Dagen van goede boodschap - pagina 79

,/

wonderlijk!"

71

Zonne dev gerechtigheid hem verbaast.

ilie

De donkerheid

der ongerechtigheden was zijn deel. Alles lag voor zijn oog

gehuld in het doffe grauw der zonde en der smadelijke overtreding. De heugenis van gerechtigheid was er, maar wat Het rog was aan gerechtigheid was, wist niemand meer.

van gerechtigheid ontwend. Donkerheid was het Eu nu, zie, daar rijst in onzer ziel geworden. heerlijke pracht de Zonne der gerechtigheid boven de kimmen, en daar straalt het licht van Gods heiligheid, en op •alles spreidt het zijn gouden glans, en het zielsoog wordt het 'zien

levensdoel

verrukt van het aanschouwen, en gelijk een kind opspringt het de pracht der zon aanschouwt in haar opgang, zoo

:als

kan de den.

ziel

Die

het

bij

den Opgang uit de hoogte niet inhouis zoo onuitsprekelijk heerlijk, en

gerechtigheid

//Wonderlijk, Avonderlijk ,/Raacl

.'"

\"

is

alles

wat de verrukte

ziel uit.

roept wéér een ander, minder mensch des gemoeds

en meer naar den drang van zijn aard een denker. Alle weg was afgesloten. Er was geen pad door de zee. De uitweg was toegemuurd. Wie kon met zijn hand aan den hemel

En

reiken?

toch,

nog

schuldigeu,

hoe kon God, die heilige God, ons, dieperbarmen aanschouwen ? Reddeloos en

in

Hier hielp geen bepeinzing, hier Keeds wenkte de wanhoop. Maar hoor, daar gaat het geroep uit van een Kindeke, dat geboren, van een Jezus, die ons gegeven is; en nu, opeens valt alle slagboom en opent zich een poorte des lofs in den radeloos

zat

neder.

hij

was geen overlegging.

muur,

die allen

doorgang afsneed. En

//Wonderlijke vinding''

Wéér

is

//Raad'',

,/Uitkomst'',

vanzelf het roepen zijner

ziel.

God!" Hij gemelde minder, en dacJd minder, maar was meer man van de daad. De zonde was een macht. Die duisternis en schaduwe des doods lag loodzwaar op hem. Er was geen worstelen tegen. In die schaduwen des doods vond niemand zijn hand. En hoe ook de

een ander roept

ziel zich

dan

„Sierk-e

had aangegord, en getast had naar het zwaard,

«n gestreden had nooit

:

tot

ze uitgeput inzonk, het bracht toch

nederlaag, altoos bitterder teleurstelling, er

was

in het volk geen kracht. Hij, de Satan, de booze verleider, bleef

overwinnen!

Maar

zie,

daar

komt

dat Kindeke, daar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen