Uit de diepte - pagina 759
753
I.
»De rechtvaardige
sla
my, het
zal
weldadigheid
mij, het zal olie des hoofds zijn,
bestraffe
zijn;
en
hij
het zal mijn hoofd
niet breken." Ziet, geliefden! dit
5. is de wensch van David in Ps. 141 David had in den weg der ervaring geleerd, om de bestraffing van een rechtvaardige voor een weldaad te houden, aan-
gezien
zij
niet
tot zijn
:
maar
verderf,
hooghartigheid, maar barmhartigheid plaatsvond.
niet
tot zijn in
in
behoud;
ootmoed
en
In onze tuchtelooze dagen treft men weinig zulke Davids Bg de minste bestraffing houdt men zich dikwijls verongelijkt en onttrekt zich ten verderve, inplaats van de tucht en de bestraffing lief te hebben (Spreuk. 12 1). Achtte David de bestraffing van een rechtvaardige een weldaad; was ze hem aangenaam als welriekende zalfolie op zijn hoofd hoeveel temeer is het dan niet eene weldaad te achten, o,
aan
!
:
;
door den Rechtvaardige bij uitnemendheid te worden bestraft en onderwezen, gelijk dit den Emmaüsgangers mocht tebeurtvallen.
De Emmaüsgangers spraken met Hem dien hunne ziel liefhad en zij kenden Hem niet; toch deed het hun goed, dat zij hun hart eens konden uitstorten dat zij den hun onbekende ,
;
de oorzaak hunner droefheid konden mededeelen. Nauwelyks hebben zij uitgesproken, of de Zaligmaker neemt het woord. Zal Hij hen in hunne droefheid bespotten, gelijk de Schriftgeleerden en Farizeën, die lachten met de hoop dezer nooddruftigen, of hun zijn medelijden toonen over hun vermeende teleurstelling ? Neen, mijne hoorders Christus zal ernstig bestraffen en daarna onderwyzen. standigen en tragen van har t." »o. Wanneer wij achtgeven op de zwakheid dezer beide discipelen in het geloof en op de aanvechtingen des Satans, waaraan zij blootstonden, dan komt ons deze bestraffing wel wat scherp en hard voor. Echter, indien wij bedenken, dat Christus hen zoo langen tyd met zoo weinig vrucht onderwezen had, dan zal ons deze ernstige en scherpe berisping minder verwonderen. Immers, ter wille van hun ongeloof, van hun vleeschelijke w ij s h e i d van hunne vooroordeelen togen het ginkruis en van hun aardschgezinde gen zij in het donker; zaten zij in rouw en droefheid terneder; plengden zij rouw, inplaats van vreugdetranen. Hetgeen hun !
Onver
,
verwachtingen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 759](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's