"Sion door recht verlost" - pagina 26

24

u kant ? Of keerden

ook alzoo tegen al Gods profeten,

ze zich niet

tegen al zijn heilige martelaren

anders gekend?

Ja

worm

man

en geen

om

kroop,

meer,

Barabbas,

Hebben uwe vaderen

het dan

het anders gekend door hem, die, een

is

;

?

uit

man

den

als

Gethsemané naar Golgotha des volks, te hooren toeju-

belen door de schare, en zelf door heel Jerusalem's bevolking

hem! kruist hem/" te worden toegesist ? Maar toch, al weten we dit, in die ure des lijdens kan liet Zoo bang als die uitputtende Sion zoo bang worden, M, H. eiken morgen weer opwacht, en heel uw leven strijd u

met een

^Kruist

!

wordt.

ontzet

het

uw

te lijden

die drijven

bijgaat of

en de

uw

in

uw

nering en

uw

achten,

medeburgers,

ge

zoo

er

dat ze

waart.

niet

omdat Gods recht maakt dat

beroep,

handel niet zóó moogt drijven

men

of schade, wijl

;

uw

van

voelen

te

verademing zouden

een

Schade ge

Zoo

uw

uit wrevel

als

anderen

winkel voor-

arbeid niet wil. Zoo bang, als schier alle grooten

machthebbenden der wereld zich tegen u keeren, of

mannen met

u optreden. Bang,

stok en sabel tegen

zelfs

als

het

wordt, alsof ze in u dat gehate Kruis hadden gezien, dat den

Jood een ergernis en den Griek een dwaasheid als tot in

is.

de banden uws eigen bloeds bewaarheid wordt, wat

Jezus u zoo ontzettend ernstig had toegeroepen

om

scheiding

tusschen

de

te

maken tusschen

dochter

en

Nee//,

Kerk

die

recht

u

van

zelfs

in

Recht

Tot het

zijn

in

van

dan

uw God »Neen,

altoos

heilige

broedertwist;

Kerke

mocht

!

o,

eindelijk

een strijd in die leeren,

Gods Recht houden moest.

Gods dat

uitslaan

die bittere gedeeldheid

Wie uwer

weer

en nogmaals

uw Kerk gaat worden. Ja, Kerk Gods, die u Gods recht

die u door tucht bij

die

dat ge

moge//, schier niet moeten

dat verwoede pogen van Satan, of hij zelfs verleiden

kwam vader,

zoo bang,

Ja,

antwoordt:

ziele

dat hij

troosten, in die

Kerke

En dan vuur

uwe

en driewerf Neen,/"

om Gods in die

toch het

dat

onverbiddelijk in

:

kind en

het

moeder.

de

en

duizendmaal u afvraagt: zou ik niet toegeven?

En banger nog

der

van het harten;

Gods uitverkorenen

heeft dan niet

soms met Jereinia

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen