groote zorgvuldigheid en voorzichtigheid, nadat

wel beproefd

eerst

Een

X.

waar

beroeping

aan

Diakenen,

en

eens

nemen,

diegenen

Diakenschap geweest

Kerk

andere

geene genis

afscheids

zijns

zonder

die

is,

om

niet verlaten,

bewilliging

voren

te

e

zijn

beroepen zijnde, mag de Gemeente,

wettelijk

aangenomen

conditie

te

tijd

zijn.

Dienaar

zonder

hij

Kerkedienst, dan met

ook eenen zekeren

zij

elders eene

Kerkeraads

des

met

de

dienst van Ouderlingschap en

in

en met voorweten van de Classe, gelijk ook

),

hem

zal

mogen ontvangen,

van

de

Kerk

en

eer

wettelijke getui-

hij

waar

Classe,

hij

gediend heeft,

vertoond hebbe.

Aan

XI.

andere

de

zijde

Gemeente,

ook gehouden

verzorgen,

en

dewelke ook Dienaars

bij

als

representeerendc de

hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te

zijn

kennis

en

der

oordeel

gebrek van onderhoud,

Classe

niet

te

verlaten;

oordeelen of de voorschreven

zal

verzetten zijn of niet.

te

Dewijl een Dienaar des Woords, eens wettelijk als boven beroepen

XII. zijnde,

leven

zijn

geoorloofd

om

tenzij

zonder

de Kerkeraad,

zal

zijn,

Kerkedienst

verbonden

anderen

eenen

staat

des

is,

zoo zal

levens

te

hem

zij

nochtans

en

van

het

geschiedt

nemen

eenige Dienaars door ouderdom, ziekte,

dat

onbekwaam worden

tot

uitoefening huns Dienstes, zoo zullen

desniettemin de eere en den

Kerk,

de

ook

niet

begeven

zal.

Zoo

ol anderszins

(gelijk

tot

groote en gewichtige oorzaken, waarvan de Classe kennis

en oordeelen XIII.

aan den

zich

de

die

/.ij

weduwen

gediend en

naam eens Dienaars behouden,

hebben,

weezen

der

eerlijk

in

Dienaren

in

hunne nooddruft 't

gemeen) ver-

zorgd worden.

XIV. Zoo eenige Dienaars om de voorschreven hunnen

G )

Diensl

Veiwdlen

zijn

voor eenen

tijd

ol'

eenige andere oorzaken

onderlaten moesten, "twelk zonder advies

de vuoorden; Mitsgaders

>ln'

van

iJen

Magistraat,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen