Uit de diepte - pagina 508

;!

502 'k

Betrouw op U; hoor mijn gebeden: Dat mij geen schaamt', o Heer! In eeuwigheid vomeer'.

Red

mij door

uw

gerechtigheden

;

Bevrijd mij; neig uw ooren Verlos mij; wil mij hooren!

Wees

mij een rots,

Een

om

in te

wonen;

schuilplaats, daar mijn hart

Steeds toevlucht vind' in smart.

Uw

hoog bevel zal blijkbaar toonen, Dat Gij, o groot' Ontfermer Mijn burg

zijt

en beschermer. Ps. 71

Een dergelijk woord Daar sprak Hij voor

Heere

als dit uitte de

in

:

Luk. 12

1,

:

2.

lOb.

waarschuwde voor geveinsdheid, tot openlijk belijden opwekte en dreigde met verloochening, indien zij Hem voor de menschen zouden verloochenen. Daarop laat de Heere dan volgen: »En een iegelijk, die eenig woord spreken zal tegen den Zoon des menschen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen den Heivele duizenden

,

die

Hij

Geest zal gelasterd hebben, dien zal het niet vergeven worden." Volgens Mattheus en Markus heeft de Heere die waarheid op anderen tijd uitgesproken en aldus het noodig geacht meer dan eenmaal haar voor oogen te stellen. Een van den duivel bezetene, zoo verhaalt Mattheus, een, die blind en stom was, werd door den Heere genezen. Dat wonder had zeer verschillenden indruk gemaakt. De scharen ontzetten zich en zeiden ï>Is deze niet de Zoon van God?" Markus zegt ons (3 20 v.v.), dat de Heere in huis is gegaan en de schare daar binnendrong, alzoo dat zij ook zelfs niet konden brood eten. Zijne nabestaanden, waarschijnlijk misleid en opgezet door de vijanden, die Hem voor krankzinnig hebben verklaard, willen Hem vasthouden; want zij zeiden: »Hij is buiten zijne zinnen." De Schriftgeleerden en Parizeen, zoo schrijven Mattheus en Markus beiden, zeggen: »Deze werpt de duivelen uit door Beëlzebul, den overste der duivelen." Nadat de Heere met kalmte en Goddelijke waardigheid het onmogelijke van dien laster heeft aangetoond, omdat dan een wroeten van Satan in eigen in-

ligen

:

:

gewanden zou

zijn geschied een koninkrijk niet tegen zich verdeeld kan wezen, maar het alleen de vijand is, die den vijand bestrijdt, laat Hij erop volgen: » Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen der menschen. zullen vergeven worden en allerlei lasteringen waarmede zij zullen ,

zelf

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen